Een paar weken na haar ‘maidenspeech’ als Boegbeeld/Chairman Topsector Creatieve Industrie - op de conferentie What Design Can Do - mocht Barbera Wolfensberger in Noordrijn-Westfalen bekend maken dat Duitsland is verkozen tot creatieve partner van het jaar 2015. Dit gebeurde in het bijzijn van koning Willem-Alexander en koningin Máxima, die onder leiding van het Topteam Creatieve Industrie een aantal voorbeelden van samenwerkingen gepresenteerd kregen tussen Nederlandse en Duitse bedrijven. Uit Nederland waren vertegenwoordigd: Sizzer Amsterdam, EdenSpiekermann, Grendel Games en MMID.
Hoe ging het en wat was je verhaal?
‘Het was een welkom waarin ik in mijn beste Hochdeutsch uitlegde waarom Duitsland is verkozen tot creatieve partner van het jaar 2015 en waarom we de samenwerking tussen beide landen willen vergroten. Minister Kamp van Economische Zaken was erbij, en Hannelore Kraft, minister-president van Noordrijn-Westfalen. De samenwerking met Duitsland is onderdeel van de internationaliseringsagenda Topsector Creatieve Industrie met de overkoepelende ambitie om in 2020 tot de meest creatieve economie van Europa te behoren. De Nederlandse creatieve industrie kent nu een aantal toonaangevende en internationaal succesvolle bedrijven, zoals Endemol, G-Star, Eyeworks, OMA, Mecanoo, MVRDV en Guerrilla Games, maar er liggen kansen voor veel meer Nederlandse bedrijven: voor de muziekindustrie, design, architecten; overal speelt Duitsland een belangrijke rol.
‘Ik heb het koningspaar langs de vier Nederlands-Duitse samenwerkingen van bedrijven geleid en daarna was er een lunch, verdeeld over drie tafels. Er was een tafel met koningin Máxima, met mij als moderator voor het gezelschap, er was een tafel met koning Willem-Alexander en Jeroen van Erp [mede-lid van het Topteam Creatieve Industrie en creative director Fabrique, AP] als moderator, en een tafel met minister Kamp, met Annemieke Eggenkamp als moderator.
'De sfeer was los, als moderator hield je het gesprek op gang en zorgde je dat iedereen aan het woord kwam. Het gesprek ging over Duits-Nederlandse samenwerkingen - waar vullen we elkaar aan en wat zijn lastige punten, zoals regelgeving, maar ook zaken die we allemaal lastig vinden: hoe werk je goed samen. Wat zijn de sterke punten van de Nederlandse creatieve industrie en welke die van de Duitse creatieve industrie. Dan kom je toch uit op de goede techniek en de proceskracht van de Duitsers, en de meer vrijdenkende kant van de Nederlanders. Er kwam ook wel uit naar voren dat wij onszelf als Nederlandse creatieve industrie iets makkelijker promoten en dat onze overheid daar ook wat meer in helpt, om samenwerkingen tussen Duitse en Nederlandse universiteiten en bijvoorbeeld de mode-industrie te stimuleren. Ik vond het koningspaar heel goed geïnformeerd en erg geïnteresseerd, net als minister Kamp. Het was geen staatsbezoek maar een werkbezoek, dat maakte de sfeer iets opener, met minder regeltjes.'
Heeft het bezoek concrete zaken opgeleverd?
‘Het heeft de banden verstevigd, dat weet ik wel zeker, we hebben veel mensen met elkaar in contact kunnen brengen en daar komen hopelijk nieuwe samenwerkingen uit voort. We gaan nu een programma voor Duitsland maken voor 2015.’
Ben je inmiddels gewend aan je nieuwe rol als Boegbeeld?
‘Ik ben wel gewend maar ik weet nog niet alles want het is best complex. Ik kom er nu wel heel snel in. Ik praat met VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes, met Jet Bussemaker van Onderwijs en met Kamp en ik zie dat er heel veel gebeurt, er zit veel energie op. We hebben vier belangrijke agendapunten: talentontwikkeling, internationalisering en onderzoek. En voor dat onderzoek hebben we de volgende stap als volgt geformuleerd: “it takes 4 to tango”: wij willen aan de gouden driehoek van overheid/kennisinstellingen/sector heel graag onze opdrachtgevers toevoegen om samen op te trekken om onderzoek binnen de creatieve sector te entameren.’