Virtual Reality, artificial Intelligence, internet of Things. robots. Het lijken ontwikkelingen die deel uitmaken van een ver van mijn bed show, maar ze zijn dichterbij dan we denken. Google en Facebook zetten er vol op in en kopen in rap tempo startups die zich hiermee bezighouden. Amazon heeft de Echo, jongeren communiceren via Apple’s Siri en binnenkort kunnen we onze eigen huisrobot aanschaffen: Jibo.
Welke trends zien we in 2016 ontwikkelen?
Always connected
Michiel Verheij (TriMM): Waar voorheen vooral bedrijven inspeelden op The Internet of Things, is het in 2015 echt bij het brede publiekbekend geworden. Internet of Things heeft de huiskamers bereikt. Je kunt met je telefoon de thermostaat hoger zetten, je lampen bedienen en een film aan zetten. Ook zie je dat opleidingen zich steeds meer richten op Internet of Things en dat ook de overheid er zwaarder op inzet.
Hugo van de Hoef (Kaliber): Connected everything. Van koelkast naar weegschaal tot aan fietsbel; elk object kan tegenwoordig connected zijn. Technologie wordt kleiner, slimmer en goedkoper. Waar voorheen vooral 1-op-1 communicatie tussen mens en object was, zal dit nu voor vele objecten beschikbaar komen. Al deze objecten kunnen met elkaar worden verbinden zonder het internet. Het open source The Things Network is een goed voorbeeld. In ruim een maand was heel Amsterdam connected. Tel laagdrempelige open source technologie zoals Arduino hierbij op en het is ineens voor iedereen én overal beschikbaar.
Jorens Thomassen (TriMM): Vorig jaar schreef ik dat Internet of Everything pas echt intelligent wordt als de devices ook rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren in hun directe omgeving. Deze doorbraak heeft nog niet plaatsgevonden, maar je ziet wel dat de databases waar de devices hun data naar toe sturen steeds meer met elkaar verbonden worden. Deze ontwikkeling zal zeker doorzetten in 2016.
Gert Hans Berghuis (Fabrique): In 2015 waren wearables de heilige graal. Met natuurlijk als hoogtepunt de Apple Watch. Maar we zien mensen er nog niet zo heel blij van worden. De sweetspot voor toepassingen is nog niet gevonden. Laten we in 2016 dan ook functionaliteiten bedenken die wearables tot must haves maken, in plaats van must shows.
Michel van Collenburg (Lukkien): Alleen in de medische wereld vinden wearables een plek. Het beperkte succes van de Apple Watch zegt niet zozeer iets over de kwaliteit van het product, als wel over de relevantie. Alleen op gebied van fitness en well being lijken wearables toegevoegde waarde te bieden.
Max Pinas (TamTam): Ik zie steeds meer slimme apps en oplossingen op het gebied van eHealth. Van techniek die het mogelijk maakt n één druppel bloed kanker vast te stellen tot een ambulance drone. Het zijn bijzondere eerste stappen en ik verwacht dat eHealth in 2016 alleen nog maar meer verschil gaat maken.
Iskander Smit (Info.nl): Second skin media. De wearables zijn bij de massa misschien nog niet doorgebroken, maar de basis ligt er. We dragen meer en meer connected devices, altijd en overal. Het is geen telefoon, het heeft zijn eigen rol.
Stijn van Aert (eFocus): De Internet of Things trend is ook serieus doorgedrongen in de industriële wereld. De Industrial Internet of Things (IIoT) ontketent een oneindigheid aan mogelijkheden op het snijvlak van complexe machines, analytics en mensen en hun werk. Alleen al op het gebied van energieconsumptie en veiligheid zijn de voordelen enorm. General Electric heeft als frontrunner een claim gelegd op dit domein. Ook bedrijven dichter bij huis zijn op dit thema aan het versnellen, zoals Daf met de belofte een “connected truck” te gaan bouwen in 2016.
Virtual reality
Marcel van der Heijden (a friend of mine): In 2015 zagen we links en rechts al wat kleine initiatieven op het gebied van virtual reality. Maar spelers zoals Oculus Rift (Facebook), Samsung en HTC die de VR brillen en de bijbehorende platformen leveren, zijn stappen aan het zetten. Met name de introductie van een aantal consumentenversies schept hoge verwachtingen. 2017 zal het jaar worden van de grote doorbraak.
Hugo van de Hoef (Kaliber): De opmars van VR is niet te stuiten. Google Cardboard bereikt de markt en Oculus en HTC Vive staan op het punt om los te gaan. Daarnaast wordt de tv echt een hub van interactiviteit, waarbij het niet alleen meer gaat om het consumeren van content maar juist om de interactie. Of het nu games, shoppen, lean-back VR/3D video kijken of het aansturen van je connected home is, de woonkamer zal er anders uit gaan zien.
Michel van Collenburg (Lukkien): Vanaf 2016 passen er 17 miljoen mensen in de Kuip in Rotterdam. Dankzij virtual reality en budget-vriendelijke oplossingen als Google Cardboard kun je live een voetbalwedstrijd beleven alsof je in het stadion zit.
Stef Brooijmans (Q42): VR gaat nu echt doorbreken! Ten eerste omdat grote partijen zoals Oculus nu eindelijk de consumentenmarkt zullen betreden, maar wat op korte termijn een nog veel grotere impact zal hebben zijn de Cardboard VR brillen. Steeds meer partijen beginnen in te zien dat daarmee een bijzonder laagdrempelige, en bovendien mobiele VR-oplossing te maken is.
Jorg Verweij (Colours): Ik verwacht de eerste toepassingen van digitaal leren met virtual reality.
Artificial Intelligence
Marcel de Jong (Estate): 2016 wordt het jaar van de automagie. Zonder dat je het merkt, maakt technologie je leven makkelijker. Naast zelfrijdende auto's, zal ook ieders smartphone zelf initiatieven gaan ontplooien. De eerste vormen van kunstmatige intelligentie aan de gebruikerskant helpt mensen zoals jij en ik bij het nemen van beslissingen en het onderhouden van contacten. Je smartphone verstuurt al je vrienden een toepasselijke verjaardag boodschap, bestelt automatisch je boodschappen en prioriteert inkomende berichten. Bij twijfel biedt je smartphone opties aan. Meer tijd voor jezelf!
Iskander Smit (Info.nl): Robotisering en artificial intelligence begint eerste verschijningsvormen in dagelijks leven te krijgen, het meest zichtbaar in (gedeeltelijk) zelfrijdende auto’s. Maar ook een nieuwe Apple TV met Siri en de gezichtsherkenning in Snapchat als minder serieus voorbeeld. We vinden het al heel normaal.
Stef Brooijmans (Q42): AI, neurale netwerken en machine learning worden mainstream! Door het opensourcen van Google’s TensorFlow (software voor kunstmatige intelligentie die gebruik maakt van machine learning) wordt een hele nieuwe categorie applicaties mogelijk. Magic en Facebook M pakken het andersom aan: begin met mensen en vervang deze geleidelijk door kunstmatige intelligentie tot het een geaccepteerde en bewezen oplossing is.
Danijel Bonacic (TamTam): In 2016 gaan we meer artificial intelligence zien, in app’s, in onze smartphones en in service contact met dienstverleners. Alles om de chaos van notificaties, e-mail en chat te verminderen. Alle grote techpartijen zetten stappen. Zo heeft Google onlangs zijn API opengesteld, leest de 'Inbox app' mijn mail en creëert deze automatisch mogelijke antwoorden. Taal is dan ook het terrein waar artificial intelligence in 2016 het meest zichtbaar zal zijn: chatten met de klantenservice zonder dat daar een medewerker aan te pas komt - AI snapt wat ik vraag en geeft de antwoorden.
Stijn van Aert (eFocus): Inmiddels weet mijn zoon van 9 al van Siri hoe oud Messi is en vuurt hij dagelijks allerlei commando’s af op mijn iPhone. Een goede graadmeter dat artificial intelligence speech volwassen wordt. De antwoorden worden steeds intelligenter, de spraakinterface wordt nauwkeuriger en de verbindingen tussen databronnen zoals plek, tijd en historisch gedrag, groeien exponentieel. De eerste oplossingen van slimme service assistenten die werken op basis van spraak zijn er al. Viv de Global Brain (Siri uitvinders) gaat nog een stap verder. Viv schetst de lange termijn belofte met het voorbeeld dat wanneer je na een goed feestje "ik ben dronken” roept naar je telefoon er automatisch contact gelegd wordt met de taxicentrale die weet waar hij je mag afzetten als je het zelf vergeten bent
No interfaces
Bas Gezelle (Kaliber): Het gebruik van audio als communicatietool zien we sinds de opkomst van virtuele assistenten als Siri, Cortana en Google Now enorm toenemen. Steeds meer apparaten worden aangestuurd via een voice interface. In de auto met Apple Carplay en Android Auto en op de bank met Siri in Apple's nieuwe tvOS of via de slimme speaker van Amazon genaamd Echo. In huis is het natuurlijk ideaal om met de Apple Homekit je lampen aan te sturen of via Google Now je verwarming lager te zetten. Maar onze virtuele assistenten worden ook steeds fysieker en nemen de vorm aan van speelgoed. Denk aan slimme terugpratende Barbie's en dino's op basis van artificial intelligence. We gaan zelfs nog een stapje verder met onze eigen huisrobot zoals de Jibo. The Jetsons zijn een feit.
Michiel Verheij (TriMM): Anno 2016 denken devices steeds meer voor jou, al voordat jij dit doet. Devices herkennen jouw gebruikerspatronen en bieden applicaties aan waarvan het device verwacht dat jij die gaat gebruiken. Het scherm hoeft niet altijd de user interface te zijn. Veel devices en applicaties zullen, afhankelijk van de context, acties ondernemen voordat de gebruiker ze daadwerkelijk wil gebruiken. Met geavanceerde sensoriek die overal wordt toegepast, worden jouw gebruikerspatronen herkend. Deze ontwikkeling is al een tijdje aan de gang, Google Now is hier al volop mee bezig, maar ik verwacht dat dit in 2016 alleen maar meer zal worden.
Michiel Ooms (Mirabeau): Conversational interfaces; dialoog gestuurde interfaces (Amazon Echo, SIRI) zullen meer en meer het daglicht gaan zien en een digitale oplossingen een menselijk karakter geven.
Marloes de Gooijer (IN10): Apps en connected producten gaan steeds meer onderling communiceren. 'If this then that' scripts of Google Now knopen de verschillende acties van je telefoon, home entertainment, verwarming, licht en dergelijk aan elkaar. In toenemende mate gebeurt dit via zelflerende toepassingen. Hierdoor maken mensen minder vaak gebruik van schermen om iets te bedienen. De apparaten regelen het onderling, waardoor er minder contactmomenten zijn met het merk. Een belangrijk gegeven, wanneer je nadenkt over de ontwikkeling van een nieuwe app.
Mark Dek (Clockwork): Het Internet of Things of Internet (of Everything als je dat liever wilt), wordt door velen genoemd als disruptieve trend n#1 met een geprojecteerde wereldwijde marktwaarde van 10-20 miljard dollar per jaar. Als we daarin willen blijven mee gaan, moeten we leren om onze UX design kennis op fysieke objecten toe te passen, in plaats van appjes te blijven ontwikkelen die tegen fysieke apparaten praten.
Nick van der Linde (Mirabeau): Een nadeel van de digitalisering van alles is dat we continu worden overladen met keuzes. Spotify bevat ruim 30 miljoen tracks en Yelp staat vol restaurants met allemaal even lovende reviews – elk aspect van ons leven bestaat uit (steeds lastiger) beslissingen. Gelukkig helpen artificial intelligence, sensoren en machine learning ons om slimmere digitale ervaringen te creëren die anticiperen op het gedrag en de behoeften van mensen. Van personal assistants als Facebook M tot Jibo, de sociale robot die zelf besluit om leuke foto’s van je housewarming te maken. Maar toffe technologie brengt ook uitdagingen met zich mee. De rol van interfacedesigners zal veranderen: hoe nuttig is een prachtige user interface mockup in Sketch in een wereld waarin we tegen devices praten en devices ons zien en steeds beter begrijpen? Gaan we straks algoritmes ontwerpen in plaats van apps? De manier waarop we interfacedesign benaderen zal hierdoor geleidelijk veranderen. Maar niet meteen in 2016, dus voorlopig blijft er nog genoeg ruimte voor parallax effecten en ghost buttons.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!