De Hartstichting lanceert - in samenwerking met reclamebureau Kingsday – de ‘docu-achtige’ campagne: ‘Elke dag telt’. In de campagne staat niet het slachtoffer, maar de omgeving van het slachtoffer centraal. Eric Ytsma - Strategy Director en Partner bij Kingsday - en David Verschoor - Hoofd Publiek, Donateurs en Vrijwilligers bij de Hartstichting - over het hoe en waarom van de nieuwe campagne.
Waarom deze campagne?
Verschoor: ‘Ondanks dat veel mensen in aanraking komen met hart- en vaatziekten, onderschatten velen de ernst ervan. Hart- en vaatziekten kunnen ineens opduiken, waardoor het heel abrupt levens overhoop kan gooien. Door de omgeving van het slachtoffer aan het woord te laten hopen we de impact over te kunnen brengen en de ernst van de ziekte over het voetlicht te laten komen.’
Wordt het daarmee niet een hele zware campagne?
Ytsma: ‘Het belangrijkste is dat mensen zich bewust worden van de impact en het probleem erkennen. In een dergelijke campagne kun je niet om emoties heen. Zonder empathie kun je geen fondsen werven. Maar als je te veel focust op het slachtoffer komt het minder binnen bij mensen. Het wordt dan al snel een "ver-van-mijn-bed-show", waarvan mensen denken "dat gebeurt mij toch niet”. In de rol van naasten herkennen veel meer mensen zich, omdat bijna iedereen wel eens geconfronteerd is met hart- en vaatziekten in zijn of haar omgeving.’
Wat maakt deze campagne bijzonder?
Verschoor: ‘Deze campagne vertelt het echte verhaal, waardoor het heel voelbaar wordt. We hebben geen acteurs gebruikt, maar echte mensen uit Dimitri’s (directe) omgeving. Erg dapper dat zij hun verhaal wilden vertellen. Op dat punt is het een vernieuwende campagne, aangezien er niets gescript is.'
Ytsma: ‘Het vergt ook moed van de Hartstichting, want door het niet te scripten weet je nooit zeker wat er uit gaat komen. Wat we zelf bijzonder vonden was dat dit de kleinste shoot ooit was. Van het bureau was er maar één persoon aanwezig bij de opnames en van de Hartstichting ook. We werkten op een hele kleine en intieme set. Enerzijds om de oprechtheid te bewaken, anderzijds om de film een documentaire-achtige stijl te geven. Daarvoor heb je geen opsmuk nodig.’
Wanneer je kijkt naar campagnes van Stichting ALS en DELA zie je een vergelijkbare persoonlijke toon. Kunnen we spreken van een trend?
Verschoor: ‘Nee, wat mij betreft niet. Goede doelen hebben een breed palet aan mogelijkheden waaruit ze kunnen kiezen. Stichting ALS heeft bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een patiënt om de boodschap over te brengen, wij kiezen voor de impact die het heeft op de naasten.’
Ytsma: ‘Ik denk zelfs dat wat ooit begonnen is bij fondsenwerving – namelijk het uit de werkelijkheid putten – andere merken en instanties over zijn gaan nemen. Omdat ook zij zagen dat echtheid meer impact heeft. En ook bij deze campagne hebben we weer ondervonden dat de realiteit vaak bijzonderder is dan je zelf zou kunnen verzinnen.'
Wanneer is de campagne een succes?
Verschoor: ‘Als mensen er anders over na gaan denken. Wij snappen ook wel dat dit na één film niet verandert, maar het is een campagnethema dat we langere tijd zullen gebruiken. Wij vinden wel dat we het verhaal via deze weg op de juiste manier vertellen.'