Per 1 juli gaat het verbod in op ongerichte reclame voor online kansspelen. Het verbod moet kwetsbare groepen, waaronder jongeren, beter beschermen tegen het risico op kansspelverslaving. Sinds de legalisering is ruim 21 procent van de online-spelersaccounts van jongvolwassenen. Ze vergokten in 2022 voor ruim 100 miljoen euro.
Verslavingsexperts spraken hun zorg uit met de beschuldiging dat de marketing slinks gericht is op jongeren. Wetgeving moet dit nu voorkomen.
Reclame die op 1 juli verboden is, zijn radio- en tv-commercials en billboards op straat. Een jaar later, op 1 juli 2024, valt ook de sponsoring voor online kansspelen, bijvoorbeeld van tv-programma’s of sportclubs, onder het verbod. Adverteren via websites, apps, nieuwsbrieven, sociale media en in een ‘online spelomgeving’ blijft toegestaan, maar wel onder één voorwaarde: adverteerders moeten garanderen dat hun reclames voor minimaal 95 procent terechtkomen bij consumenten van 24 jaar en ouder.
Gedonder in de glazen
Met deze bepaling is het gedonder in de glazen geschapen door Weerwind en de Tweede Kamer. Want hoe controleer je die 95 procent?
René Jansen, voorzitter van de KSA, Jansen en zijn 35 toezichthouders zitten opgescheept met die 95/5 norm. Jansen: ‘De contouren zijn hard getekend, maar hoe de naleving van die 95-procentregel uitpakt is afwachten.’
Volgens Michel van der Voort, directeur van tv-marketingorganisatie Screenforce, waarbij onder meer NPO, RTL en Talpa zijn aangesloten, is dat niet duidelijk, 'KSA heeft niet de tools om te monitoren of media en adverteerders zich aan de richtlijnen en percentages houden.’
Peter-Paul de Goeij, directeur van brancheorganisatie van online-gokbedrijven Noga: ‘De door de KSA gestuurde uitleg is helaas niet uitputtend. Het was beter geweest om vóór 1 juli al precies te weten hoe we met reclame aan dat bereikscriterium van maximum 5 procent kunnen voldoen, op welke termijn, en hoe dit gecontroleerd zal worden. De KSA stelt meer guidance te bieden zodra dat mogelijk is. Eigenlijk is de KSA zelf dus ook nog deels zoekende.’
Eerst monitoren
René Jansen liet tijdens een congres weten dat de autoriteit eerst vooral zal monitoren hoe de nieuwe regels in de praktijk uitpakken. ‘Verschillende onderdelen van het nieuwe verbod zijn ook voor ons een nieuw en onbekend terrein. Net als de industrie zullen wij hierin onze weg moeten vinden.’
Dat betekent volgens hem niet dat de KSA duidelijke overtredingen niet ongemoeid laat, 'maar we zullen er niet altijd met een gestrekt been ingaan als handhaver van het reclameverbod. We willen adverteerders van goede wil de ruimte bieden om te ontdekken hoe dit gaat werken.’
In aanvang blijft het bij een overtreding bij een waarschuwing door de KSA. Zwaardere middelen, zoals een dwangsom voor als een online-gokbedrijf opnieuw de fout in gaat, of directe boetes als het escaleert blijven vooralsnog achterwege.
Dit betekent volgens Jansen niet dat kansspelaanbieders een mogelijkheid hebben om grenzen ruim te verkennen. De KSA zit 'er bovenop', stelt hij. ‘Het is niet zo dat adverteerders een tijdje mogen aanrommelen en dat we er over een paar maanden eens goed naar gaan kijken. De boodschap is: zoek de grens niet op.’
Wateren testen?
Maar gaan ze dat ook doen? Gokbedrijven hebben bewezen de grenzen op te zoeken van wat mogelijk is. Bovendien gaat het om grote bedragen reclameomzet waarmee resultaten zijn geboekt.
Zo zijn de het aantal gokkers in Nederland en de online-gokomzet aanzienlijk gestegen na legalisering. Onderzoeksbureaus hebben hun geschatte omzetten van de Nederlandse gokmarkt flink verhoogd, zo toont de monitoring van de KSA aan: van 590 miljoen euro tot ruim 810 miljoen euro.
Dit economische belang maakt dat gokbedrijven, media-exploitanten en -bureaus en affiliates weliicht de gok zullen nemen.
Welk advies geeft de Noga aan haar leden met reclame? De Goeij:‘Het is zeker in de eerste maanden na 1 juli, verstandig om in ieder geval niet de grenzen van het toelaatbare op te zoeken.’
Of juist wel, om de wateren te testen?
Van der Voort van Screenforce: ‘We willen legale mogelijkheden creëren en focussen op bijvoorbeeld video on demand, waarbij je je kijkers registreert. Er ligt ook een opening voor reclame voor online-kansspelen via addressable-tv. Die richt je op doelgroepen waarvan de spots de kwetsbare jongeren niet bereiken. Ook kun je technisch gezien kijkers de mogelijkheid bieden om aan te geven dat ze geen online kansspel commercials willen zien. Je voldoet dan aan de criteria.’
René Jansen van de KSA is daar minder van overtuigd: ‘Daar geldt hetzelfde als voor online: ze moeten de 95 procent zelf aantonen met de ‘best beschikbare technieken’ zoals minister Weerwind stelt. We vragen rapportages bij aanbieders op en zo nodig sturen we bij.’