De succesvolle projecten die animatie-expert Vincent Lammers (29) realiseerde voor Mona, ICS en Philips waren voor The Ambassadors aanleiding om hem te promoveren en op te nemen in de creatieve directie van het productiebedrijf.
Het idee is dat Lammers het productieproces gaat verbeteren én zich in gaat zetten voor de Nederlandse animatie-industrie in het algemeen. Lammers ziet zijn benoeming als ‘een eerste erkenning in de richting van animatie en design.’
Wat gaat er voor jou veranderen?
Lammers: ‘Ik krijg een meer begeleidende rol. Daarbij moet je denken aan het opleiden van talenten en het zoeken van toenadering tot de Nederlandse animatie-industrie. We willen niet alleen mooie dingen maken, maar ook een bijdrage leveren aan de geweldige animatiefestivals en organisaties die ons kleine land rijk is. Er wordt in Nederland nog te weinig geanimeerd, terwijl we veel potentie hebben.
Veel animatoren werken nog op hun zolderkamertje. Daardoor zien we - relatief - weinig animatie bij grotere, commerciële producties. Het aanbod groeit gelukkig wel, als je kijkt naar het aantal geanimeerde speelfilms die de laatste jaren in Nederland zijn gemaakt.’
Waarom moet de animatie-branche sterker worden?
‘Met animeren kun je alles in dienst stellen van het concept. Je kunt het eindproduct tailoren op wat je wilt vertellen. Het gaat al steeds beter, maar animatie blijft nog te veel in subgenres en de art scene hangen. Doordat wij bij The Ambassadors een succesvol productie-apparaat om het animatieteam heen hebben gebouwd, kunnen we snel resultaat en kwaliteit leveren. Wij willen de individuele kunstmarkt stimuleren en helpen om ook die slag te kunnen maken.’
Hoe ga jij daar verandering in brengen?
‘Ik denk dat er al veel te winnen is met educatie. Voor ons komt deze stap als een logisch gevolg van de veilige bubbel die we hebben opgebouwd. Animatie werd toch vaak gezien als het kleine broertje binnen de filmindustrie. Door hard te werken en resultaat te behalen, krijgen we van Ton Habraken en Halbo van der Klaauw, de oprichters van The Ambassadors, de mogelijkheid om ons verder te ontwikkelen.’
Wat kan er beter?
‘Het creatieconcept kan veel efficiënter. Daarnaast zitten animatoren meestal vast aan een bepaald concept dat helemaal is dichtgetimmerd. Door een animator te betrekken bij de creatie van het concept, krijgt creativiteit veel meer ruimte en wordt de animatie van hogere kwaliteit.’
Aan welke landen kunnen we een voorbeeld nemen?
‘We moeten naar het niveau van Londen, Berlijn en de Verenigde Staten toe. Daarmee doel ik op het maken van hoge kwaliteit karakteranimaties en motion graphics. Bij ons is animatie nog geen onderdeel van de vormtaal, in hoe we boodschappen communiceren. Vaak wordt animatie gekozen als een noodoplossing, bijvoorbeeld bij een moeilijke voice-over of een “kinderlijke” productie. Een voorbeeld van een goede en geanimeerde campagne is Child Line, de Britse kindertelefoon. Of de eerste tien minuten van de film Up. Die laten zien hoe je emotie kunt geven aan karakters. Kleuren, vormen, bewegingen, je kunt alles helemaal in dienst van het verhaal stellen. Ik vind het te gek om mooie dingen te maken, dus als je niet uitkijkt ga ik daar uren over door.’
De campagne van Child Line:
Moet je zelf niet naar Amerika?
‘Ik heb al een half jaar in Los Angeles gewoond en gewerkt bij BUCK. Daar ben ik zo onbeschoft geweest om iedereen die ik tof vond te mailen om een kop koffie te drinken. Dat heeft mij tientallen gesprekken opgeleverd, ook bij Disney, Pixar en Cartoon Network. Ik vond het enerzijds heel gaaf en inspirerend, maar anderzijds lijkt het mij nog gaver om aan het begin te staan van iets nieuws. Daarom heb ik ervoor gekozen om terug te gaan naar The Ambassadors om hier iets te proberen op te zetten en mijn eigen droom vorm te geven.’
