Van Stade: televisie verandert nu al, niet pas in 2016
Wat gaat 2010 brengen voor televisie? Eric van Stade, directeur van SBS, mocht gisteren een paar voorspellingen doen tijdens Koffiedik, de jaarlijkse nieuwjaarsborrel van Adformatie, ditmaal alweer voor de tiende keer gehouden, in De Duif aan de Prinsengracht in Amsterdam.
Het was er koud, maar wat wil je, in een kerk in januari. Eric van Stade sprak daarom snel en begon (uiteraard) meteen met kritiek op de uitspraken van minister Plasterk, vorige week in het Parool.
Vacatures
Senior communicatie adviseur / Woordvoerder
Ministerie van Klimaat en Groene GroeiContentredacteur
Provincie UtrechtConcern communicatieadviseur
Gemeente AltenaVolgens Van Stade is de kop leuk gevonden, maar wordt er in het stuk verder niet zoveel gezegd. Daarbij: de veranderingen in de media zijn nu al gaande. Plasterk heeft het echter pas over 2016. ‘Dan ben je echt te laat.’
Van Stade noemt Convergentie het woord van 2010. ‘Alle mediatypes zullen samensmelten. Dat is al veel voorspeld, maar Nederlanders waren er tot nu toe niet veel mee bezig. Tot dit jaar, dan komt de grote doorbraak.’
‘Je ziet dat er permanente gedragsverandering optreedt. Oude media verdwijnen niet, maar de onderlinge verschillen wel. Je ziet de opkomst van andere dragers, bijvoorbeeld.’
‘De minister heeft gelijk dat het snel gaat met de techniek, maar vergeet in zijn verhaal de kijker. Het is juist andersom: de consumenten bepalen de verdere ontwikkeling van de technologie. Het gaat uiteindelijk om gedrag. En consumenten veranderen nu al, niet pas in 2016. De vraag die hier geldt, is hoe het kijkgedrag eruit ziet in 2012, niet in 2016. Hoe ziet televisie er dan uit, en wat willen we zien?’
Van Stade noemt als voorbeeld de ontwikkelingen in de nieuwsvoorziening. ‘Nu heeft TV de functie om een venster op de wereld te zijn. Maar ik denk dat het journaal in deze vorm niet meer bestaat in 2012. Twee miljoen kijkers telt het Acht Uur-journaal nu, maar wat anders is, is dat al die kijker tegenwoordig allang geïnformeerd is, en het journaal wat dat betreft geen toegevoegde waarde meer biedt. Je moet toegaan naar het duiden van nieuws, achtergronden schetsen, de emotie peilen. Dat is de toekomst van het nieuws: plaats het in de context.’
Van Stade kan het niet laten en noemt Hart van Nederland als voorbeeld van 'een format dat op die manier werkt.‘
Verder over convergentie: ‘Popstars wil je samen bekijken, niet on-demand in je eentje. Televisie blijft bestaan als verbindende factor in de samenleving.’
Daarnaast ontstaan er andere formats die weer andere doelen dienen. ‘Bij Popstars kun je dan denken aan het volgen van de repetities op je mobiel, en online meebepalen wat er in de uitzending komt.’
Dat wordt nog lastig: ‘Je moet het samen en individueel kijken aan elkaar koppelen.’
‘Het is een uitdaging voor iedere broadcaster: nieuwe formats bedenken voor deze convergentiemodellen. En er ontstaan kansen voor adverteerders, door de vele contactmomenten.’
Van Stade: ‘Je moet een consument meenemen in een merkomgeving. Met welk merk wil een adverteerder in zee gaan? Je moet niet meer in mediatypes denken, maar in merken.’
Programma’s worden dus merken volgens Van Stade, en adverteerders moeten kijken of ze passen bij zo’n merk, en wat ze kunnen toevoegen aan het format, op internet, televisie- en mobiel niveau. Je zou als omroep er bijna een marketeer voor in dienst nemen, maar die heeft SBS natuurlijk al: Peter Vertregt.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid