Van den Boomen – what’s in a name – is sinds een jaar werkzaam als vrijwillige boswachter voor Natuurmonumenten. In deze functie is hij regelmatig in de weekenden en na zijn werk als marketing- en communicatiemanager bij Wavin, te vinden in de Achterhoekse natuur. ‘Die wandelingen tijdens de pandemie deden beseffen dat al die mooie plekken die we hebben in Nederland, wel heel klein en kwetsbaar zijn. Je hoeft maar een half uur te lopen of je hoort wel weer een auto. Die gebieden moeten dus zeker niet kleiner worden en we moeten daar voorzichtig mee omgaan.
De natuur geeft mij rust.
Toen besloot ik dat ik daar zelf een rol in wilde gaan spelen en heb Natuurmonumenten gebeld.’ Met open armen werd hij ontvangen. Er volgde een korte inwerkperiode waarna hij aan de slag kon als beschermheer van het gebied dat loopt van Deventer, zijn woonplaats, rechtstreeks naar het zuiden, richting Zutphen tot aan Vorden.
‘Het kan zijn dat het aan mijn leeftijd ligt - ik ben nu 52 -, maar de natuur geeft mij rust. Ik heb een drukke baan, ben onderdeel van een global marketingteam, heb de hele dag door besprekingen, ontvang ieder moment van de dag berichten. Vind het dan fijn, om na zo’n drukke dag naar buiten te gaan. Dan trek ik mijn groene kleding aan – je mag zelf je werktijd bepalen – en bezoek ik de gebieden die tot mijn ‘werkveld’ behoren. Daar kan ik mijn kantoorwerk loslaten. In het groen krijg je weer hele andere prikkels.’
Dat voor Van den Boomen het leegmaken van je hoofd een mooie bijkomstigheid is van zijn functie, moge duidelijk zijn, maar er zijn ook duidelijke taken. ‘Ten eerste ben je gastheer van het natuurgebied. Je heet de mensen welkom, maakt spontaan een praatje en je beantwoordt vragen. Daarnaast moet je soms ook correctief optreden. Je bent toch ook de beschermer van het gebied.
Van den Boomen merkt dat zijn betrokkenheid met de natuurgebieden waar hij werkt nog steeds groter wordt. ‘Ik spreek regelmatig met het team van Natuurmonumenten dat overal het onderhoud doet. Van deze mensen leer ik zo veel. Waarom bepaalde gebieden zo zijn ingericht en hoe we er met z’n allen aan bijdragen dat wat eens, soms wel honderd jaar geleden, zo zorgvuldig is aangelegd, ook zo behouden blijft.
Fijn te merken dat ons werk gewaardeerd wordt.
Daarnaast vind ik het fijn te merken dat ons werk gewaardeerd wordt. Dat vrijwilligerswerk zin heeft. Ik word regelmatig aangesproken door de lokale bewoners die mij laten weten dat ze het fijn vinden dat er toezicht is omdat het de spuigaten uitliep qua overtredingen. Ik merk ook dat als ik, in mijn officiële groene outfit, uitleg waarom er bepaalde regels gelden, men daar begrip voor heeft. Dat we bijvoorbeeld nog steeds doodgebeten reeën tegenkomen en dat daarom honden aan de lijn moeten.
Af en toe stuit je op een stevig weerwoord. Dat is prima, hoort erbij. We doen daarom ook rollenspellen om te oefenen hoe om te gaan met bepaalde reacties. Gelukkig valt het hier in de Achterhoek mee. Collega-boswachters uit andere delen van het land vinden het hier een verademing. Ik kan dat volledig beamen. Het is hier prachtig.’