Teambuilding hoort bij de standaard managementbezigheden van een bedrijf. In bijna alle bedrijven is de groepscohesie niet optimaal en worden er daarom één of meerdere keren per jaar pogingen ondernomen om de teams beter te laten functioneren. Dit door diezelfde teams, buiten de muren van het bedrijf, activiteiten te laten ontplooien die de leden van het team onderling nauwer binden. Een potje paintball, een vlot of een brug bouwen, samen muziek maken, een koets met meerdere paarden mennen. Of in het beste geval iets maatschappelijks betrokken; samen met collega’s een dagje meedraaien als gelegenheidsjeugdwerker in een wijkcentrum in een probleemwijk of de kozijnen schilderen in een opvanghuis voor tienermoeders.
Alhoewel er op zich niets mis is met bovengenoemde teambuilding activiteiten - ze leveren vermakelijke dagen en een goed groepsgevoel op – leveren ze vaak niet veel blijvende verandering of verbetering op voor bedrijven. Dat is een probleem. De gebrekkige cohesie binnen de groep duikt binnen een aantal weken namelijk onvermijdelijk weer op. Dat is niet verrassend. Einstein zei het al; problemen kunnen nooit opgelost worden op hetzelfde niveau als waarop deze ontstaan. En dat is precies wat er met conventionele teambuilding uitjes gebeurd. Ze staan namelijk geheel in al in het teken van doen. Mensen gaan samen iets leuks of betrokkens doén. En dat doen is exact hetzelfde wat er gebeurt als deze mensen werken. Werken is ook alleen maar doén. Om de oorzaken van de gebrekkige cohesie in de groep écht aan te pakken en écht op te lossen, moeten we het team naar het niveau van ‘zijn’ brengen. Echt effectieve teambuilding staat niet in teken van samen-doen maar samen-zijn. Mensen die niet optimaal samenwerken zijn zonder enige uitzondering niet optimaal samen.
Onvermijdelijke lijden
Het boeddhisme leert ons hoe we mensen intenser samen kunnen laten zijn. De basis daarvoor wordt gelegd in het erkennen van de waarheid en wijsheid dat lijden een onvermijdelijk onderdeel van het leven is, en dat we als mensen dus allemaal lijden. In het boeddhisme worden verschillende vormen en soorten van onvermijdelijk lijden onderscheiden. Er is het lijden dat door dood, ouderdom, lichamelijke aftakeling, en ziekte wordt veroorzaakt. Er is het lijden dat wordt veroorzaakt door angst, agressie, verdriet, wanhoop, eenzaamheid, aversie en jaloezie. En er is lijden dat wordt veroorzaakt door gehechtheid; we willen de mooie dingen in het leven voor eeuwig vasthouden, maar dat lukt niet omdat alles vergankelijk en tijdelijk is. En dat is pijnlijk. Op de één of andere manier, en in één of andere mate, krijgen we hier in onze respectievelijke levens allemaal mee te maken. Er wordt – door de centrale rol die lijden inneemt - wel eens gezegd dat boeddhisme een pessimistische levensbeschouwing is. Dat is het niet. Het is zelfs expliciet optimistisch. Het leert mensen namelijk hoe ze hun lijden kunnen beëindigen. Boeddhisme wordt daarom niet voor niets een leer genoemd. Wat je kunt leren, is niet om lijden te vermijden – want dat is onmogelijk – maar om er zo goed mogelijk mee om te leren gaan. Mensen die deze vaardigheid volledig beheersen, lijden niet meer, en verstaan daarmee de kunst van een écht gelukkig leven. Zo iemand is dan verlicht. Maar het bereiken van verlichting is allerminst makkelijk. Het pad naar geluk is een kwestie van vaak vallen en evenveel opstaan; van pijnlijke fouten maken en hier gelouterd van leren. In de Leven In Aandacht-sangha van Thich Nhat Hanh krijgt dit gegeven de aandacht die het verdient. Onder de noemer ‘dharma delen’ worden de vorderingen van mensen op het Edele Achtvoudige Pad – het pad dat van lijden naar geluk voert - onderling gedeeld. Een klein groepje mensen gaan samen zitten en vertellen elkaar beurtelings in alle openheid en oprechtheid waar zij bij hun beoefening tegen aan lopen. Men deelt ervaringen met elkaar. Alles wordt ontboezemt, alles wordt ontbloot. De naakte waarheid regeert. Er is geen enkele ruimte voor geheimen en/of schaamte. Dat is ook nergens voor nodig. Want het blijkt dat we allemaal met dezelfde dingen te maken krijgen. We zijn allemaal, helemaal hetzelfde. We zijn allemaal gewone stervelingen. Het met volle aandacht en diep respect luisteren naar elkaar, levert een buitengewoon helend ‘feest’ van herkenning op. De legendarische zenmeester Maezumi Roshi heeft het principe ooit prachtig poëtisch omschreven: I’m not ok. You’re not ok. That’s ok; een variatie op het bekende hippie motto: ‘I’m ok, you’re ok’. Door de ultiem intieme ontmoeting ervaren mensen maximale verbondenheid tussen zichzelf en de groep. Het is een moment waarop je jouw eigen gezicht ziet in dat van een ander, zoals compassie ook wel eens wordt omschreven.
Onder de noemer teamsharing pas ik het ‘dharma delen’ principe toe op bedrijven. Ik probeer een setting te creëren waarin mensen – met elkaar - helemaal zichzelf kunnen zijn. Dat klinkt gemakkelijker dan het is, want in heel veel bedrijven is het helemaal niet makkelijk – en soms zelfs ronduit onmogelijk - om jezelf te zijn. In veel bedrijven worden slechts gewenst – lees: professioneel - gedrag geduld, en worden mensen geacht hun mens-zijn thuis te laten en een rol als medewerker te spelen. Ze trekken een pak aan, doen hun professionele masker op en verschuilen zich achter het functieprofiel dat op hun businesskaartje staat. Eén en al poppenkast; terwijl het tegelijkertijd barst van – verborgen - leed binnen diezelfde bedrijven. Dat kan niet anders, want er werken mensen; en mensen lijden. Je hoeft geen geniale raketgeleerde te zijn om in te zien dat dit een ongezonde situatie is. Werk neemt qua tijd en energie een dusdanig substantieel deel van ons mensenleven in beslag, dat we eigenlijk gedwongen worden om geamputeerd te leven. Werk is immers helemaal geen geïsoleerd maar een geïntegreerd onderdeel van het leven. Je moet je volledig thuis kunnen voelen op je werk. En om je thuis te voelen moet je – met elkaar – volledig jezelf kunnen zijn.
Collega's
Wees eens eerlijk; wat weet u nu werkelijk over uw directe collega’s? Hoe goed kent u hen nou écht? De praktijk leert dat het overgrote deel van u het niet weet.
Het fundament van teamsharing wordt daarom gevormd door openheid, eerlijkheid en kwetsbaarheid. Willen we andere mensen leren kennen, dan moeten we ons intens en intiem verbinden met andere mensen, en elke millimeter onderlinge afstand tussen ons opheffen. Onderlinge afstand wordt pas opgeheven, als we ons masker afnemen en laten zien wat ons mens – in plaats van medewerker – maakt. De kernvraag die ik mensen tijdens een teamsharing sessie stel is dan ook: wat maakt je mens? Ik nodig medewerkers uit om schaamteloos open, eerlijk en kwetsbaar over zichzelf te zijn tegenover hun collega’s. Wie zijn ze écht als ze eerlijk zijn? Wie gaat er schuil achter dat functieprofiel?
Laten we, om de teamsharing materie wat meer tot leven te brengen, doen alsof wij – u als lezer en ik als schrijver – momenteel een mini team van twee vormen. Ik bijt de spits wel af. Ik onthul aan u wat mij mens maakt. Ik deel mijn lijden met u. Dat is iets wat in tegenstrijd lijkt met de rol van schrijver, adviseur – professional - die ik op ditzelfde moment in uw leven speel. U heeft dit boek immers gekocht of gekregen om er wat nuttigs van te leren voor uw bedrijfsvoering. Ik vertel u – eerlijk - dat ik als adviseur weliswaar zelfzekerheid moet uitstralen, maar dat ik me als mens allesbehalve zelfverzekerd voel. Als ik eerlijk ben, ben ik zelfs chronisch onzeker. Ik ben eigenlijk doodsbang om een hoofdrol te spelen en allerlei verwachtingsvolle blikken op me gericht te hebben. Ik lijd aan faalangst; het onvermijdelijke gevolg van mijn astma, waar ik als kind jarenlang lichamelijk – maar vooral ook geestelijk – diep onder heb geleden. Ik ben aandacht gewend; maar dan wel alleen negatieve aandacht moet u weten. Positieve aandacht voelt voor mij onnatuurlijk en ongemakkelijk. Er klopt dan iets niet. En dat klopt dan weer wel, want ik heb nooit op mijn lichaam, mezelf en/of het leven kunnen vertrouwen. Die lieten me als kind chronisch in de steek. Het gewone, gemiddelde was voor mij jarenlang volstrekt onhaalbaar. Ik voelde me als klein mens een grote mislukkeling, en kon die gevoelens niet of nauwelijks ventileren omdat iedereen om me heen het – door mijn ziekte - al moeilijk genoeg had met overleven. Ik slikte mijn pijn daarom in eenzaamheid weg, zette een laffe glimlach op om de mensen om me heen een zo goed mogelijk gevoel te geven, en concludeerde ondertussen dat ik een slecht en schuldig mens was. Dit moest mijn verdiende loon wel zijn concludeerde ik; anders overkomt je zoiets verschrikkelijks niet. Lijden wordt verdraagbaar als je het kunt verklaren. En dus schikte ik me in mijn lot. ‘Ik verdien het niet om te bestaan’ en ‘laat mij maar alleen met al mijn verdriet’ werden op dat moment mijn geconditioneerde levensmotto’s. Niet bepaald een solide basis voor een lang en gelukkig leven. Een diepe depressie en een burnout verder, heb ik de moed en kracht weten te verzamelen om zinloze, zelfdestructieve ontkenning in te wisselen voor onderkenning. Het is zoals het is. Ik heb geleerd om mededogen met mezelf te hebben. Het is geen wonder dat mijn jeugd wonden heeft geslagen. Daarmee is de faalangst die ik soms in het heden ervaar geen belemmering meer, maar een bevestiging van een wezenlijk verleden. Het is een moment van waarheid dat me doet beseffen hoe dankbaar ik mag zijn dat ik leef, en dat me doet beseffen hoe blij ik mag zijn om u van dienst te kunnen zijn.
Ongemakkelijk
Als het goed is, heeft zich binnen ons team net ook een moment van waarheid afgespeeld. Mijn eerlijke verhaal maakt gedachten en gevoelens over uzelf en over mij los bij u. U voelt er zich misschien een beetje ongemakkelijk bij?! Waarom geef je jezelf zo bloot?! Wat heeft dit met marketing en management te maken?! Is die Kees nou een stabiel adviseur of een labiel mens?! Maar misschien voelt u ook wel medelijden of mededogen?! Wellicht denkt u wel; die Kees heeft als kind geleden zeg?! Ik ben in ieder geval niet langer alleen die – afstandelijke - schrijver, adviseur, professional voor u, maar een persoon van vlees en bloed. Net als u. Misschien herkent u ook wel dingen en delen van uzelf in mijn verhaal?! Misschien bent uzelf ziek geweest, of heeft u te maken gehad met ziekte in uw familie?! Misschien heeft u ook wel last van één of andere angst, wat andere mensen totaal niet van u verwachten?! Wellicht voelt u zich ook niet altijd even zelfverzekerd, ook al denken anderen dat altijd van wel?! En wie weet heeft u ook – als zovelen - wel eens te maken gehad met depressieve gevoelens?! Als u eerlijk bent – om precies te zijn; als u écht eerlijk zou kunnen en durven zijn – zou u mij ook veel meer over uzelf als mens kunnen vertellen dan dat wat van uw huidige collega’s op dit moment van u weten als medewerker. Er gaat van alles menselijks achter uw functieprofiel schuil. Dat weet ik zeker. En gelukkig maar; het betekent dat u een mens bent en geen machine. Zoals eerder gezegd; niemand komt zonder kleerscheuren door het leven. De één krijgt misschien meer voor zijn of haar kiezen dan de ander, maar we krijgen allemaal met lijden te maken. We moeten allemaal onze weg vinden om gelukkig te worden. Door mezelf en mijn pad of weg volledig met onze groep van twee te delen, bestaat er geen afstand meer tussen ons. Ik sta niet langer boven, voor of naast onze groep, maar er midden tussen. We hebben elkaar als mensen ontmoet, en dus kunnen er voor elkaar zijn en elkaar helpen. Dit is dan ook precies waar het teamsharing proces op is gericht: mensen gefaseerd transformeren van medewerkers in medestanders.
Medewerkers->Mededelen->Medelijden->Mededogen->Medestanders
Het teamsharing principe werkt eigenlijk heel simpel; een team is op z’n sterkst als het geheel meer is dan de som der delen. Het geheel is meer dan de som der delen als er geen ‘ik’, ‘hij’ of ‘zij’ meer is, maar slechts ‘wij’. Er is slechts ‘wij’ als er geen afstand meer is tussen mensen. Er is geen afstand meer tussen mensen als deze maximaal met elkaar verbonden zijn. Mensen zijn maximaal met elkaar verbonden als de overeenkomsten tussen mensen belangrijker zijn dan de verschillen tussen mensen. Overeenkomsten zijn belangrijker dan verschillen als mensen zichzelf volledig in anderen kunnen herkennen, en andersom. Herkenning vindt plaats als mensen geconfronteerd worden met elkaars imperfectie – ook wel menselijkheid genoemd - verwoordt in eerlijke, persoonlijke verhalen. Kortom: cohesie is het doel, compassie is het middel, confrontatie is de techniek.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!