TEKST: JAAP BARTELDS
Iedere maand selecteert We Are Public de beste cultuur in de stad, waar leden vervolgens gratis of met korting naar toe kunnen. Inmiddels hebben ruim veertig cultuurinstellingen zich aangesloten bij het initiatief. Gisteren sloot de ledenwervingsactie, die meer dan 2.500 zogeheten 'cultuuroptimisten' heeft opgeleverd.
Een interview met Menno Liauw communicatiestrateeg en mede-eigenaar van Vandejong.
Wat is We Are Public en welke rol heeft Vandejong gespeeld bij de ontwikkeling ervan?
‘De initiatiefnemers, Bas Morsch en Leon Caren, wilden een lidmaatschap op cultuur aanbieden. Een pas waarmee je niet alleen naar de film kunt, of alleen naar musea, maar een pas die je toegang geeft tot een breed aanbod van cultuur in de stad. Door de samenwerking met verschillende cultuurinstellingen kan We Are Public dit waarmaken. Iedere maand stelt de redactie een programma samen en daar kun je gratis of met fikse korting heen. De redactieleden hebben verschillende achtergronden, zijn onafhankelijk en zijn in meer of mindere mate autoriteit in hun interessegebied. Wij vonden het idee geweldig en zagen de potentie. Daarom besloten we er ook flink in te investeren. Vandejong ontwikkelde het merk We Are Public. De merkbelofte is dat je wegwijs wordt gemaakt in het enorme cultuuraanbod. Voor veel mensen is dat aanbod nu zo overweldigend en complex, dat ze vaak voor de makkelijke keuze gaan. Wij geloven dat dit nieuwe cultuurlidmaatschap het je makkelijk maakt om nieuwe dingen te ontdekken.’
Jullie hebben een ledenwervingsactie op touw gezet. Wat is het doel daarvan?
‘We Are Public is een zelfstandige organisatie. De culturele instellingen zijn partners, zij stellen (een deel van) hun programma beschikbaar. Het doel van de ledenwervingsactie was om binnen 50 dagen minimaal 2.500 leden te werven. Alleen bij dat aantal kon We Are Public ook daadwerkelijk van start. Dat doel hebben we gehaald en nu willen we natuurlijk meer.’
Heb je enkele voorbeelden van instellingen die zijn aangesloten?
‘Er zijn inmiddels ruim veertig partners. Van bekende instellingen als het Concertgebouw, Bimhuis, Eye, het Stedelijk Museum, de Stadsschouwburg en de Melkweg, tot minder bekende als Castrum Peregrini en Das Magazin.’
We Are Public is op Amsterdam gericht. Zijn er plannen om dit idee landelijk uit te rollen?
‘Amsterdam is gezien het omvangrijke en rijke aanbod de logische stad om een compleet nieuw concept als We Are Public te lanceren. Maar het concept is vrij eenvoudig uit te breiden. Of en wanneer dat gebeurt is niet aan ons, maar aan de initiatiefnemers. Wij zullen ze in elk geval wel aanmoedigen dat te doen wanneer het opportuun is.’
Vandejong heeft het merk en de crowdfundingcampagne ontwikkeld. Waarom hebben jullie gekozen voor deze werkwijze?
‘Een crowdfundingcampagne is risicovol. Stel dat je het niet haalt, wat dan? Maar wij zagen vooral de voordelen: een waanzinnig grote betrokkenheid van de eerste leden, nog voordat het merk daadwerkelijk van start gaat! De naam We Are Public spreekt wat dat betreft ook voor zich. We hopen dat de leden een actieve community gaan vormen. Crowdfunding was vanuit de merkstrategie dus een logische keuze.’
Vandejong heeft creatief kapitaal geïnvesteerd in We Are Public. Kun je dit eens toelichten?
‘Bas en Leon hebben ons overtuigd van hun concept. Wat nodig was, was een ijzersterk merk en een omvangrijke campagne. De middelen daarvoor ontbraken. Ons geloof in het concept was groot en daarom besloten we met een fors aantal uur te investeren. Bij succes krijgen we die uren alsnog betaald. Het belangrijkste is dat we het mede mogelijk hebben gemaakt dat een gedurfd, nieuw marketingconcept voor de culturele markt kan starten. Daar zijn we trots op.’
In september gaat We Are Public officieel van start. Hoe gaat de lancering eruitzien?
‘Word lid en je gaat het meemaken!’
Volgt daarna een nieuwe campagne en zo ja: hoe komt die eruit te zien?
‘Er zullen meer campagnes volgen, maar daar wordt nog hard aan gewerkt. Omdat we graag willen dat We Are Public-leden een hechte groep vormen, zal er altijd veel inzet van sociale media zijn.’