Gisteren werd bekend dat topman Michael McGarry van het Amerikaanse PPG Industries een open brief heeft gestuurd aan alle belanghebbenden bij overnameprooi AkzoNobel. In die brief herhaalt McGarry dat PPG blijft geloven in de voordelen van een samengaan met Akzo en wordt het Nederlandse verf- en chemieconcern opnieuw opgeroepen om aan tafel te gaan met de Amerikanen. Maar AkzoNobel weigert tot dusver onderhandelingen aan te gaan met PPG, tot ergernis van veel aandeelhouders. Hoe lang valt dit charmeoffensief nog te weerstaan?
Als je niet aan tafel zit, sta je op het menu
Paul Stamsnijder, Reputatiegroep
Tot nu toe heeft AkzoNobel geweigerd in gesprek te gaan met PPG. AkzoNobel is als beursgenoteerd bedrijf per definitie verhandelbaar. In die zin is het opvallend dat het gesprek wordt gemeden, want qua financiële prestaties is AkzoNobel de laatste jaren aantoonbaar achtergebleven bij de concurrentie. Als een gerenommeerde speler dan een premie van 38% meer biedt dan de beurswaarde, heeft het management de verplichting om in gesprek te gaan met de geïnteresseerde partij. Het bod is bovendien ruim hoger dan de hoogste koers van het aandeel in de afgelopen 20 jaar. Het gevaar is nu dat er een vijandig bod komt. AkzoNobel speelt met vuur.
Topman Ton Büchner (foto) lijkt in het defensief te zitten. Hij benadrukt de cultuurverschillen tussen AkzoNobel en de Amerikanen, stelt dat PPG met een te laag bod komt, dat de overname tot onzekerheid voor duizenden werknemers zou leiden en dat PPG duurzaamheid niet zo hoog in het vaandel heeft als AkzoNobel. Natuurlijk is niet zichtbaar wat zich achter de schermen afspeelt. Maar in de media ontstaat een zorgwekkend beeld van een dialoog op afstand waarbij de standpunten indirect worden uitgewisseld, via persberichten en interviews. En dat terwijl PPG, ook met deze open brief, de maximale transparantie zoekt.
Natuurlijk, PPG lijkt primair te willen profiteren van de combinatie 'sterke dollar, lage rente' en relatief lage koersen in Europa. Daarmee lijkt de belangrijkste drijfveer van de Amerikanen winst op de korte termijn. Maar als je niet aan tafel zit, sta je op het menu. AkzoNobel komt niet verder door te weigeren in gesprek te gaan.
Niet voor niets vraagt niet alleen een grote groep aandeelhouders, maar ook de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) AkzoNobel inmiddels om dialoog met PPG. Het advies: keep your friends close, but your enemies closer. In een situatie als deze moet je juist zorgvuldig nagaan wat de potentiële belager allemaal te bieden heeft. AkzoNobel moet daarom zo snel mogelijk in dialoog met PPG.
Büchner speelt hoog spel
Ewald van Rooij, Lindblom
De timing van PPG-topman McGarry is slim, twee dagen voordat AkzoNobel-CEO Büchner zijn strategie zal ontvouwen. Na keiharde pogingen om bij AkzoNobel aan tafel te komen, speelt McGarry bovendien een interessante troefkaart: samen zijn we sterker (en wordt AkzoNobel niet opgesplitst). Meestal levert opknippen van zo’n prooi de aandeelhouders meer waarde op, ook al blijft er van het oorspronkelijke bedrijf dan weinig over. Maar McGarry zegt dat de combinatie van twee verf- en coatingbedrijven meer oplevert.
Op basis van wat tot nu toe is uitgelekt, lijkt de nieuwe strategie van AkzoNobel juist uit te gaan van het verkopen van delen van het bedrijf om zo de aandeelhouders tevreden te stellen. Om vervolgens zelf via overname(s) een krachtiger positie te verkrijgen. Een vlucht voorwaarts die lijkt op de koers die Unilever kiest om aan overname te ontsnappen.
Waar zouden de aandeelhouders van AkzoNobel nu meer heil in zien: nu cashen en AkzoNobel laten opgaan in PPG of vertrouwen op de koers van Büchner? Büchner heeft het in de afgelopen jaren niet slecht gedaan, maar AkzoNobel blinkt niet uit in succesvolle autonome groei of spannende overnames. Door de deur steeds dicht te houden, speelde Büchner hoog spel. Morgen moet hij er wel staan met een heldere koers. Hopelijk heeft hij de afgelopen tijd steun in Den Haag geregeld, want ook een demissionair kabinet zal niet graag een prominente partij als AkzoNobel in Amerikaanse handen zien overgaan. Büchner zal dus nog even moeten doorbijten.
AkzoNobel moet wat minder 'legal-corporate' communiceren
Roland Kroes, interim woordvoerder Menzis
De persberichten van AkzoNobel van de afgelopen weken bevatten het corporate-legal-reputation proza dat herkenbaar is voor iedereen die ooit in een vergelijkbare situatie bij een beursgenoteerd bedrijf heeft gewerkt. Vreselijk, maar ook wel begrijpelijk. Terwijl van alle kanten invliegers op het bedrijf afkomen, probeert AkzoNobel in en via de communicatie het eigen doel voor ogen te houden. En dat is ze vooralsnog in belangrijke mate gelukt. Want hoewel AkzoNobel begin maart werd gedwongen om haar strategische plannen versneld naar buiten te brengen, is woensdag 19 april nog steeds D-Day: die dag, bij de presentatie van de kwartaalcijfers, zullen ze de ideeën en plannen uit de doeken doen. Van de zijkant zijn er bondscoaches met commentaar, zijn er strategische acties van PPG en van anderen die een voordeel willen behalen. En intussen gaat de 'strijd' door.
Belangrijk voor die strijd is dat het (gebrek aan écht) publiek debat over Akzo Nobel het lot weerspiegelt van veel beursgenoteerde bedrijven, zeker ook die in Nederland. Dat debat is er buiten de beurspagina’s bijna niet. Terwijl bedrijven mee zijn geëvolueerd met de globalisering, heeft de inhoud van het werk van die bedrijven steeds minder te maken met Nederland. In onze gedachten is dat verschil misschien nog wel groter, maar vroeger is niet meer dan een door Sikkens geverfd romantisch tafereel. Rationeel weten we dat het vervlogen tijden zijn. Emotioneel worden we er graag aan herinnerd. Willen we er misschien ook voor in actie komen. Dan moet dat verhaal wel duidelijk worden. Een beetje minder corporate-legal-reputation proza helpt dan wel, eerlijk gezegd.
'Ik hoop op een emotioneel betoog van AkzoNobel'
Maryse Ducheine, directeur Communicatie Den Haag
Lees ‘De Prooi’, lees 'De Koude Kermis van KPN'. Lees de ‘open brief’ van PPG. Het begint altijd met een eerste, zogenaamd beleefd contact En een heleboel juristen, bankiers en hoge uurtarieven later is er een vijandig bod.
De open brief zou normaal gesproken een brief zijn gericht zijn aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Maar laat Antony Burgmans nu net degene zijn waar PPG vanaf wil. En dat hebben ze ook al publiekelijk laten weten. Dus is de brief een open brief en inmiddels breed geland op social media. Het komt mij allemaal over als zeer agressief, Trumpiaans welhaast en het zou zo maar kunnen dat er te weinig vrouwen hier mee-adviseren…
Het lijkt een moderne zet zo’n brief op social media, maar het lijkt me een ook tussenstap in een proces dat nog niet klaar is. Ik vind de reactie van AkzoNobel op de brief dan ook voor nu de enige beste: we hebben er kennis van genomen. Rust brengen in het proces en je niet gek laten maken. Wel belangrijk dat op de aandeelhoudersvergadering geen juristentaal gesproken wordt. Ik hoop op een mooi, strak en voor mijn part emotioneel betoog van de kant van AkzoNobel. Er zal vast nog een keer een boek over verschijnen.