‘Flexwerkers scholen zich nauwelijks bij’. Dat stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau 30 augustus in een alarmerend rapport. De overheid wil weliswaar dat werkenden blijven leren, zodat ze inzetbaar zijn tot aan hun pensioen en dat pensioen – zo hebben horen we al jaren – is juist onder flexwerkers of ZZP’ers óók al niet zo goed geregeld. Er zijn steeds meer mensen met betaald werk, maar de scholing neemt niet toe. 'Groepen die een kwetsbare positie hebben op de arbeidsmarkt - flexwerkers, maar ook ouderen en lager opgeleiden, volgen de minste scholing', zegt Patricia van Echtelt, onderzoekster van het SCP. Door de flexibele contracten hebben werkgevers minder prikkels om te investeren in scholing van werknemers. Veel werknemers menen dat ze op dit moment voldoende zijn opgeleid en voor ZZP’ers geldt dat helemaal. Die zijn altijd zo goed en betrouwbaar als hun laatste opdracht.
Het is een beeld dat we bij NIMA, beroepsvereniging van beroepen waarin tenslotte heel veel zelfstandigen actief zijn, herkennen. Duizenden mensen laten zich binnen het domein van marketing en communicatie scholen, bij- en ómscholen, maar het overgrote deel van die bijscholende achterban doet dat op voorspraak van zijn of haar werkgever, zo merken wij. Op termijn gaat daar iets mis. Een afgeronde mbo-, hbo- of wo-opleiding in ons vakgebied is zónder relevante ervaring en aantoonbare bijscholing vaak na een paar jaar al veel minder waard. In het algemeen zou ik daarom willen bepleiten dat ook reguliere onderwijsinstellingen daar op zijn minst iets over zéggen. Al was het maar bij het uitreiken van de bul: bijscholen hoort bij je vak en zeker bij een snel veranderend vak in marketing of communicatie.
flex-bub-workspots
In de tweede plaats bepleit ik het certificeren van oudere beroepsprofessionals met waardevolle ervaring. Binnen sommige beroepsgroepen, zoals marketing en communicatie, is dat een fenomeen dat in belang toeneemt, juist omdat de waarde van een professional niet zomaar is aan te duiden met een vooropleiding en een cv. Door deze professionals een titel toe te kennen op grond van aantoonbare opleiding en ervaring, waarbij de drager zich tegelijk verplicht deel te nemen aan een permanent educatieprogramma, ontstaat duidelijkheid voor opdrachtgevers en werkgevers. Zo’n ‘gecertificeerde’ schoolt niet zomaar wat ‘bij’ of ‘om’, maar leert écht permanent. Ieder jaar een paar cursussen, masterclasses, leergangen. Een onafhankelijk certificeringsinstituut vanuit de beroepsvereniging zelf, kan dan zorgdragen voor registratie en toetsing, want die is zelf immers gebaat bij duidelijk onderscheid. Uiteraard op basis van solide en onafhankelijk controleerbare criteria.
Een gunstiger fiscaal ‘bijscholingsklimaat’ voor ZZP’ers zou zeker helpen, maar een goede campagne of krachtig overheidsgeluid waarmee de zelfstandige wordt opgeroepen zijn of haar kennis, vaardigheden én bijscholingsagenda te duiden met een erkenning of certificaat, helpt ook. Vooral als je die boodschap vaak herhaalt en misschien mag er een beetje zachte dwang achter. Anders zitten de hippe flex-bub-workspots over tien jaar allemaal vol met armlastige 50-plussers, mijmerend over gemiste kansen sinds die laatste gecrashte opdracht. Ik vrees dat daar ook heel wat zelfstandige marketeers en communicatieprofessionals tussen zitten. Het belang van goede flexwerkers is voor de BV Nederland gewoon te groot om aan de flexwerkers over te laten. Wij gaan ons in ieder geval inspannen om binnen de branches duidelijk te maken dat Permanante Educatie écht meer is dan een populaire bestuursterm.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!