Het doel van de afspraken is om de kandidaten van het april examen, dat door SRM als ‘te makkelijk’ werd bestempeld, zo snel mogelijk duidelijkheid over de examenuitslag te geven. Toekomstige kandidaten zullen zich door de afspraken nog beter op het NIMA-C examen kunnen voorbeiden.
Dinsdag 23 juni jl. diende het kortgeding dat SRM had aangespannen tegen NIMA. Inzet van het kort geding was de eis van SRM om het NIMA-C1 examen van 15 april 2009 te laten overdoen omdat het examen niet aan de NIMA exameneisen zou voldoen.
Het kort geding is geroyeerd en partijen hebben inhoudelijk het volgende afgesproken.
Kandidaten die aan het NIMA-C1 examen van 15 april 2009 hebben deelgenomen worden conform de geldende exameneisen en nakijkprocedures beoordeeld.
Aanvullend is afgesproken dat kandidaten die voor dit april examen tussen de 4.5 en de 5.0 hebben gehaald eenmalig in aanmerking komen voor een mondelinge herkansing. Deze herkansing zal plaatsvinden in september 2009. Indien de kandidaat slaagt voor het mondeling zal hij/zij alsnog een 5.0 toegekend krijgen voor het C1 examen en daarmee toegelaten worden tot het C2 examen conform de overgangsregeling.
Daarnaast is er met het oog op toekomstige examens een overleg gepland met als doel opleiders en toekomstige deelnemers aan het NIMA-C examen meer helderheid te verschaffen in de wijze waarop de nieuwe exameneisen moeten worden geïnterpreteerd en hoe kandidaten hiervoor moeten worden opgeleid. Deelnemers aan dit overleg zijn de heer Max Kohnstamm, programmadirecteur SRM, prof dr. Ruud Frambach, voorzitter van het NIMA Examencollege en een lid van de NIMA-C examencommissie.
De uitkomsten van het overleg zullen uiterlijk 1 september bekend zijn. NIMA zal direct daarop met alle NIMA-C opleiders de uitkomsten toelichten en bespreken.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!