
De term 'websurfen' kan naar de prullenbak. Surfen is allang niet meer wat we doen op internet. We doen specifieke dingen: e-mailen, msn’en, shoppen, googlen. En vooral: content consumeren.
Ofwel: naar video’s en foto’s kijken, het nieuws lezen, het fijne te weten komen over ‘vrienden’ en celebrity’s op MySpace of Hyves. We zijn web-potatoes geworden. Hoe meer tijd mensen online doorbrengen, hoe aantrekkelijker het medium wordt voor adverteerders. Daarom experimenteert Google nu met overlay-ads op YouTube-video's; wen er maar alvast aan. Maar er zijn misschien ook keerzijden: als een YouYube-video van een flaterende politicus of een waterskiënde eekhoorn boomt, kan de golf van gedownloade exabytes (1 exabyte = 1 miljard gigabyte) de internetinfrastructuur zomaar zwaar belasten. Sommigen voorspellen zelfs tijdelijke ‘digitale verduisteringen’ om de infrastructuur te ontlasten.
Vacatures
Directeur-bestuurder
PublicSpirit in opdracht van Visit FlevolandEvent Manager
Stichting Anne-BoCommunicatiemedewerker studentenwerving en -voorlichting
TU DelftRecente studies van Cisco en de Online Publishing Association (OPA) bevestigen dat consumentencontent; en dan met name video’s; de eerstkomende tijd de drijvende kracht achter internet zal zijn. Volgens de OPA-studie besteedt de gemiddelde internetter 47 procent van zijn tijd aan het bekijken van content, 33 procent aan communiceren, 15 procent aan shoppen en 5 procent aan zoeken via zoekmachines. De Cisco-studie benadrukt dat het internet niet zal ‘instorten’ als gevolg van YouTube-traffic; al is zoals gezegd niet iedereen daar zeker van. Online videotransmissies zijn nu al goed voor 18 procent van alle internettraffic (2005: 7 procent); naar verwachting is de hoeveelheid videotraffic in 2011 vertienvoudigd. Kortom: video en internet zijn voor elkaar gemaakt. Het is een kwestie van tijd voordat de meeste video (inclusief tv) naar de woonkamers gaat via internet.
Bron: Fortune
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee