Communicatie Magazine en Clipit media monitoring wilden graag een beeld van de branche krijgen. Clipit vergeleek daarom in augustus, september en oktober 26 toonaangevende PR-bureaus op zaken als aantal berichten, PR-waarde en sentiment. Naast de online berichtgeving nam het ook print, radio en tv mee in de resultaten.
Top-10 berichten
Coebergh Communicatie en PR: 1.082
Lubbers De Jong: 802
Lewis: 720
Het PR Bureau: 571
Coopr: 430
Bex*communicatie: 388
Linden & Barbosa: 330
Van Hulzen PR: 300
MSL Group: 266
Progress Communications: 246
Bloggen helpt, twitteren ook voor veel berichten over of door een bureau. Als meest genoemde bureau komt Coebergh (foto) bovendrijven, iets wat het grotendeels te danken heeft aan de vele tweets die mede-eigenaar en naamgever Piet Hein Coebergh de wereld instuurt en retweet. Ook andere Coeberghers zijn op social erg actief. De berichten gaan soms over het communicatievak, soms niet. Men lijkt vooral leuk nieuws te willen delen.
Ook bij Lubbers De Jong is het aandeel van Twitter groot: 70 procent van de berichten (802) is afkomstig van Twitter. Daarvan is Lubbers De Jong zelf verantwoordelijk voor 34 procent. Hiernaast zien we een aantal duidelijke pieken, meestal bij nieuwe samenwerkingen die Lubbers De Jong aankondigt.
Blogs delen
Bij Lewis speelt een groot gedeelte van de conversatie zich eveneens af op Twitter (71%). De berichten over Lewis gaan meestal over blogs van Lewis-medewerkers, want die plaatst het bureau geregeld. Het corporate Twitteraccount van Lewis neemt een meer bescheiden rol in dan bij veel andere PR-bureaus het geval is, met slechts 9 procent van de berichten. De top-10 auteurs wordt volgemaakt door medewerkers van Lewis, die fanatiek elkaars blogs delen.
Over Coebergh werd niet alleen het meest gezegd en geschreven; de berichten over Coebergh vertegenwoordigen ook de hoogste PR-waarde. Die is met 367.478 euro bijna tweemaal zo hoog als de waarde voor nummer twee, Lewis (€ 197.492).
PR-waardes
Een PR-waarde is volgens Clipit ook aan de media-aandacht te koppelen. De PR-waarde maakt de ROI van je media-inspanningen zichtbaar. Er wordt gekeken naar de advertentiewaarde van de bron en de impact van het bericht. De advertentiewaarde wordt berekend op basis van de advertentietarieven en het bereik (voor social media het aantal followers) van de bron. Daarnaast wordt in de impact rekening gehouden met het sentiment en de branding (prominent voorkomen) van het merk in het bericht.
Ook hier zien we dat eigen Twitter-inspanningen doorslaggevend zijn voor de ranglijst van gescoorde PR-waarde. Coebergh staat ook hier bovenaan, en dankt 89 procent van deze PR-waarde direct aan het Twitteraccount. Bij de nummers twee en drie, Lewis en Lubbers De Jong, is het aandeel van nieuwssites, weblogs en externe Twitter-accounts die content van deze bureaus overnemen veel groter.
Naam bureau en PR-waarde
Coebergh Communicatie en PR: € 367.478
Lewis: € 197.492
Lubbers De Jong: € 186.903
Schuttelaar & Partners: € 148.884
Het PR Bureau: € 140.997
Coopr: € 118.330
Edelman: € 78.423
Hill+Knowlton: € 64.539
Van Hulzen PR: € 61.718
Bijl PR: € 55.927
Het maakt niet alleen uit óf ze over je praten, maar ook wát ze over je zeggen. Bekeken is met welk sentiment er over de diverse bureaus wordt gesproken. Zo te zien gaan Bex*communicatie, Linden Barbosa en LVB Networks goed over de tong. De op het oog negatieve score van Fleishman is vertekend. Het negatieve sentiment komt voort uit een paar berichten over een crisiscommunicatie blog, maar zegt inhoudelijk niets over Fleishman.
Hoewel Clipit aangeeft dat de tool in ruim 80 procent van de gevallen het sentiment goed weergeeft, gaat het wel om een automatische bepaling. Met name bij berichten met cynisme of extreem korte berichten, zoals tweets, kan dat lastig zijn.
Ten slotte: op welk platform verschijnen de meeste berichten over bureaus? Twitter is ook hier ruim koploper met maar liefst 73 procent van de berichten, gevolgd door Facebook met 6 procent. De top-10 is een mix van sociale media, meta-sites en marcom-platformen.
Dit artikel is ook verschenen in Communicatie Magazine, december 2015.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!