Tiemeijer vindt dat dergelijk onderzoek voor het beleid meestal non-informatie oplevert, als wordt gevraagd naar wat de staat moet doen om de problemen van burgers op te lossen. Als het onderzoek desondanks wordt voortgezet, zal dat volgens Tiemeijer leiden tot teleurstelling over de feitelijke prestaties van de overheid. Zo wordt de kloof naar de mening van de promovendus juist vergroot.
Voor zijn onderzoek sprak Tiemeijer met 34 beleids- en voorlichtingsambtenaren en met de ministers Verdonk, Donner en Van der Hoeven. De onderzoeker constateert dat burgers steeds vaker door de overheid worden geënquêteerd over wat zij vinden van bepaalde onderwerpen. De overheid wil beter naar burgers luisteren en de kloof dichten. Sinds Pim Fortuyn lijkt dit instrument populairder dan ooit, aldus de onderzoeker. Maar hij vraagt zich af of dat niet leidt tot een 'u vraagt, wij draaien'-democratie.
Een voorbeeld van een opinieonderzoek door de overheid is de Belevingsmonitor, waarmee het kabinet-Balkenende in 2003 begon. Dit is een regelmatige peiling waarin burgers wordt gevraagd wat hen bezighoudt, waaraan de regering aandacht zou moeten besteden en hoe zij oordelen over de regering. De antwoorden bleken vrijwel zonder uitzondering negatief voor het kabinet. Tiemeijer laat zien dat de opbouw van de enquête er welhaast toe moest leiden dat er slechte rapportcijfers uitkwamen.
Niettemin werden de negatieve resultaten wel als objectieve gegevens in de media gebracht. Volgens Tiemeijer gaf de Belevingsmotor onbedoeld voeding aan populisme. De wetenschapper hecht meer waarde aan onderzoek met vragen naar wat burgers aan problemen in hun eigen leefomgeving ervaren en naar hun waarden en drijfveren. Dit zijn onderwerpen waarover burgers bij uitstek deskundig zijn. Die vragen leveren informatie op, waarmee de overheid uit de voeten kan. (ANP)
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!