Niet thuis


Gelachen hebben we om die stickers. Collega Marc – onze webmaster - zette ze op communicatieonline. Over wat journalisten allemaal fout doen. De inhoud van een persbericht klakkeloos overnemen, totaal terzake onkundig een stukkie tikken en meer van dat soort gruwelijkheden. Ach ja, die journalisten toch. Uitstervend ras, gelukkig.
Een van de reageerders, journalist Jeroen Mirck, vroeg zich af of er ook zo’n stickervel voor woordvoerders was. Geen slecht idee. Eentje voor de jokkers, een voor de draaiers, voor de niet-terugbellers, de dreigers. In een flits zag ik pictogrammen van Pinocchioneuzen, ik zag beelden van waak- en schoothondjes, kopij met rode strepen, telefoons met een kruis erdoor - enfin, vult u het zelf maar aan. Maar ik reageerde niet op Mirck, want de discussie over slechte journalisten en slechte voorlichters is te oud om er nog een woord aan vuil te maken. Bovendien ben ik hoofdredacteur van vakblad Communicatie en moet ik u een beetje verdedigen.
Toch?
Helaas. Aan de eeuwige strijd is onlangs weer een somber hoofdstuk toegevoegd. Afgelopen maanden ging de irritatie niet zozeer over de vraag of die komma in het interview wel of niet op de juiste plek stond – daar kun je met een boze voorlichter eindeloos over filosoferen en dat doen we hier op de redactie ook – nee, het ging over mijn verzoek of het hoofd voorlichting van firma X of de bestuursvoorzitter van onderneming Z een praatje wilde komen houden op het congres dat wij organiseren (11 november, noteer in uw agenda!).
Simpele vraag. Simpel antwoord.
Beste woordvoerder, wil je aan het hoofd communicatie/hoofd marketing/je directeur vragen of hij komt praten? Lijkt me leuk. Rocco.
Antwoord: Ja of nee.
Het resultaat van mijn rondje langs woordvoerend Nederland: opperste verbijstering.
De reactietijd van een gemiddelde afdeling voorlichting op een dergelijk verzoek ligt op niveau waar ze zich in Nieuw-Guinea voor zouden schamen.
De goede niet te na gesproken natuurlijk.
Maar de minder goede – en die zijn helaas ver in de meerderheid - nemen de tijd. Hoe lang, denkt u?
Vacatures
Senior Marketeer Partnerships
Nationale Postcode LoterijSenior communicatieadviseur
Gemeente DelftTeamleider Online
AVROTROS
Wacht, we maken er een quiz van.
a. Binnen een dag
b. Binnen een week
c. Binnen een maand
d. Reageert niet.
Nu zou ik eigenlijk het juiste antwoord in een klein lettertje op zijn kop onderaan de pagina moeten zetten, maar dan kan ik niet verder met mijn stukje. Het juiste antwoord is dus d. Niemand geeft thuis. Geen antwoord. Ook niet iets in de trant van: we gaan er achteraan, kan even duren. Nee, noppes, nada, niks. Soms als ik aandring, na een week of drie voorzichtig een reminder stuur, of bel - dan wil er wel eens iemand reageren. Moeizaam. Oh God, daar heb je die stofzuigerverkoper weer. Mailtje? Verzoek? Hm, ja, ik heb geloof ik wel iets langs zien komen. Gevolgd door een hoorbare zucht.
We hebben het, even voor alle duidelijkheid, niet over het plaatselijke jeugdcentrum of de slager op de hoek. We hebben het hier over grote afdelingen woordvoering bij beursgenoteerde ondernemingen. Banken, bedrijven in de foodsector, telecomaanbieders, bierbrouwers. We hebben het niet over twee halfwassen pogingen mijnerzijds. Ik ben afgelopen maanden bij het halve Nederlandse bedrijfsleven langs geweest.
En dan de mond vol over transparantie, ha!
Het zal aan mijn slechte reputatie liggen. Het zal komen doordat ik dit soort stukjes schrijf. Maar mijn bek viel open.
Logeion, doe hier iets aan. Dit is niet alleen onprofessioneel. Dit is onfatsoenlijk. Het mooie communicatievak onwaardig.
Dat ik er nog zo’n waaanzinnig boeiend congres uit heb weten te slepen, is een wonder.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid