De Beroepsorganisatie voor Nederlandse Ontwerpers (BNO) heeft samen met het Design Management Netwerk (DMN) een pitchcode opgesteld voor ontwerpcompetities.
Met deze (door de branche gedragen) leidraad hopen de twee organisaties de resultaten van een pitch te optimaliseren.
De competitieleidraad moet een handvat worden voor opdrachtgevers die een pitch willen organiseren, en voor deelnemende bureaus 'een handreiking bij de uitvoering van een evenwichtig competitieproces'.
In de code wordt bijvoorbeeld aangegeven wanneer het handig is om een intensieve bureaucompetitie uit te schrijven, of dat een eenvoudigere bureau-analyse of orientatie ook volstaat.
En hoelang mag je wachten met je uiteindelijke beslissing? En moet je een bureau nu wel of niet betalen voor zijn pitchinspanningen?
De organisaties zijn in principe tegen onbetaalde competities. Een pitchopdracht vergoeden is netjes zakendoen en komt de relatie tussen opdrachtgever en bureau alleen maar ten goede, aldus de branche-organisaties.
De BNO en het DMN hopen met deze competitieleidraad een begin te hebben gemaakt van branchebrede
(zelf)regulering bij ontwerpcompetities.
Ook de VEA hanteert sinds begin dit jaar een pitchcode voor zijn leden: www.vea.nl. De VEA heeft deze code samen met de Bond van Adverteerders opgesteld. De branchevereniging rekende onlangs uit dat in 2005 een VEA-lid gemiddeld aan 8 pitches deelnam. In 81 procent van de pitches werden creatieve/ strategische voorstellen gevraagd. Slechts in 38 procent van deze gevallen stond hier een financiële vergoeding tegenover.
Gemiddeld werd volgens de VEA per pitch ?16.000,- toegelegd. In totaal kostten de pitches een bureau ?130.000,- op jaarbasis.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!