Bureaunetwerk Dept begint vanaf donderdag officieel een eigen productiehuis. Diede in ’t Veld (bekend regisseur van o.a. NS, Opel en tv-series als Spangas) geeft leiding aan het nieuwe label ‘Unskippable’. Hij doet dat samen met uitvoerend producent Marit Agter (rechts op de foto), met wie hij al meer dan dertien jaar samenwerkt.
Trend
Zelf video produceren lijkt een trend: Mediamonks begon Made.for.digital, TBWA heeft Vidiboko en ook J. Walter Thompson neemt alle disciplines ‘in huis’.
‘Steeds meer bureaus starten een eigen productiehuis en dat is niet zo raar’, vertelt In ’t Veld. ‘Als je werkt met externe leveranciers kost dat veel tijd. Je bent bijvoorbeeld zo drie dagen verder voor je weet wat een productie kost. Met een eigen team kun je veel sneller schakelen. Iemand van A friend of mine of TamTam (red. bedrijven die onderdeel zijn van Dept) komt nu even langs bij mijn bureau en ik kan meteen een bedrag en startdatum noemen.’
Geschiedenis bij TamTam
In ’t Veld begon zijn carrière als technisch programmeur bij TamTam. Hij werkte er drie jaar, eerst als developer en later als verkoopconsultant. ‘Het was droge kost, helemaal niet creatief’, vertelt hij. ‘Ik vond het niet leuk en besloot om de filmacademie te doen in New York. Daarna werkte ik dertien jaar als zelfstandig regisseur.’
Film en techniek komen bij elkaar
Hij maakte films, series en commercieel werk. De kersverse creatief producent vertelt dat het idee voor Unskippable vorig jaar ontstond.
‘Ik sprak met Dimi Albers en Bart Manuel over dat digitaal en creativiteit steeds meer bij elkaar komen. TamTam wordt steeds creatiever, film wordt steeds meer onderdeel van online beleving. Zo ontstond het idee voor een productiemaatschappij die alle agencies van Dept kan bedienen.’
Geen overname
De ondernemers van bureau TamTam begonnen in 2016 het netwerk Dept met een duidelijke strategie: groeien door bedrijven over te nemen. Die krijgen de toevoeging ‘part of Dept’, maar blijven tegelijk nadrukkelijk onder eigen naam opereren. Dimi Albers, Bart Manuel en Paul Manuel namen in totaal zeven bureaus in binnen- en buitenland over. Waarom investeren ze nu niet in een bestaand productiebedrijf? In ’t Veld: ‘Omdat dat geen zin heeft. Alle bestaande productiehuizen werken voor reclamebureaus. Als je zo’n producent bij Dept zou betrekken valt het klantenbestand weg, want die bureaus gaan natuurlijk niet bestellen bij de concurrent.’
Analyse en distributie
Unskippable wordt daarom de eerste ‘startup’ van Dept. Het productiehuis onderscheidt zich van de rest met focus op analyse en digitale distributie. ‘Online kun je veel meer meten dan op tv. Tv-reclame is gewoon zenden en hopen dat mensen blijven zitten tot The Voice of Holland weer begint.’
De regisseur ziet op televisie ‘prachtige dingen, maar ook veel rommel’: ‘Dat kunnen merken zich online niet permitteren. Mensen kijken er gewoon niet naar. Ze klikken niet, ze delen niet, ze ‘skippen’ de promo. Wij heten Unskippable omdat we video’s maken die zo leuk zijn, dat je ze niet wilt overslaan.’
Verbeteren
Het team is continu aan het meten, analyseren en verbeteren. Als voorbeeld noemt In ’t Veld een campagne voor Chocomel. Samen met A friend of mine maakt Unskippable een dagelijks weerbericht op Facebook, twintig dagen lang.
‘Video voor Facebook maken is enorm lastig’, vertelt hij. ‘Je moet mensen blijven boeien. In deze campagne schieten we elke dag een nieuwe video. We kunnen zo bepaalde elementen aanpassen en verbeteren, om de uitkijktijd te verhogen. De eerste drie seconden zijn bijvoorbeeld heel belangrijk: als ze die leuk vinden, kijken ze de rest ook. Toen we het begin vervingen door de belofte ‘het weerbericht in dertig seconden’ keken veel meer mensen het filmpje uit.’
Creatie en techniek
'Mijn oude vak, techniek, en mijn creatieve kant als filmmaker komen samen in dit bedrijf', zegt hij. 'Dat is gewoon top, daar word ik blij van.'
Naast zijn werk bij Unskippable blijft de regisseur speelfilms maken. ‘Ik wil ook dat mensen die bij ons werken dat doen. Commercieel werk is heel leuk, maar het is ook goed om af en toe je creatieve vrijheid te pakken.’