Uncle Bob is in town. Met Amerikaanse familievrienden varen we gezellig door de Amsterdamse grachten. Over de steaks van Loetje raken ze niet uitgepraat. Over politiek normaal gesproken geen woord, maar zo vlak voor The first debate komt Bob plots uit de politieke kast. Uit het niets volgt een schreeuwend betoog over Trump’s kwaliteiten en Clinton’s tekortkomingen. Als er schuim in zijn mondhoeken verschijnt en de ogen egaal wit worden, springen we snel op de kade. De republikeinse campagne heeft griezelig goed zijn werk gedaan.
Hummers, de billen van Kim Kardashian, verkiezingscampagnes: Big is beautiful! Hillary verbrandt miljarden campagnegeld, Donald doet het met de helft. Het leeuwendeel gaat naar tv-reclame waarin ze elkaar voor steeds rottere vis uitmaken. Hillary: ‘A man who can be provoked by a tweet, should not have his hands near the nuclear code’. Donald: ‘If Hilary cannot satisfy her husband, what makes her think she can satisfy America?’. Tweede uitgavepost zijn de spin docters. Vroeger een enkele adviseur. Nu worden alle partijleden en Hollywoodsterren voor het campagnekarretje gespannen. Ze sms’en en tweeten er met honderdduizenden tegelijk op los. De betrokkenheid is ongekend want the winner takes it all, na afloop wordt er in de VS niet gepolderd.
Waar Amerikanen geen maat kunnen houden, doen wij dat teveel. In de lage landen geen greintje glitter en glamour. We timmeren wat houten buurtborden en beplakken ze met door ons nichtje ontworpen verkiezingsposters. Portretten van lijsttrekkers met geinige spreuken zoals van de VVD te Uden: “Daar plukt Uden vruchten van”. Extraatjes als internetfilmpjes, rozen of verzetsspray betalen politieke kopstukken noodgedwongen uit eigen zak. Small is beautiful? Pleur op!
Het is de hoogste tijd om de Nederlandse verkiezingscampagnes uit het stakkerige spruitjesmoeras te trekken. En het met de allerallerbeste reclamemakers groots en meeslepend aan te pakken. Strategen gaan op zoek naar de oerkracht van de partij. Creatieven vergroten dit uit met een uitvinding van het niveau 4-uur Cup-a-Soup. En Paul Verhoeven maakt van boerenpummels weer politieke helden op Hollywoodformaat. Of reclamemakers wel voor politieke partijen willen werken? Vast wel. Met één procent van de Amerikaanse campagnebudgetten, draait onze reclame-economie weer vijf jaar op volle toeren. Donald zou zeggen: ‘Money has no smell’.
Deze column staat vandaag ook in Het Parool
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!