Wellicht heeft u het gehoord; Pieter Storms maakt zich ernistige zorgen over de staat van de hedendaagse journalistiek. Sterker nog, zijn onvrede was zo groot dat het hem bewoog tot het schrijven van een heus essay over deze problematiek.
De journalisten van nu zouden zich niet meer conformeren aan de regels van de journalistiek met betrekking tot het checken van bronnen, de journalistiek zou meer uit zijn op het brengen van amusement dan een objectief verslag van een nieuwsfeit.
Storms
Op zich wat voor te zeggen, alleen uit de mond van Pieter Storms een beetje alsof Sinterklaas je vertelt dat snoepen slecht voor je is. “Een journalist is als een ambtenaar, als eeen dorpsdokter, die wordt niet rijk!!”, “Ik laat mijn essay uiteraard eerst checken.. Zo hoort dat eenmaal in de journalistiek”, zo konden wij uit zijn mond optekenen in de aflevering van De Wereld Draait Door van 14 september (klik hier), waar hij de verbale confrontatie zocht met een van de aanjagers van dit kwaad, de tafelheer Jort Kelder (1-0 voor Jort overigens). Alle beschuldigingen, het klonk toch gek uit zijn mond.
Na zijn betoog kon je toch concluderen dat hij zichzelf heftig diskwalificeerde voor het gilde, zowel voor toekomstige activiteiten als voor in het verleden geleverde diensten. De man die zelf (zo liet Jort Kelder weinig subtiel weten) tijdens zijn periode als reporter voor de Nieuwe Revu ooit een mega schadevergoeding moest betaling vanwege schending van privacy, de man die zich zelf wekelijks liet filmen terwijl die de corporate wereld aanpakte namens weerloze burgers (hij had ook een baan bij de consumentenbond kunnen nemen, maar waarschijnlijk speelde eigen faam, geld en amusement voor een groot publiek hier geen rol in…right!?) en de man die nu namens zijn vrouw elke vorm van goed bedreven journalistiek probeert te verhinderen voor het boek dat door Eric Smit is geschreven.
Verandering van dynamiek
Maar goed…even het profiel van de boodschapper terzijde. Veel stuitender vond ik nog (zeg ik nu vóórdat ik zijn essay heb gelezen) dat Pieter zich ervan overtuigd leek dat de traditionele journalistieke regels nog steeds dwingend zouden moeten zijn in het huidige journalistieke speelveld, Een mening die ik niet persé deel. Waar hij zegt ‘verloedering’ denk ik eerder dat je het moet hebben over een verandering van dynamiek.
Laat ik één ding vaststellen, kwaliteitsjournalistiek is duidelijk iets anders dan het snelle nieuws van tegenwoordig. Maar een ding is zeker: de journalistiek is verranderd en daarmee ook de regels.
Hier liggen mijn inziens twee belangrijke oorzaken aan ten grondslag.
1- De ontwikkeling van de behoefte van de consument
2- De beschikbaarheid van journalistieke instrumenten
De ontwikkeling van de behoefte van de consument
Nieuws is sneller geworden. Het diverse mediapalet zorgt ervoor dat er een duidelijkere scheiding is gekomen tussen soort nieuws. Via internet komt het nieuws bijna real time de huiskamer binnen, terwijl je in de weekkrant wordt voorzien van journalsiteke stukken met meer achtergrond. Consumenten hoeven niet meer te wachten tot dat de krant op hun mat valt, of tot dat het journaal begint om te weten wat er speelt in de wereld. Ze plukken het gewoon van het net, precies op het moment dat zij daar zin in hebben. De snelheid van de media schept uiteraard verwachtingen. Als er nu een bom ontploft in het Binnenhof, dan wil ik daar meteen alles van weten. Het intereseert me niet welke bronnen er worden gebruikt, of dat nu tweets, youtube-fragmenten, ooggetuigen of ANP-berichten zijn. Ik wil mijn nieuws snel en up-to-date. Ik houd er rekening mee dat er hier en daar wat gerectifceerd wordt, dat er aannames worden gedaan en dat ik mogelijk tijdelijk foutief wordt geïnformeerd.
Maakt de journalist zich met deze vorm van berichtgeving schuldig aan journalistiek onfatsoen? Nee, want dat hoort nu eenmaal bij het medium. Anders geldt voor de weekkrant, zij hebben tijd gehad om bronnen na te lopen en te checken. Echter geldt ook daar, het speelveld is verranderd. De tijden dat een reporter met een blocknote en een potlood achter zijn oren de deuren langs ging om te vragen of de buren toevallig wat hadden vernomen zijn verstreken. De dialoog vindt grotendeels online plaats. Op de social networks, in blogs, op Youtube. Dat zijn overwegend niet de meest betrouwbare bronnen, ze zijn vaak tamelijk annoniem en dus vergt het een uiterst kritische benadering wanneer je dergelijke bronnen aanwendt. Echter met een goede kruisanalyse en het destileren van de gemene deler, werkend vanuit een soort ‘wishdom of crowd-achtig’ principe, is deze bron wellicht veel betrouwbaarder dan de bronnen die in ‘oude’ journalistiek werden aangewend.
De beschikbaarheid van journalistieke instrumenten
Tegenwoordig is iedereen journalist, althans iedereen kan er één zijn. Afgestudeerde reporters met een baan bij de krant zullen het wellicht niet met me eens zijn, maar toen er een vliegtuig de Twin Towers in vloog waren de eerste beelden die we zagen afkomstig van een mobieltje. Weinig scholing voor nodig en weinig regels op van toepassing. Wellicht tijd om het begrip ‘journalist’ opnieuw te defineren, of tijd om te vrede te hebben met het feit dat de contouren van de beroepsgroep langszaam verdwijnen. Als beroepsjournalist is het steeds belangrijker om je te onderscheiden, maar ik denk zelf dat een goede journalist ook handig gebruik weet te maken van alle info die zijn ‘nieuwe’ collega’s ter beschikking stellen.
Nu, wat te doen met de traditionele journalistieke regels. Zijn die waardeloos in de huidige journalistieke arena? Misschien niet, maar ze zijn in iedergeval sterk aan onderhoud toe.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!