Interactieve bureaus met eigen club

Vorige week kwamen tien interactieve bureaus bij elkaar om een manifest op te stellen. Ze voelen zich niet thuis bij de bestaande overlegstructuren en willen een alternatief vormen. De bureaus zijn: .Bone, Woedend, Boondoggle, Energize, In10, LaComunidad, Rhinofly, BrandWebbing en Qi. Het zijn allemaal bureaus die ‘interactief’ of ‘digital’ in hun genen hebben, legt initiatiefneemster Rens Plandsoen van .Bone uit. ‘Bouwers’ zijn uitgesloten. Het initiatief heeft zichzelf de naam ‘De Club van Muiden’ gegeven, naar de plek van de eerste bijeenkomst. Vorig jaar is .Bone uit de Vea gestapt. Omdat het geen zin meer had, zegt Plandsoen. ‘Ik werd ooit lid om informatie te delen, maar via internet is nu overal kennis te halen. Daarvoor hoef ik geen lid van een branchevereniging als de Vea te worden.’ Van de tien betrokken bureaus is alleen In10 uit Rotterdam nog lid van de Vea. Het gaat om directeuren, dga’s, die lid mogen worden van de nieuwe club. Ze willen elke zes weken een sessie organiseren om zaken als pitches en personeelswerving te bespreken. ‘Ondernemers- issues’, zoals ze dat noemen. Het is vooral een informeel gezelschap, zeggen de betrokkenen, dat zich niet thuis voelt bij de bestaande brancheverenigingen en elkaar vooruit wil helpen.

Het doel van De Club van Muiden is om interactieve communicatie in Nederland te versterken. Deze sector verdient volgens de bureaudirecteuren (negen mannen en één vrouw) een eigen geluid. Maar het opstellen van een manifest, zoals Plandsoen voor ogen had, is nog niet gebeurd. Ze zegt: ‘In België had je laatst een rare pitch die echt onrecht deed aan de kwaliteiten van interactieve bureaus. Toen zijn ze bijeengekomen en hebben gezamenlijk geprotesteerd. Maar hier is er niet zo’n aanleiding. We zijn erg eigenwijs en ook erg divers, dus een gezamenlijk manifest is nog niet opgesteld, maar we willen wel dat digitale communicatie beter over het voetlicht gebracht wordt.’ Een van de motors achter het gezelschap is Klaas Weima van Energize (foto). Hij is voorzichtig en zegt vooral dat het vooralsnog een informeel initiatief is om over vakzaken te praten. Maar: ‘Ik kan me ook voorstellen dat we tot een keurmerk komen. Dat je aan de markt uitlegt: dit is een interactief bureau dat tot de top-10 van Nederland behoort. Want daar is wel behoefte aan.’

Op de opmerking dat er toch al een IAB en Vea zijn die zich met branchezaken bezighouden, zegt Weima: ‘Ik heb een tijdje in het IAB-bestuur gezeten en heb gemerkt dat het toch wel een heel brede branche geworden is met een grote, diverse populatie, die voor adverteerders erg ondoorzichtig is. We kunnen ons voorstellen dat er op dat vlak nog wel wat helderheid kan komen. De Vea is meer voor de thema- en communicatiekant van het vak. Ze hebben wel een interactieve sectie, maar ik haal toch meer kennis uit de directe en informele contacten met andere ondernemers.’
Plandsoen benadrukt dat de club niet geboren is uit onvrede, maar dat er gewoon een sterke behoefte is aan een plek waar ze met andere interactieve bureaus zaken kan delen. De volgende bijeenkomst staat gepland voor eind maart. Bij Woedend.