Tekst: Christian van der Veen
‘We kregen het idee om hier te filmen door het boek Nederland van boven’, zegt Jan Jelle Teppema (29) . De mannen van Flyguys proberen regelmatig nieuwe shots uit op verschillende locaties.
En zo staan ze op een winderige dijk bij Durgerdam te experimenteren met het maken van een hyperlapse van de Zeeburgertunnel, die van boven gezien de auto’s uit het water lijkt te spuwen. ‘We willen constant onze creatieve grenzen blijven verleggen.’
Hobbyisten
De liefde voor drones ontstond zo’n twee jaar geleden. Maar één stuurfout en al hun spaargeld zou destijds naar beneden gevallen zijn. Dat zou einde verhaal zijn geweest, want een verzekering bestond toen nog niet.
Dennis Zomerdijk (28): ‘In feite deden we maar wat. Echte wetgeving was er nog niet. Vooral hobbyisten vlogen destijds met drones, in het begin vooral nog zonder camera. Pas toen de mogelijkheden en vooral de kwaliteit van de camera echt beter werden, werd het commercieel interessanter. Ook voor ons.’
Een grote groep die zich nu afficheert als dronevlieger is eigenlijk nog steeds hobbyist, vult Teppema aan. ‘Het aantal dronevliegers dat echt hoogwaardige kwaliteit biedt, is in Nederland op twee handen te tellen.’
Onduidelijkheid over vergunningen
De twee besloten het na een fase van experimenteren serieus aan te pakken en een certificaat te halen om commercieel met drones te kunnen vliegen.
Zomerdijk: ‘Er is vaak nog onduidelijkheid over de benodigde vergunningen. In Nederland moet je namelijk een theorie-examen halen, je drones registreren in het luchtvaartregister en een geschikte verzekering vinden. In België is het weer anders, daar moet je naast deze zaken ook nog een praktijkexamen doen. En in sommige landen zijn er helemaal geen regels.’
Merkwaardig, vinden ze . Want vliegen met drones is niet zonder risico. Een beetje professionele drone met camera woog een paar jaar geleden al snel 20 kilo. Er is weinig verbeelding nodig om voor te stellen wat er zou gebeuren als dat naar beneden valt.
Cinemacamera's
Tegenwoordig zijn de meeste drones een stuk kleiner en lichter. Ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op. En dit maakt de technologie steeds compacter. Met name in het gewicht van camera’s is veel winst behaald. Hoe minder ballast, hoe kleiner de drone ontworpen kan worden.
‘Als je bedenkt dat de eerste semiprofessionele camera’s geschikt voor kleine drones een soort GoPro-camera’s waren, dan is er veel veranderd’, zegt Zomerdijk. Met een verontschuldigend gebaar: ‘Niks mis met GoPro, maar dit haalt het niet bij de kwaliteit van cinemacamera’s. De camera’s die we nu gebruiken komen hier al een stuk dichter bij in de buurt.’
Eigen specialisme
Met precisie wipt Zomerdijk de DJI Inspire uit de kist, een drone voor professionele videoproducties. ‘Een behoorlijke investering’, lacht Zomerdijk. ‘Maar het geld meer dan waard. Vanaf dat moment zijn we vooral eindeloos veel gaan vliegen om beter te worden.’
Zo ontwikkelden ze allebei een eigen specialisme. Teppema legde zich toe op het besturen van de drone, Zomerdijk bekijkt de beelden van afstand vanaf een monitor en regisseert. ‘Juist deze samenwerking maakt het shot.’
McDonald's-klus
Ondertussen raakt hun portfolio aardig gevuld. Wat eruit springt? Zonder nadenken: ‘De tv-commercial van McDonald's. Een recente klus, echt een prestigeproject.’
Zomerdijk: ‘Technisch was dit nog niet eens top of the pop, maar we konden hier wel onze complete set diensten inzetten. Van zonsopkomst tot zonsondergang zijn we door heel Nederland gereden en hebben we shots gemaakt van billboards bij snelwegen die op dat moment bewerkt werden door graffiti-artiesten.
'Vanwege de risico’s met nabij verkeer moesten we voorafgaand heel zorgvuldig locaties scouten. Via remote directing, waardoor klanten mee kunnen kijken via WhatsApp zonder dat zij op de set hoeven te zijn, konden we alles met één dag draaien naar wens op beeld krijgen.’
Creatievere insteek
Zomerdijk merkt dat steeds meer bedrijven doordrongen zijn van het effect van droneshots. ‘Veel klanten zeggen letterlijk: ‘wij willen ook zo’n droneshot’. Wij proberen ze dan wel uit te dagen met creatievere insteken en meer te bieden dan de standaard helikopterview. We willen een beetje af van de geijkte shots.’
Het kennisniveau over de mogelijkheden van drones loopt dan ook erg uiteen, zowel bij klanten als bij bureaus. Teppema: ‘Vaak denkt men dat je ook gewoon beelden mag schieten in het centrum van Amsterdam of boven een festivalterrein. Maar je mag niet vliegen boven aaneengesloten bebouwing en dicht op mensen.’
Sommige dronevliegers doen dit toch. Bureaus weten dat, maar zetten hen toch nog regelmatig in. Volgens Teppema is dit naïef: ‘Het is wachten tot het een keer goed mis gaat. Een dronevlieger die het niet zo nauw neemt met de regels, is meestal onverzekerd en dus ben je als opdrachtgever en merk ook de klos als er een schadeclaim komt.
Alternatieve draaidagen
Vliegen met drones heeft dus ook zijn beperkingen. De meest onberekenbare factor is misschien wel het weer, want bij veel wind of regen kun je niet vliegen. ‘Dat is absoluut een nadeel’, beaamt Zomerdijk.
‘Maar we proberen daar wel flexibel mee om te gaan door alternatieve draaidagen voor te stellen. Omdat we zo afhankelijk zijn van het weer, zijn we er inmiddels aardig bedreven in geworden om snel in te schatten of we kunnen draaien. En vervolgens snel te schakelen naar een alternatief moment als dat nodig is.’
Dronebeelden stabiel maken
Wat de next big thing in droneland is? ‘Virtual reality. We zien en horen om ons heen dat merken steeds grotere budgetten vrijmaken voor VR-content. Technisch gezien zijn we nog niet zover dat we hier de kwaliteit kunnen bieden die we willen. De microtrillingen in het beeld die ontstaan door luchtverplaatsing van propellers maken je misselijk als je met een VR-bril dronebeelden bekijkt’, legt Teppema uit.
‘De partij die het lukt dronebeelden echt stabiel te maken heeft goud in handen. We zijn al aan het testen met manieren om deze trillingen te elimineren.’
Hoe lang dat nog duurt? ‘Kom over een half jaar nog maar eens terug.’