Nederland geeft jaarlijks ruim vier miljard aan goede doel

De schatting van 4,33 miljard euro is aan de lage kant vanwege deonvolledigheid van informatie over de legaten en de bijdragen vanvermogensfondsen. Andere conclusies uit Geven in Nederland 2003 zijndat meer mensen geven, maar wel kleinere bedragen; men maakt een pasop de plaats met geven (komt overeen de bevindingen van Giving USA2003); ouderen zijn belangrijk voor de filantropie. Ook merken deonderzoekers op dat na tien jaar Geven in Nederland nog steeds veelcijfers ontbreken of onvolledig zijn, bijvoorbeeld over legaten,vermogensfondsen en etnische filantropie.

Huishoudens gaven in de vorm van geld en goederen 41 procent van hettotaal (1753 miljoen); het bedrijfsleven was via giften en sponsoringverantwoordelijk voor 49 procent (2116 miljoen). De rest komt vanlegaten (5 procent), geldwervende fondsen (4 procent) en vanvermogensfondsen (1 procent).

Het meeste geld dat Nederlanders gaven, ging naar sport en recreatie(1,3 miljard), gevolgd door kerk en levensbeschouwing (739 miljoen) eninternationale hulp (535 miljoen). Milieu, natuurbehoud endierenbescherming kwamen op de laatste plaats met 249 miljoen.

Huishoudens gaven het meest aan kerk en levensbeschouwing; legatenkwamen vooral ten goede aan gezondheid, geldwervende fondsen geven uiteigen middelen vooral aan internationale hulp. ‘Maatschappelijke ensociale doelen’ en ‘cultuur’ waren met name voor vermogensfondsenbelangrijk te ondersteunen doelen. ‘Sport en recreatie’ is veruithet populairste doel onder bedrijven.

De Nederlandse huishoudens gaven per huishouden gemiddeld 303 euro inde vorm van geld en goederen aan maatschappelijke en goede doelen. Demediaan bedraagt 114 euro , dat wil zeggen dat de helft van de gevendeNederlandse huishoudens 114 euro of minder aan geld en goederen heeftgegeven en de andere helft meer dan 114 euro.

13 Procent van de huishoudens trok giften aan maatschappelijke engoede doelen af van de belasting. De huishoudens die geen gebruik vande regeling maakten (87 procen) hebben daar verschillende motievenvoor. De belangrijkste is dat zij de drempel niet halen (53 procent).Opvallend is daarentegen ook dat 17 procent van de huishoudens deregeling niet nodig vindt.

Van de Nederlanders van 18 jaar en ouder heeft 43 procent tussen mei2001 en mei 2002 minstens eenmaal vrijwilligerswerk verricht. Dat ishoger dan in 2000 en voorgaande jaren. 30 Procent deed hetvrijwilligerswerk minimaal één keer per maand. Ook dat is hoger dan inde metingen uit de jaren daarvoor.