Voorjaar 2012 kocht Facebook-oprichter en Obama-internetgoeroe Chris Hughes de oude, prestigieuze printtitel The New Republic. Een bijzondere move, een digitaal dier dat een printtitel kocht.
Hughes’ bedoeling was dat het een The New Yorker voor Washington DC moest worden.
Chris Hughes (eigenlijk een voorloper van Jeff Bezos die in 2013 The Washington Post kocht), werd ook in Nederland ontvangen als een visionair, zoals bijvoorbeeld tijdens de lancering van online verzekeraar Kroodle.
Ernst-Jan Pfauth, oprichter van De Correspondent noemde hem in 2012 een ‘moderne held’.
Dit jaar wilde Hughes de titel herstructuren en zich richten op digitale groei, ten koste wellicht van de erfenis van titel.
Online moet echt belangrijker worden, met als gevolg dat 10 van de 20 jaarlijkse uitgaven zullen sneuvelen. De redactie verhuisde naar New York (met een kleinere vestiging in DC) en Hughes besloot nieuw bloed aan te nemen.
Niet in goede aarde
En dat valt niet in de goede aarde bij de redactie.
Zo nam de hoofdredacteur Franklin Foer ontslag (hij werd in 2012 nog met veel bombarie door Hughes weer naar binnengehaald) toen hij hoorde dat Hughes een vervanger voor hem had aangetrokken: Gabriel Snyder, een ex-Bloomberg media redacteur en ex-hoofdredacteur van The Atlantic Wire blog. Veel TNR’ers trokken hun conclusie en stapten ook op: 58 van de 87 schrijvende medewerkers zijn inmiddels vertrokken.
Het hiervan is dat de kwaliteit van het eerstvolgende nummer niet gegarandeerd kan worden, en dus niet deze maand verschijnt, maar pas in februari (zonder veel al geschreven artikelen van ex-redacteuren die niet willen dat hun werk nog gepubliceerd wordt). Een implosie, volgens sommige media.
Een ex-TNR’er schrijft in New York Magazine: ‘Frank Foer isn’t leaving TNR because he wasn’t a good enough editor. He’s leaving because Chris Hughes is not a good enough owner.’
Want dat is het bezwaar van de journalisten: dat Hughes’ plannen voor de titel niet in overeenstemming is met de missie en de geschiedenis van de inmiddels honderdjarige titel.
Clash?
Is het een clash tussen de digitale en traditionele cultuur zoals veel Amerikaanse media schrijven?
Chris Hughes schrijft zelf in een artikel op de site van The Washington Post: dat de tegenstelling tussen de 'Silicon Valley'- en de traditionele cultuur een versimpeling is van wat er aan de hand is. Het is een debat dat op dit moment in veel journalistieke instituten gevoerd wordt.
‘Ik heb The New Republic niet gekocht om de bewaarder te zijn van een magazine met een kleine oplage waarvan de invloed en overlevingskans op de lange termijn in gevaar komt’. Hij geeft in The Washington Post aan dat hij de titel kocht om ervoor te zorgen dat het in een tijd van grote technologische veranderingen zal overleven.
Hughes is er zelf nog steeds van overtuigd dat de toekomst van The New Republic in zowel online als print ligt: het moet een sterk en duurzaam instituut worden dat in staat is zich voortdurend aan te passen aan de uitdagingen.
Hughes trok eerder een ‘chief executive’ aan, de voormalige algemeen manager van Yahoo News, Guy Vidra en dat viel niet in goede aarde van de redactie. Vidra wil van de titel een ‘vertically integrated digital media company’ maken.
Zoals de site Capital New York omschrijft, woorden die 3.000 kilometer verderop (in Silicon Valley) vrij standaard zijn, maar lachwekkend worden ontvangen in het journalistieke establishment.
De politieke site Politico meent dat het plan is de titel te veranderen in een soort Buzzfeed, een online klickmachine - een idee van Vidra. Hughes ontkent dat in zijn stuk voor The Washington Post, waarin hij aangeeft dat de strijd niet gewonnen gaat worden met bijvoorbeeld ‘lijstjesartikelen’ (à la Buzzfeed en Mashable): ‘Ik heb de laatste 2,5 jaar miljoenen dollars geïnvesteerd in goede journalistiek om het betekenisvol en belangrijk te maken.’
Hughes zegt in The New York Times: ‘We moeten altijd blijven experimenteren, net zoals de oprichters dat honderd jaar geleden deden.’