In leidende EU-landen als Duitsland (Briefkastenwerbung) en Frankrijk (Publicité par boîte aux lettres) en ook in Engeland (letterbox advertising) wordt de brievenbus als het verlengstuk van de privacy en eigendom van de burger beschouwd. In die landen is het dus ook uitsluitend aan de burger te bepalen wat er wel en niet in de bus mag.
Vrijheid van informatiegaring
Het lijkt erop dat in deze grote Europese landen de vrije informatiegaring hoger in het vaandel staat dan bij ons. Dat is gek, want we maken met elkaar deel uit van de Europese Unie en hebben allemaal het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) ondertekend.
Het EVRM beschermt net als de Nederlandse Grondwet de vrijheid van meningsuiting en informatiegaring. Die bescherming geldt in principe ook gvoor reclame. Inperking van deze bescherming is alleen toegestaan bij Wet. En die wettelijke maatregel moet dan bovendien in beginsel te rechtvaardigen zijn en evenredig in relatie tot het doel dat wordt nagestreefd.
Weliswaar maakt de Nederlandse Grondwet in lid 4 van art. 7 over vrije meningsuiting een uitzondering voor handelsreclame, maar de betekenis daarvan is minder groot vanwege de rechtstreekse werking van het Verdrag.
Bovendien heeft de Hoge Raad, in een zaak over de poging van de overheid om RTL aan de grens tegen te houden, al uitgemaakt dat toezicht vooraf op reclame niet toelaatbaar is (HR 11 december 1987). De overheid probeerde zo commerciële tv (net als de folder een reclamemedium) buiten de deur houden. Dat mislukte dus.
Een algeheel verbod zoals nu van kracht in Amsterdam, moet alleen al op basis van het bovenstaande in strijd is met de vrije nieuwsgaring worden geoordeeld.
Evenredigheid
Daar komt nog bij dat de evenredigheid van de maatregel, dat wil zeggen de afweging van het milieubelang tegenover het belang van vrije informatiegaring, meer dan ter discussie staat. Het door de gemeente gebruikte milieu-argument is intussen door de Reclame Code Commissie zelfs al als ondeugdelijk van tafel geveegd.
Maar ook los daarvan. Het milieu-aspect zou voor veel meer zaken kunnen worden gehanteerd, waarbij geen grondrecht én mensenrecht in het geding is. Toch gebeurt dat niet. Bovendien was en is er een al jaren goed functionerend systeem van zelfregulering (NEE/NEE en NEE/JA-sticker) dat gedragen wordt door de gehele keten.
En wat betreft die evenredigheid kan en mag ook zeker niet voorbij worden gegaan aan de economische schade die door de gehele keten wordt geleden, van retail tot bezorger. Het klein en grootwinkelbedrijf is door de maatregel een communicatiekanaal ontnomen. Zij hebben het daardoor moeilijker hun producten aan de man te brengen. Dat beperkt bovendien productinnovatie met alle gevolgen voor het milieu.
Non-discriminatoir
Een dergelijke maatregel mag verder ook niet de een boven de ander bevoordelen. Juist dat gebeurt hier wel. Zo profiteren de internet platforms waar de folders kunnen worden geraadpleegd en de aanbieders van tailor made folderpakketten.
Beide alternatieven hebben bovendien gevolgen voor de privacy van de burger/consument. En ook de milieu-impact van het gebruik van internet moet niet onderschat worden.
Verder leidt het verbod tot nieuwe initiatieven en alternatieven. Zoals bijvoorbeeld het aangekondigde huis-aan-huisblad City.Amsterdan. Deze doen ieder mogelijk milieuvoordeel van het beleid ook weer ten minste deels teniet.
Redactionele inhoud
En daarbij speelt nog iets. Dat de gemeente meent in dit verband eisen te kunnen stellen aan het minimum percentage redactionele inhoud (onder verwijzing naar met het nieuwe beleid overboord gegooide afspraken) is meer dan verderfelijk in een democratische samenleving! Dit dient buiten iedere discussie te staan vanwege absolute strijd met artikel 7 van de Grondwet!
Privacy
De lokale politiek heeft zich duidelijk in een wespennest gestoken. En dan dwingt het beleid de burger ook nog om zijn privacy vrij te geven. Om te profiteren van kortingen of aanbiedingen moet of immers of een JA/JA- sticker worden geplakt of informatie worden gedeeld over winkelinteresse of moet internet worden gebruikt.
Conclusie
Alles overziend, is maar een conclusie over de Amsterdamse maatregel gericht tegen de reclamefolder mogelijk en wel dat die maatregel:
- in strijd is met de Grondwet en het EVRM,
- ingrijpt in marktverhoudingen,
- innovatie beperkt,
- economische belangen van alle partijen in de keten van retailer tot bezorger schaadt,
- niet de milieu effecten realiseert, die gesteld worden en
- de burger dwingt van zijn privacy afstand te doen.
Frans Blanchard (Buro Blanchard) is als jurist gespecialiseerd in intellectueel eigendom, reclamerecht en contracten.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!