Premium

Joost Rentema (Artsen zonder Grenzen) over liefde voor een vreemde

Random Pic(k) Of The Day For A Week. Nils Adriaans vraagt vakgenoten naar hun inspiratie. Ditmaal Joost Rentema van Artsen zonder Grenzen.

Joost Rentema

Deze week was Joost Rentema, Sr. (Stakeholder) Communicatie Professional van Artsen zonder Grenzen Nederland (MSF/Médecins Sans Frontières Netherlands), curator van Random Pic(k) Of The Day For A Week.

Vijf dagen lang deelde hij zijn inspiratie op de LinkedIn-pagina van Nils Adriaans én Adformatie (één bijdrage per dag).

Hier zijn pic(k)s:

1. Alan Kurdi

'Ik heb besloten deze reeks aan pics op te dragen aan mensen, plekken, momenten die wat met me gedaan hebben, maar die me niet per se altijd ‘geïnspireerd’ hebben. Tuurlijk, inspiratie is heerlijk: je ziet iets moois en dat inspireert je. Het brengt je in beweging, in alle opzichten. Mentaal of fysiek.

Maar je kan ook mensen, dingen of momenten meemaken die je verafschuwen, maar die je óók in beweging krijgen, ook al is het geen inspiratie. Een trigger. Een breder begrip. Als curator van trap ik af met een trigger.

Neem deze op het eerste oog ‘random’ foto. Zo lijkt het, maar maak kennis met Alan Kurdi. Met 2 jaar oud, maakte hij meer impact op de wereld dan wie dan ook van die leeftijd. Hij moest er alleen eerst voor overlijden. Alan Kurdi is het jongetje dat we kennen van ‘die ene foto’.

Die ene foto die wereldwijd de vluchtelingencrisis van 2015 een gezicht gaf. Alan Kurdi is het jongetje dat in z’n korte broekje, rode shirt (dit shirt?) en gezicht in het zand aanspoelde op de Turkse kust nadat zijn boot was gekapseisd onderweg naar Griekenland. 

Dit is hem. Levend. Ik hoop met heel m’n hart dat zijn ouders hem op deze manier herinneren. Want als jij je hele leven in een rugzak bij je draagt nadat je een oorlog overleefd hebt en ontvlucht bent (held), wat gebeurt er dan met je laatste persoonlijke spullen als je rubberen bootje kapseist? Ik vrees dat de digitale en fysieke foto-herinneringen van de ouders van Alan Kurdi op de bodem van de Egeïsche zee liggen.

In april 2015 kapseisde vlak voor Lampedusa een boot met 700 mensen. Het werd wereldnieuws. Voor 1 dag. Maar het narratief van migranten en/of vluchtelingen onderweg naar Europa overheerste het beeld en kon niet rekenen op het draagvlak dat dit onderwerp nodig heeft. Als communicatie-nerd: ‘een oorlog ontvluchten’ of ‘Europa bereiken (en zogenaamd overspoelen)’ is nogal een verschil in beeldvorming. En realiteit.

Alan Kurdi veranderde voor maanden de manier waarop de hele wereld naar het journaal keek. Die ‘vluchtelingen’ waren kinderen als Alan Kurdi. Ouders van kinderen als Alan Kurdi.

Herfst 2015 zette ik zelf voet op het Griekse eiland Lesbos. Het zou mijn thuis worden voor de komende 9 maanden. 250.000 mensen zouden er nog aankomen in die rotbootjes. Alan Kurdi veranderde ook mijn leven. En die van velen met mij.

De komende week, deel ik alles en iedereen die mij in de maanden die volgden geïnspireerd of getriggerd hebben. En ja, ik heb Alan Kurdi vaak genoemd hierboven. Bewust. Want mensen zijn geen nummers, foto’s of containerbegrip als vluchteling.

Alan Kurdi. Alan Kurdi. Alan Kurdi.'

Alan Kurdi
Alan Kurdi

2. De lokale vissers en vrijwilligers in Griekenland hadden één ding gemeen: niemand, maar dan ook niemand mag hier verdrinken

'Gister schreef ik over Alan Kurdi. Het jongetje dat aanspoelde op de Turkse kust. Blauw broekje, rood shirtje, met z’n hoofd in het zand.

Deze gebeurtenis en de bekende foto, zorgde ervoor dat ik enkele weken later mijn koffers pakte en naar Lesbos verhuisde. Dit prachtige eiland was destijds de plek waar dagelijks duizenden mensen per dag aankwamen in rubberboten. Veel mensen kennen de naam Lesbos uit 2015 en associëren het daardoor met ellende van schipbreuken en berichtgeving rondom kamp Moria. Niet geheel onterecht, maar tegelijkertijd doet dat het eiland en bewoners geen eer aan. Ik heb Lesbos leren kennen als een eiland van ongelofelijk mooie natuur, dolfijnen, flamingo’s, het allerlekkerste eten en mooie cultuur. En ouzo.

Maar in 2015 was het voor iedereen op het eiland de tijd van de vluchtelingencrisis. Híer gebeurde waar de wereldwijde pers over schreef. De stip op de horizon kreeg hier een andere lading. Een stip op de horizon op Lesbos betekende mensen in nood. Een rubberboot. Daar vergader je niet over. Daar debatteer je niet over. Daar ga je heen, om te helpen.

In Nederland werden tegelijkertijd varkenskoppen neergelegd op plekken waar een asielzoekerscentrum moest komen. Mensen schreeuwde ‘AZC, weg ermee’ en in de krant werd geschreven over de vluchtelingenstroom of ‘een nieuwe golf’.

Op Lesbos waren de enige golven waar wij ons zorgde over maakten, die van de zee. Kan ik gaan vissen, vroeg de visser zich af. Komen ‘ze’ veilig aan met deze golven, was de gedachte van vrijwilligers. Vluchtelingen aan de overkant in Turkije? Die werden gewoon op een boot geduwd door mensensmokkelaar. Weer of geen weer. De lokale vissers en de vrijwilligers in Griekenland hadden één ding gemeen: niemand, maar dan ook niemand mag hier verdrinken.

Voordat hulporganisaties of vrijwilligers ook maar één been op het eiland hadden gezet, konden vluchtelingen al lang rekenen op Griekse barmhartigheid. Lokale vissers redden de mensen uit het water als het mis ging. En ondanks een financiële crisis stonden aan wal andere inwoners weer klaar met eten. Maar duizenden mensen per dag, kan je als gemeenschap niet opvangen.

‘Filoxenia...’, werd er gezegd, als antwoord op de vraag hoe ze dit vol hielden. Het werd bijna poetisch uitgesproken. Met handgebaren en een lange blik in je ogen, om het kracht bij te zetten.

Ik heb het woord op moeten zoeken. Het betekent: liefde voor een vreemde. Filoxenia.

Waanzinnig. Openstaan voor elkaar. Aardig zijn. Geen vooroordelen.

Als filoxenia een werkwoord zou zijn, zou het waarschijnlijk betekenen dat je met open armen klaar staan, voor iemand die je niet kent.

Onschuldig, tot het tegendeel bewezen is.

Een vriend, tot het tegendeel bewezen is.

Filoxenia. Wat een woord.

De inwoners van Lesbos werden in 2016 genomineerd voor een Nobelprijs. Terecht. Ik ben niet religieus maar áls er Griekse goden zijn, zijn die op aarde terug als ‘de Lesbos Grannies’.

Hier. Op de foto. Zich ontfermend over een baby zodat de moeder zich even niet meer druk hoefde te maken om haar kind dat ze in de 2 uur daarvoor, midden op zee, ongetwijfeld heel erg goed vast hield. Omdat het leven er vanaf hing.

Een ode aan Lesbos.

Een ode aan Filoxenia.'

‘Áls er Griekse goden zijn, zijn die op aarde terug als ‘de Lesbos Grannies’’
‘Áls er Griekse goden zijn, zijn die op aarde terug als ‘de Lesbos Grannies’’

3. Ik heb groot respect voor merken, mensen en organisaties die dúrven. Ook als je nog niet zeker weet hoe. Maar wel waarom

'In elke crisis moet iemand het voortouw nemen. Lead by example.Ik heb groot respect voor merken, mensen en organisaties die dúrven. Ballen hebben. Ook als je nog niet zeker weet hoe. Maar wel waarom. De bekende golden circle.

‘Wir schaffen das!’, zei Angela Merkel eind augustus 2015 op het ‘hoogtepunt’ van de vluchtelingencrisis (niemand had verwacht dat het nog omvangrijker zou worden). Ik denk dat Merkel nog geen idee had hoe Duitsland zoveel mensen zomaar kon opvangen, maar wel waarom. Solidariteit in drie woorden waar de spierballen vanaf spatte:

Wir. Schaffen. Das.

Je hoeft geen Duits te kunnen om de kracht in die woorden te voelen. Hier zitten ongetwijfeld politieke nuances aan vast maar het signaal naar ‘de massa’ toe was duidelijk, krachtig  en menselijk. Beter beeldvorming van kracht, solidariteit en menselijkheid dan van angst of onwetendheid.

Van mens, naar merk.

Ik heb me voorgenomen om hier niet te veel over merken te praten, maar toch was er vanuit die hoek echt licht in de duisternis voor de vele mensen die in 2015 hun land ontvluchtten.

Festivalorganisatoren kwamen in die winter na enkele telefoontjes letterlijk met trucks vol goederen naar Lesbos gereden om er tijdelijke kampen op te zetten. Er waren nog nauwelijks hulporganisaties, maar wel al duizenden mensen. Hoe bouw je een festival als er al duizenden mensen aanwezig zijn? Dat is lastig. En deze context had extra uitdagingen. Tegelijkertijd denk ik dat festivalbouwers de ideale mensen voor hulporganisaties zijn. Water en sanitatie? Crowdmanagement? Signing? Informatievoorziening? Dit is wat hulporganisaties wereldwijd doen. En wij in Nederland op festivals.

Er zijn veel merken die op Lesbos impactvolle initiatieven startten waar tienduizenden, zo niet honderdduizenden mensen profijt van hebben gehad. ‘Maar we hoeven het er niet over te hebben.’ Of dat bescheidenheid was of toch wat angst over wat het met de reputatie van het merk zou doen weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat iedereen die terugkwam van Lesbos, en aan de keukentafel vertelde hoe het was, weer andere mensen inspireerde. Ook zij kwamen in actie. En zo kwam er in 2015 een beweging op gang van betrokken mensen.

Een movement. Morgen meer over de impact daarvan.

Aanrader: lees ‘How to build a brand, by sparking cultural movements’ van Scott Goodson. Gedateerd, maar nog steeds relevant.'

Wir. Schaffen. Das.
Wir. Schaffen. Das.

4. Hulporganisaties vs goede doelen

'Tot ik in 2015 op Lesbos m’n eerste stap in de humanitaire sector zette, vielen hulporganisaties bij mij altijd een beetje onder het rijtje goede doelen. Tijdens mijn werk in de commerciële sector was ik onder andere uitvoerend producent van ‘538 voor War Child’ in 2011, maar het belang kwam nooit echt binnen. De problemen of crises, waar hulporganisaties voor in actie kwamen, waren ver van mijn bed en ik had tot dan toe nooit beseft hoe gênant en schandalig groot dat privilege was.

We schrijven 2015... Ik rij nachtenlang langs het strand op Lesbos. Te patrouilleren, zoekend naar boten in een zee. Kijkend of er in de verte licht van een bootje te zien is. Ik hoor gehuil en paniek op zee, maar zie niks. Het enige dat je kan doen, is seinen met je zaklantaarn. Vaak verschijnt er uit de duisternis dan een boot. Veelal volgeladen met tientallen mensen. De duisternis wordt vaag verlicht door een boot die snel komt aangevaren. Deze vaart sneller dan welke gemiddelde rubberboot dan ook. Tot die tijd was elke boot hier op het water óf vol met vluchtelingen, óf een Griekse vissersboot. Het licht stopt en ik hoor gepraat. Het licht richt zich op mij, en ik schijn terug. Het duurt nog ruim een kwartier voordat ik twee boten zie verschijnen. Shit, zoveel kleren en water heb ik niet bij me. Er zitten vaak ruim 50 mensen op één boot.

Ik zie een vlag achter op de ene boot, en het logo van Greenpeace pronkt op de zijkant van de boot. Een reddingsteam. Fijn! Zelfs midden in de nacht hebben we nu teams op zee. De hulpverlening op Lesbos begint vorm te krijgen. De reddingsboot stopt, en de andere boot landt precies op de veilige plek waar ik al even stond. Kort heb ik contact met de ‘redders’ en bedank ze. Médecins Sans Frontières staat er op de vlag. Artsen zonder Grenzen en Greenpeace samen met een reddingsboot op zee. Voor het eerst zie ik wat hulporganisaties ver van huis doen.

Ze geven aan dat er ergens nog een andere boot in Grieks water drijft. Motor kapot. Ik geef ze aan dat dit een veilige plek is om ‘te landen’. In de boot met vluchtelingen staat ruim 20 centimeter water. Alle kinderen zijn nat. Dat klinkt al niet goed, maar wetende dat het begin december is en er een koude wind staat, is onderkoeling het volgende gevaar. Je bent nog lang niet buiten levensgevaar als je de kust hebt bereikt. Ik gooi de verwarming in m’n auto open voor kinderen en baby’s en help mensen uit de boot. De reddingsboot met twee grote vlaggen verdwijnt weer de duisternis is.

Greenpeace en Artsen zonder Grenzen waren geen goede doelen meer sinds die dag. Maar de ambulance op zee. De 112 als je geen bereik hebt. In de maanden die volgden raakten we bevriend en ik besloot dat als ik ooit weer terug zou gaan naar Nederland, ik daar aan de slag wilde. Doei commercie. Hallo en go hulporganisaties!'

Gezamenlijke reddingsoperaties voor vluchtelingen door Artsen zonder Grenzen en Greenpeace (3 december 2015)

 Artsen zonder Grenzen en Greenpeace samen met een reddingsboot op zee
Artsen zonder Grenzen en Greenpeace samen met een reddingsboot op zee

5. Solidariteit

'Zoals ik eerder al aangaf was de ‘aanzuigende werking’ van Lesbos in 2015 groot. En dan bedoel ik niet de aanzuigende werking zoals die vaak door politici gebruikt wordt. Iedereen die 1 stap op het eiland zette en betrokken raakte bij de vluchtelingencrisis, inspireerde weer iemand anders.

Brandweermannen, politieagenten, artsen, verpleegkundigen, bouwers, doeners en denkers kwamen vanuit alle hoeken van de wereld naar het eiland om te helpen. Niet eerder kwam ik in aanraking met zo ontzettend veel verschillende mensen, talen, culturen en expertises in zo’n kort tijdsbestek. Er was 1 ding dat ze allemaal gemeen hadden: ze waren allemaal in shock door wat er gebeurde. Iedereen kwam er om dezelfde reden: we kunnen dit niet aanzien, we moeten wat doen.

Spaanse lifeguards die de stranden van Barcelona of Valencia in de zomer veilig hadden gehouden, kwamen in het najaar met reddingsboten en jetski’s naar Lesbos. Artsen en verpleegkundigen zetten klinieken op vlakbij de kust, en festivalbouwers hielpen mee de kampen te verbeteren of op te bouwen. Overal gebeurde wat. 

We sliepen weinig, werkten keihard en zochten elkaar ’s avonds op om een kampvuur aan de kust te maken, terwijl onze ogen altijd gericht waren op de zee. Zoeken naar boten. We deelden alles. Een Amerikaanse marinier vertelde dat hij zich zo ontzettend schuldig voelde, nadat hij in Irak had gediend. Wat hij precies had meegemaakt of moeten doen durfde ik niet te vragen. Maar nu was hij hier gekomen om mensen uit die oorlogen te helpen.

Het is niet in woorden uit te drukken hoe warm dit bad van vrijwilligers was. Solidariteit was voelbaar. Iedereen was ver van huis en hierheen gekomen vanuit medemenselijkheid. Deze groep werd nog groter en sterker toen ook de eerste vluchtelingen, die hier ooit aangekomen waren, terugkeerden naar het eiland. De helpende hand die ze kregen toen zij die tijdens hun reis nodig hadden, wilden ze nu zelf bieden.

Nieuwsjaarsdag 2016 maakten alle vrijwilligers een peace-sign van 3000 reddingsvesten (zie foto). Het eiland, met alle betrokken inwoners en vrijwilligers, heeft me enorm geïnspireerd. Hoe verschrikkelijk het op momenten ook was. Honderden mensen met dezelfde overtuiging vind je bijna nergens. Ik mis het, maar hoop dat het nooit meer nodig is.

Ik kan deze serie eigenlijk niet afsluiten zonder aandacht te vragen voor Free Humanitarians. Wat wij in 2016 deden zou nu niet meer kunnen. Hulp bieden aan mensen op de vlucht is in Griekenland praktisch een misdaad geworden. Veel vrienden zijn (onterecht) op zee of op de kust gearresteerd en aangeklaagd voor mensensmokkel (25 jaar straf). Enkelen zijn vrijgesproken, maar sommige cases lopen nog steeds. Check de site van Free Humanitarians en/of kijk de docu Lighthouse Lesvos en de film The Swimmers op Netflix.'

Nieuwsjaarsdag 2016 maakten vrijwilligers een peace-sign van 3000 reddingsvesten
Nieuwsjaarsdag 2016 maakten vrijwilligers een peace-sign van 3000 reddingsvesten

Komende week is (copy)writer Femke Schavemaker curator van #RPOTDFAW.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie