We zijn los van de gedachte 'een merk is een mens'.
Je ziet het goed als je een winkel binnen komt. Daar ontmoet je geen mensen meer.
Daar vind je een verzameling artikelen en vaak jonge (goedkope) soms pratende poppen die de kassa kunnen bedienen. En die je dus liever omzeilt als er een zelfscan aanwezig is.
Dit gaat niet goed zo.
De consument is een mens en een mens houdt van contact. Anders koop je alles toch online?
Merken en formules moeten opnieuw in de spiegel kijken en zich afvragen waar het in het contact van mens tot mens eigenlijk om gaat. En hoe goed ze het doen.
Volgens mij gaat het om drie woorden die we allemaal kennen maar nog niet in een samenhangend verband en in deze context gebruiken.
Dat zijn de woorden: conversatie, interactie en affectie.
Hoe converseert het 'merk-mens' met en tegen het 'consumenten-mens'? Waar gaat het over? Wat willen we zeggen? Is dat interessant? Aantrekkelijk om te horen? Op niveau?
Hoe is de interactie, de dialoog, het contact tussen beide?
Is het zenden? Of wordt er ook geluisterd? En is dat ook voelbaar? En herinneren we ons de gevoerde gesprekken ook op latere momenten?
En, misschien wel het belangrijkste, hoe laat het merk-mens zien dat het consumenten-mens er toe doet, er echte betrokkenheid is, zelfs genegenheid?
Als het 'merk-mens' het goed doet op deze drie criteria voegt het wat toe aan het leven van het 'consumenten-mens'. Dan ontstaat er een band. Dan wordt het winkelbezoek weer leuk.
Het mooiste voorbeeld: de Apple Store op Convent Garden. Je bent nog niet binnen of er is conversatie, interactie en affectie. Dit is voor veel andere merken en formules ook bereikbaar.
Daarom: merk en formule eigenaren.... wordt mens!
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!