Tech-gigant Samsung vraagt haar PR-bureau nieuwsberichten op fouten te checken. Wat vinden mensen uit het vak hiervan? We hebben daarvoor deze poll geopend, maar legden de kwestie ook voor aan ons deskundigenpanel. Wat vinden zij van de veronderstelde slordigheid bij journalisten?
Onjuiste informatie is voor beide partijen een probleem
Iris Reshef, Hoofd Mediarelaties NS
Journalisten en woordvoerders moeten elkaar scherp houden. Journalisten mogen woordvoerders en hun organisaties aanspreken als dingen niet goed gaan. Andersom mogen woordvoerders journalisten ook aanspreken op berichtgeving die niet klopt. En uiteindelijk moet je ook weer met elkaar verder.
Daar zou ik geen extern bureau tussen willen organiseren. Als het goed is zouden de belangen van journalisten en woordvoerders op dit punt namelijk volledig parallel moeten lopen. Feitelijk onjuiste informatie die verkocht wordt als objectief nieuws, is voor beide partijen een probleem.
Als je het gevoel hebt dat onjuistheden een eigen leven gaan leiden of dat ze iedere context missen, kun je hier altijd zelf, proactief op inspringen. Het liefst kort op de bal en dat mag soms best met een knipoog.
Vorige week publiceerde het AD een artikel over de prijsstijging van de treinkaartjes sinds 2008. Een artikel dat niet geheel juist was en context miste. Wij hebben daarop een eigen nieuwsbericht online gezet: ‘Waarom steeg de prijs van een treinrit?’.
Zo konden we het bericht van AD goed toelichten. We hadden ook nog een AD uit 2008 opgedoken. Wat bleek: in 2008 was niet alleen de trein goedkoper. Ook de prijs van de AD zaterdagkrant is in tien jaar met 55% gestegen. Dat hebben we toen ook gemeld met de toevoeging dat ‘desondanks het AD door heel veel mensen met veel plezier wordt gelezen’. Dit artikel was ons best gelezen nieuwsbericht van de afgelopen maand. Geen bureau aan te pas gekomen.
De vlek moet worden weggewerkt, niet wrijven is geen optie meer
Jan Driessen, Q-A Communicatie
Bedrijven worden steeds kwetsbaarder voor ongefundeerde emotie, foutieve berichten en nepnieuws. De verschillende doelgroepen worden dagelijks bestookt door duizenden verkeerde berichten via social of ze zoeken zelf onzinnige verhalen via search. Klanten en opiniemakers verkeren steeds meer in de eigen bubbels, waar ze bevestigd worden in hun eigen gelijk en zich herkennen in hun eigen werkelijkheid. De waarheid is vervangen door ideologie.
De leugens zijn daardoor even geloofwaardig geworden als de feiten. Niemand weet nog wat echt en onecht is, wat betaald en onbetaald is. Een verzonnen blog of vlog heeft voor velen voortaan hetzelfde effect als een doorwrocht journalistiek onderzoeksverhaal. De professionele journalistiek zou (en moet nu ook!) het tegenwicht bieden. Met echte waarheidsvinding en gecontroleerde nieuwsvertrekking.
Helaas gaan ook veel traditionele media mee in de onzinhype. In het snel en ongecontroleerd kopiëren van sites, in het aanscherpen van de boodschap. Het is wit of zwart, je bent goed of fout. Zelfs de zeer gedegen en aantoonbaar positieve laatste miljoenennota wordt in de hedendaagse journalistiek afgedaan met een massaal en gemakzuchtig overgenomen tweet van Geert Wilders: “Een sprookjesverhaal uit de Efteling”.
Deze aantoonbare onzin haalt alle kranten en alle nieuwsrubrieken van Nederland. De vereenvoudiging en ongenuanceerdheid is soms echt stuitend. En ook bedrijven krijgen steeds vaker het gevoel tegen windmolens te vechten. Zij vechten niet meer tegen de feitelijke situatie maar tegen de versimpelde gepercipieerde werkelijkheid van die waarheid.
Foutieve berichtgeving die echt schadelijk is voor de reputatie, dient te worden rechtgezet. Op alle kanalen, en via alle middelen. Niet wrijven in een vlek is geen optie meer. Die vlek moet worden weggewerkt, want blijft anders voor altijd zichtbaar. Bedrijven dienen de controleerbare feiten en de realistische nuance te blijven benadrukken, om met kracht aandacht te blijven vragen voor de grijstinten. Hoe lastig nu vaak ook. Want onze wereld is niet zwart-wit.
Focus op investeren, niet op corrigeren
Cindy Penders, Communication Manager Google Benelux
Een opvallende move van Samsung! Natuurlijk wordt er weleens een fout gemaakt. En via social media verspreiden feitelijke onjuistheden zich sneller dan vroeger. Dat is vervelend, maar een PR-bureau inschakelen om berichtgeving op onjuistheden te checken gaat wel ver.
Bovendien, je blijft letterlijk achter de feiten aanlopen. Zorg dat je altijd goed bereikbaar bent en journalisten je makkelijk weten te vinden als er iets is. Deel actief informatie die relevant kan zijn en investeer in je relaties. Mijn ervaring is dat een telefoontje met de betreffende journalist dan vaak voldoet om een feitelijke onjuistheid snel recht te zetten. Oftewel, focus op investeren, niet sec op corrigeren.
Een verwijtend vingertje naar de journalistiek is niet al te constructief
Jos Govaart, Coopr
Ik erken dat de slordigheid aan journalistieke zijde toeneemt. Ik vind dat echter geen reden om zo zwaar in te zetten op fact checking vanuit bureauzijde. Ten eerste vind ik dat niet bepaald een nieuwe opdracht. Je moet als bureau altijd opletten en als er iets feitelijk onjuist is dan zoek je daarover contact. Dat lijkt me geen hogere wiskunde.
Ik ben niet bij de discussie geweest en ik kan me vooral niet voorstellen dat Samsung zo afhankelijk is van een paar foutjes die journalisten maken. Over wezenlijke zaken moet je zelf de regie pakken. Dat is in een internationale context overigens makkelijker gezegd dan gedaan.
Ik vind het verwijtende vingertje naar de journalistiek niet al te constructief. Je hebt er toch weinig invloed op, dus waarom zou je daar enorm veel tijd in gaan steken. Ik zie het nut daar niet zo van in.
Je kunt je ook afvragen wat je daar zelf als merk/bureau aan kunt doen. Doseer in de hoeveelheid communicatie. Als jij redacteuren bestookt met enorm veel productpersberichten dan is het niet zo gek dat daar foutjes insluipen.
Rondom grote elektronicabeurzen zoals de IFA willen merken vaak enorm veel persberichten versturen. Is dat nog wel slim? Kun je niet beter bundelen, op highlights gaan zitten etc? Of misschien heel anders communiceren. Via video. Waarin je de vragen waarvan je weet dat ze gaan komen, zelf open en eerlijk beantwoordt.
Daarnaast zorgen dat je inzet op twee kwalitatieve bronnen waar je de tijd voor neemt. Dat zal Samsung vast ook allemaal doen. Daarom begrijp ik deze wat overspannen reactie niet helemaal.