Google aangeklaagd om monopoliepositie op advertentiemarkt

De aanklacht van 140 pagina's komt niet uit de lucht vallen: de Amerikaanse overheid is - zowel op landelijk als staatsniveau - al langer uitermate kritisch over Google's dominantie op de advertentiemarkt. De Europese Commissie heeft Google ook op de korrel. In 2021 startte de Europese Commissie een onderzoek naar Google om te bepalen of de techreus Europese mededingingsregels schendt. Critici stellen dat Google zijn advertentietechnologie voortrekt, Google ontkent dit stellig. 

Aan Google nu de taak om te bewijzen dat het geen monopoliepositie heeft wat betreft de verkoop en plaatsing van online reclames. De Amerikaanse aanklagers hebben hun argumenten al klaar. Google heeft een dienst waarmee websites advertentieruimte kunnen aanbieden, softwareprogramma's waarmee adverteerders die advertentieruimte kunnen kopen én een platform dat website-uitgevers koppelt aan adverteerders. Veel websites, groot en klein, halen hun reclame-inkomsten uit diensten van Google. 

Google heeft hier bewust veel moeite in gestoken, is te lezen in de aanklacht. Volgens de overheden heeft het techbedrijf de afgelopen decennia concurrenten dwarsgezeten om zelf te groeien tot de dominante partij die het nu is. En misbruikt het bedrijf die positie tegenover websites en concurrenten. Zo zeggen de aanklagers dat websites die Google-diensten willen verruilen voor concurrerende diensten worden dwarsgezeten door Google. Dat is slecht voor de internationale concurrentie en innovatie, luidt de aanklacht.

Volgens de aanklagers is het daarom tijd dat Google - noodgedwongen - verandert. De Amerikaanse overheid en acht staten willen dat Google stopt met gedrag dat de concurrentie belemmert. Ook moet Google volgens de aanklagers een schadevergoeding betalen en de uitgeversadvertentieserver en het platform dat websites aan adverteerders koppelt afstoten. Zo zou de machtspositie van Google afnemen en de concurrentie toenemen.