De beroepsorganisatie voor bestuurders in marketing, MEC, wordt onderdeel van Nima. Dat maken de organisaties donderdagmorgen bekendop de Nima Marketing Day, waar ruim 1.600 marketeers uit het Nederlands bedrijfsleven bijeenkomen. De activiteiten van MEC: ‘dé ontmoetingsplek voor inspiratie en kennisuitwisseling op het gebied van merk en marketing’, worden voortgezet binnen het Nederlands Instituut voor Marketing.
MEC zegt een platform te willen bieden voor kennis en inspiratie, ontmoeting, netwerk en maatschappelijke betekenis. ‘Hiertoe willen we de verbinding tussen CMO’s organiseren, om kennis en ervaring te ontsluiten en daarmee bij te dragen aan het bouwen van sterke merken.’
'Opmerkelijk complementair'
Nima huisvest als beroepsvereniging voor professionals in marketing, communicatie en sales ruim 25 community’s binnen zijn organisatie, maar had nog geen open netwerk voor álle marketingdirecteuren en Chief Marketing Officers (CMO’s). Precies dat is volgens MEC-voorzitter Joris van Zoelen de reden dat het MEC en zijn ruim 50 aangesloten marketeers op zijn plaats bij Nima. Van Zoelen: ‘De organisaties zijn opmerkelijk complementair. MEC en Nima zijn als collega-beroepsverenigingen altijd vriendelijk met elkaar omgegaan en juist omdat een echte marketingbestuurdersclub niet bestond binnen Nima, zijn wij ooit ontstaan. Binnen Nima kunnen we met MEC verder groeien.’
Toch is het niet zo dat de categorie ‘topmarketeers’ binnen Nima niet belegd was. Nima-voorzitter Martin Huisman: ‘Als de grondleggers van het marketingdenken in Nederland verenigen we enerzijds Register Marketeers en Senior Marketing Professionals, maar ook bedrijven in de NIMA Top Marketing Club.’ Die club organiseerde ook het zogeheten CMO Diner. Waarom heeft Nima Mec dan nodig? Die vraag is voorgelegd aan Floris van Dam, die namens Nima onderdeel gaat uitmaken van het nieuwe MEC-bestuur.
‘Het CMO Diner is onderdeel van het Top Marketing Club-programma dat we inderdaad al een aantal jaren hebben, maar dat is uitsluitend bedoeld voor de CMO’s van bedrijven die met hun organisatie lid zijn van de TMC. Het CMO-netwerk dat Nima al heeft, bestond dus uit die marketingdirecteuren aangevuld met bijvoorbeeld Register Marketeers ‘on the job’, die weer aan de voorwaarden moeten voldoen om Register Marketeer te zijn. MEC stelt die voorwaarden niet en de behoefte aan zo’n netwerk is er wel. Marketingbestuurders willen zo nu en dan graag om tafel met beroepsgenoten. Dat is ook de bestaansreden van MEC: Marketingdirecteuren die persoonlijk graag willen aansluiten, los van hun bedrijf of ambitie op het gebied van permanente educatie, zijn daarvoor nu ook welkom bij NIMA en daar hebben we voortaan ook een eigen netwerk voor: het MEC.’
Bestuurswissel
In de beweging van de samenwerking tussen MEC en Nima zal Van Zoelen terugtreden als voorzitter en het stokje overdragen aan Dennis Lith die sinds 2011 al zitting heeft in het bestuur van MEC. Erik Hoogenhout zal toetreden tot het nieuwe MEC-bestuur dat de komende periode nog verder vorm zal krijgen.
De naam Marketing Executive Center blijft gewoon bestaan.
‘Het is een prachtige naam en ook goed bekend onder de relevante stakeholders. Over de manier waarop we dat precies gaan communiceren wordt nog overlegd, want we hechten zeer aan het bestaande karakter van MEC: het blijft een wat autonome club binnen Nima en de huidige MEC-leden moeten zich daar prettig en vertrouwd bij voelen. Zo hoort dat ook vinden we: Nima faciliteert het vak en wordt gevormd door zijn leden, ook door de marketeers die nieuw via MEC aan ons zijn verbonden. Vanuit het Nima-bestuur mag ik me daar de komende periode aan wagen en dat lijkt me een mooie klus.’
Ambitieuze jonkies
MEC is streng volgens Van Dam. ‘Je moet echt als marketeer op die baan zitten en niet als interimmer of adviseur. Het krachtige aspect is dat het een autonome club is. Leden zijn lid omdat ze daar zelf de meerwaarde van zien. Er zit geen verdienmodel achter, er schuilt geen commerciële adder onder het gras, de leden zijn zeer begaan met hun eigen ontwikkeling en die van de ambitieuze jonkies in het vak. Die oprechte intrinsieke motivatie maakt een netwerkclub sterk en in zekere zin niet te kopiëren.’
Over de financiële consequenties laat Van Dam bijna niet uit. ‘Vanzelfsprekend is ook sprake van een formele integratie in de zin dat de ene rechtspersoon onderdeel wordt van de andere, dus daar zit altijd een financieel aspect aan vast. Er is geen sprake van indrukwekkend geschuif met activa maar contractueel moet je de zaken natuurlijk wel goed met elkaar doornemen.’
