Edwin Kaats is bestuursadviseur en als partner verbonden aan Twynstra Gudde Adviseurs en Managers. Hij leidt externe samenwerkingstrajecten en schreef er samen met Wilfrid Opheij een boek over: Leren samenwerken tussen organisaties.
Hij sprak over zijn werk tijdens het Identiteitscongres in april jongsleden. De kern: mensen en groepen bij elkaar brengen die andere bedrijfstalen spreken en andere waarden hebben. En daar een vruchtbare samenwerking met bijbehorende identiteit uit ontwikkelen.
Hoe belangrijk zijn tegenwoordig allianties voor de onderneming? Kaats refereert aan een vijfjaarlijks onderzoek onder ceo’s waarin wordt gevraagd naar het aandeel van allianties als bijdrage aan de marktwaarde van de onderneming. In 2006 bedroeg het percentage 19 procent, en in 2011 53 procent. Allianties worden dus steeds belangrijker. Kaats: ‘Samenwerken wordt dus een belangrijke kerncompetentie, maar externe organisatiekunde is nog een jong vakgebied.’
In samenwerkingsverbanden spelen 4 belangrijke vraagstukken:
1- Onoverbrugbare verschillen maken het moeilijk om samen een nieuwe identiteit te ontwikkelen. Kaats: ‘Het is balanceren tussen het nut van diversiteiten en verlies van de eigen identiteit.’
2- De vraag of iedere samenwerking een herkenbare identiteit moet hebben. Kaats: ‘Alles moet een identiteit hebben. Het is balanceren tussen herkenbaarheid en complexiteit.’
3- De split tussen loyaliteit (de kern van samenwerken) met het samenwerkingsproject en met de eigen organisatie. Kaats: ‘Hoe zorg je dat mensen zich met de samenwerking identificeren? Het is balanceren tussen het samenwerkingsverband en eigen organisatie. Samenwerkingafspraken gaan vaak niet kapot in het samenwerkingsverband zelf, maar in de achterban. De achterban kun je het beste bewerken met een scherpe identiteit!
4- Zelfrepresentatie in het netwerk: hoe beinvloed je je beeld bij klanten als er steeds meer partners bij komen? Kaats: ‘Hier is het balanceren tussen samenwerken en een gecontroleerde identiteit.’
50 procent van alle allianties lukt, aldus Kaats. Hoe zorg je ervoor dat je bij de goede 50 zit? Kaats geeft een aantal handvatten:
Succes?
Er bestaan 5 domeinen om de kans op succes groter te maken: domeinen op het gebied van proces, ambitie, belangen, organisatie en relatie.
- Ambitie. Wat is de gedeelde ambitie?
Kaats: ‘Dit is in de helft van de gevallen niet duidelijk. Maar het is de kernvraag van samenwerking! Zet het dus goed op papier. Kies er daarna ook echt voor, en laat zien dat je er effort in stopt, en tijd en geld. Als je ditr niet goed doet, heb je een schijnsamenwerking, is schrijnend verschijnsel…’
- Belangen. Waarom mensen aan tafel zitten.
Kaats: ‘Ga in dialoog hierover. Benoem de waarden, belangen, je identiteit. Het is nuttig om open te zijn hierover. De beste samenwerkingen bestaan uit mensen die het eigen belang goed duidelijk weten te maken en luisteren naar het belang van anderen.
- Relatie. Mensen maken de afspraken.
Kaats: ‘Wie zet je aan het werk binnen een alliantieteam? Daar wordt vaak te luchtig over gedaan. Het is goed als je elkaar kent, maar ook weer niet te goed, want dan mis je onbevangenheid. Je gaat dan projecteren.’
- Organisatie.
Kaats: ‘Het makkelijkste onderdeel, want goed maakbaar. Hoe prominent maak je samenwerking? Kies je voor een aparte identiteit? Senseo of minder? Er zijn veel samenwerkingsmodellen ontwikkeld die je hiervoor kunt gebruiken.’
- Proces. Een kwestie van checken.
Kaats: ‘Hebben we nog steeds een gedeelde ambitie, past de vorm nog steeds? Condities stellen! En stel ook de metavragen, niet alleen over de inhoud.’
Ambitie vormt hier de kern van het verhaal. Kaats: ‘En niet top-down maar bottom-up. Geef het de tijd, laat het landen in de organisatie. Niet altijd zijn de belangen gelijk, maar dat geeft niet. Je kunt in dat geval ook heel goed gedeelde ambities hebben. Kaats: ‘Het gaat om het benutten van diversiteit, gedeeld belang bestaat niet. Je voelt je vaak prettig bij een organisatie met een vergelijkbare identiteit, maar in een alliantie leer je juist het meest van een partij die echt anders is.’