De onlangs in de 1e Kamer besproken wijziging van de Telecommunicatiewet gaat, zo staat vandaag in Het Financieele Dagblad, voor de pr-industrie (bureaus en afdelingen) voor een aardverschuiving zorgen. Het versturen van ongevraagde elektronische berichten met een commercieel, ideëel of charitatief karakter aan bedrijven wordt verboden, zoals dit nu al geldt voor berichten aan personen. Een elektronisch bericht sturen mag alleen wanneer de ontvanger (abonnee) daarvoor voorafgaand toestemming heeft gegeven. Het ‘spamverbod’ heeft in de consumentenmarkt al tot forse boetes geleid.
Het verbod is een goede zaak. Want niemand zit te wachten op schreeuwerige aanbiedingen van veelal obscure bedrijven. Toch is één sector moeilijk te vangen in deze wet en dat is die van de pr-industrie. Want het verbod kan ook gelden voor ongevraagde berichten zoals persberichten, want ook die kunnen vaak als ‘commerciële boodschap’ worden aangemerkt. Is een persbericht dat een journalist ontvangt van Apple over de nieuwste notebook Mac Air ongevraagde reclame? Zeker als daar ook de prijs van de nieuwe notebook in het bericht vermeld staat? Voor een krant als deze zou dat misschien een brug te ver zijn. Voor een computertijdschrift waarschijnlijk broodnodige informatie. Nu gaan zulke berichten doorgaans naar journalisten die zich ook op de betreffende sector richten. Dat is effectiever voor de nieuwsverspreiding, en veel journalisten willen die berichten graag ontvangen, zo lang ze maar nuttig zijn.
Vergaarbak
Zonder afspraken tussen nieuwssector en industrie dreigen journalisten te worden worden verstoken van het nieuws en riskeert de pr-industrie boetes die kunnen oplopen tot een paar ton. Veel pr-bureaus en bedrijven zullen geneigd zijn het zekere voor het onzekere te nemen, door nieuwsberichten alleen nog maar aan de ‘vergaarbak’ van de krant te sturen in plaats van aan de redacteur-specialist. De wet dwingt consultants en woordvoerders met journalisten afspraken te maken, hetgeen tot op heden nauwelijks gebeurt. Zij hadden al lang met de journalistiek om de tafel gemoeten. Maar dat is lastig. Want journalisten moeten weinig hebben van deze sector. Een dialoog is moeilijk op te starten op deze manier. Dit terwijl de zakelijke spamwetgeving een zegen is voor de journalistiek die steeds meer lijdt onder informatiecongestie.
Kaf van het koren
Het voordeel van de nieuwe wetgeving is evident. De relatie tussen journalisten en woordvoerders kan eindelijk volwassen worden. Het kaf wordt van het koren gescheiden. Professionele voorlichters en pr-dienstverleners weten door hun vaste relaties met journalisten beter resultaat te boeken voor hun cliënten. Zij zijn bekend met de spelregels en hebben respect voor het werk van de journalist. Ze weten dat de journalist in kwestie zich niet zo maar voor z’n karretje laat spannen. De journalist heeft immers terechte en gezonde achterdocht, is bang voor spindoctors en is terughoudend. Onderscheid is er wel voor de journalist. De echte pr-professional spamt niet. Hij gaat voor de vaste relaties. Wie spamt verdient dan ook een forse boete.
Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
Vast staat dat journalistiek en communicatiesector de handen snel ineen moeten slaan. De pr- en communicatiebranche moet energie steken in het op orde brengen van de contactgegevens zoals e-mailadressen, maar ook fax en gsm, en moet bovendien de toestemming van de journalist administratief goed regelen. De verzender moet immers kunnen bewijzen dat voorafgaande toestemming is gegeven. Tevens moet een aantal ander vereisten zoals een opt-out onderaan het persbericht geregeld worden. Ook de journalist heeft hier een verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld door verzoeken om toestemming voor gebruik van zijn mailadres afkomstig van professionele voorlichters serieus en adequaat te beantwoorden. Of hij moet dan maar voor lief nemen dat hem nieuws onthouden wordt. Je kan dat risico lopen. Erop vertrouwen dat een persbureau rugdekking geeft voor het geval er een nieuwtje wordt gemist. Maar verstandiger is om op een professionele manier samen te werken. Want hoe ga je anders in een steeds competitievere journalistieke -wereld aan de lezers uitleggen dat je net dat ene bericht gemist hebt?
Geschreven i.s.m. Maarten Haak, advocaat intellectuele eigendom bij Hoogenraad & Haak advocaten (advertising + IP).
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!