Het Parool bestaat komende woensdag 75 jaar. Dat jubileum viert het Persgroep-dagblad met een forse vernieuwing in uiterlijk en inhoud. Verantwoordelijk voor die vernieuwingsslag is hoofdredacteur Ronald Ockhuysen, die na drie jaar adjunct-hoofdredacteur te zijn geweest vorig jaar het roer overnam van Barbara van Beukering. Over zijn benoeming zegt hij: ‘Vaak wordt de assistent-trainer geen bondscoach, tenzij je Danny Blind heet en meteen alle wedstrijden verliest. Het is een open procedure geweest en het duurde vrij lang. Het was extra eervol dat ik uiteindelijk na een reguliere sollicitatieproces ben gekozen.’
‘Parool is hartstikke gezond’
Ockhuysen maakte voor zijn sollicitatie een plan om de krant gezond richting 2020 te krijgen, ook online. ‘Ik heb drie à vier jaar mee kunnen kijken en weet wat de kracht en zwaktes van de krant zijn. Op de eerste plaats moest ons huishoudboekje op orde komen. Dus is er een reorganisatie geweest waarbij de redactie vijftien fte heeft ingeleverd. Dat is pittig, maar het is ook veel waard om gezond te zijn en alle aandacht op de krant en de site te kunnen richten, in plaats van op ons welzijn. We zijn nu hartstikke gezond en daarbij is de redactie zo ingericht als het tegenwoordig gebruikelijk is: je huurt freelancers in op bepaalde plekken, zodat je de organisatie jong en scherp kunt houden. Die verandering hebben we in de zomer doorgevoerd. De volgende stap was een redesign van de krant en de website. Ik wilde dat graag op 10 februari kunnen presenteren, de dag dat we 75 jaar bestaan.’
De perceptie is wel eens dat Het Parool het moeilijk heeft, maar dat is niet zo, benadrukt Ockhuysen. ‘We maken winst. Afgelopen jaar hebben we dikke zwarte cijfers geschreven waar menig website een moord voor zou doen. Dankzij abonnees én ook advertenties. Maar met name het abonneebestand helpt mee. Ik ben er wel trots op dat we het jaar 2015 hebben afgesloten met een hele lichte stijging van de abonnees ten opzichte van 2014. Dat is voor het eerst sinds enkele jaren.’
Ronald Ockhuysen
Bredere nieuwskrant
Inhoudelijk heeft Ockhuysen de nieuwskrant breder gemaakt. ‘Het Parool is natuurlijk de krant van Amsterdam, daar lezen mensen hem in de eerste plaats ook voor. Maar we horen vaak: hij is te lokaal. Dat is een hele lastige spagaat. Misschien zijn wij iets te geforceerd met Amsterdam bezig geweest. Natuurlijk zijn we Amsterdams, maar we kunnen ook gaan schrijven vanuit Amsterdams perspectief. Dus we kijken naar de wereld vanuit de hoofdstad.
Ik heb het internationale nieuws meer ruimte gegeven, waardoor het een volledige krant is en niet ‘een leuk krantje erbij’. We blijven wel het nieuws op een toegankelijke manier uitleggen. Over Amsterdam, maar ook over IS of een aardbeving in Turkije. Dat heeft er kennelijk toe geleid dat mensen minder snel weglopen. Het Parool heeft ook iets meer humor en we nemen het leven minder zwaar dan de concurrentie. De toon is bepalend: je wilt bij een club horen en als de toon je niet aanstaat dan kom je niet meer terug.’
Creatieve industrie
Ockhuysen vindt het ook belangrijk in de krant voelbaar te maken dat de creatieve industrie van Amsterdam in de top-5 van de wereld staat. ‘V&D kan het dan niet gered hebben, maar de nieuwe economie is springlevend. Dat moet er veel meer in. Veel lezers van Het Parool werken in de creatieve industrie, zoals de reclame, tv-wereld, media, grafische vormgeving. Die bedrijven maken wezenlijk onderdeel uit van de Amsterdamse economie. Dat hebben we te veel laten liggen. Amsterdam is een wereldstad. Als je het op die manier benadert, heb je veel meer verhalen en niet alleen mensen die zich boos maken om een losliggende stoeptegel. Ook commercieel is het interessant dat de stad zo groeit.’
Site Amsterdams
Op de site is het net even anders. ‘Daarop brengen we behalve nieuws ook veel service. Waar we vanuit de krant de blik vanuit Amsterdam naar buiten keren, zijn we online voor een groot deel Amsterdams. We komen bijvoorbeeld met een stadsgids, een rubriek over alles wat er te doen is in de hoofdstad.’
Er komt ook een betaalde zone waarin de grotere producties uit de krant komen, maar ook grotere stukken die niet in de papieren versie staan. ‘Dat is vooral bedoeld als etalage. Als je Het Parool echt wilt leren kennen, kun je daar rondkijken. Op die manier willen we een connectie maken tussen dagblad en online.’
Visuele veranderingen
Visueel komt alles er ook heel anders uit te zien. Zelfs het logo is aangepakt, wat best gewaagd is. Voor die visuele slag schakelde Ockhuysen de Poolse designer Jacek Utko in. ‘Ik heb gesprekken met hem gehad waarbij ik als uitgangspunt heb genomen dat de krant ook de uitstraling van een krant moet hebben. Je ziet dat dagbladen steeds meer tierelantijnen hebben. Onder de druk van de digitale concurrentie wordt gedacht: we moeten vooral veel lollige twitterrubriekjes hebben en heel veel kleurtjes.
Kranten willen heel erg op websites gaan lijken. Maar als je betaalt voor een krant dan wil je ook de beleving daarvan. Online is iets wezenlijk anders. Die verschillende media moet je niet verwarren. Utko is er mee aan de slag gegaan en verwijst heel erg naar het krantengevoel van de jaren vijftig en zestig, en tegelijk is zijn ontwerp heel erg van nu. De vormgeving is nogal zwartwit en de kleur komt van de fotografie.’
Wetenschappers en dode bomen
De discussie over dode bomen ergert Ockhuysen. ‘Wetenschappers die ver van de praktijk afstaan, roepen van alles en nog wat. Natuurlijk loopt de printoplage door de week hard terug, maar de behoefte om een papieren krant in het weekend te lezen groeit ook hard. Ik maak altijd de vergelijking met een bioscoop: we kunnen tegenwoordig James Bond en Star Wars gratis downloaden, maar er zijn meer mensen dan ooit in de bioscoop naar die twee films geweest. Dat heeft heel erg te maken met de beleving en de kwaliteit. Zo is de krant ook. Je zit de hele dag op je mobiel en krijgt allerlei prikkels. Dan is ’s avonds of in het weekend je terugtrekken met de krant en de verdieping zoeken waardevol. De bodem lijkt ook bereikt als het gaat om dalende printoplages.’
Groei buiten Amsterdam
Ockhuysen ziet veel kansen om Het Parool juist ook buiten Amsterdam te laten groeien. ‘Als je een band hebt met Amsterdam op wat voor een manier dan ook, dan kan je Het Parool ook in Groningen en Maastricht lezen. Maar de kern van onze lezersgroep bevindt zich natuurlijk in en rond de metropool Amsterdam. Die is overigens behoorlijk groot. Van Noord-Holland en Het Gooi tot aan Rotterdam, al moeten we dat laatste als Amsterdamse krant misschien niet te hard zeggen.’