Wessanen, het concern dat zich (vooral) toelegt op biologische voedingsmiddelen, maakte woensdag bekend dat het start met het kickstartproject ‘Organic food against climate change’. Het doel daarvan is om ondersteuning te bieden aan kleine ondernemingen met een positieve impact op het wereldwijde voedselsysteem en klimaatverandering. Wessanen trekt daarin op met Triodos Bank en ImpactHub Amsterdam.
Onderlinge ideeën
Het kickstartproject begeleidt gedurende drie trainingsdagen en vier masterclasses tien deelnemers. Die werken aan het schaalbaar maken van hun onderneming en daar uit voortvloeiende groei. Wessanen: ‘Interactie en onderlinge ideeën en inspiratie uitwisselen staan voorop.’
Grote woorden
Wessanen kondigde het project aan met grote woorden. ‘Positieve impact op het wereldwijde voedselsysteem en klimaatverandering.’ Klaus Arntz (foto), EVP marketing & sustainability bij Wessanen, verklaart zich nader.
Triodos Bank adverteerde een tijd lang met het adagium ‘klein is het nieuwe groot’. Wordt er bij Wessanen ook op die manier tegen de zaken aangekeken?
‘Absoluut, dat is ook de kern van onze business, want verandering begint altijd klein. Je wil uiteindelijk natuurlijk altijd opschalen, maar als je meteen heel groot begint met het neerzetten van veranderingen, dan krijg je het niet van de grond. Binnen ons portfolio hebben we veel merken en producten die als familiebedrijf zijn begonnen. Om op te schalen zijn ze in een later stadium bij Wessanen gekomen. Onze structuur is er in wezen eentje van een verzameling van kleine bedrijven.
De vraag is natuurlijk, wat is klein en wat is groot. Dat is altijd relatief. Ten opzichte van een familiebedrijf is Wessanen een groot concern, maar vergeleken met Danone en Unilever zijn we klein. We willen onze ondernemersgeest die daarmee gepaard gaat, vasthouden.’
In het persbericht waarin ‘project’ wordt aangekondigd, worden grote woorden gebruikt, zoals ‘positieve impact op het wereldwijde voedselsysteem en klimaatverandering’. Als je dergelijke doelen nastreeft, zet een kickstartproject á 10 duizend euro dan wel voldoende zoden aan de dijk?
‘In het begin waarschijnlijk niet. We gaan daarbij natuurlijk op zoek naar juweeltjes. Daarna moet je veel tijd en energie steken in het opschalen. We gaan op zoek naar potentieel, niet naar instant succes. Het zou niet realistisch zijn om te denken dat je de wereld met dit project even verandert. Daar hebben we de middelen niet voor.’
Wat moet de challenge opleveren om voor Wessanen ‘geslaagd’ te zijn?
‘Kijk, wij zien het als een probeersel, als een experiment. We streven naar een betere wereld en als het ons lukt om betrokkenheid te verwezenlijken bij mensen en bedrijven, dan is het al een succes. En als er genoeg mensen zijn die mee willen doen aan het programma. We bieden ze een kans. Uiteindelijk hopen we dat we op iets uit komen dat de potentie heeft om uit te groeien tot iets gigantisch. Misschien wel de heilige graal. Maar eerst maar eens kijken of we bedrijven aan het denken kunnen zetten over hoe ze de dingen die ze nu doen béter gaan doen. Naar het volgende level brengen.’
Wessanen voert 13 merken, waarvan er slechts een handvol een goede zichtbaarheid in Nederland hebben. Zou Wessanen zijn impact op het wereldvoedselsysteem niet kunnen vergroten door die merken in Nederland en elders groter te maken?
‘Zeker, daar moeten we ook aan werken. We moeten onze merken groter maken. Het is wel belangrijk om goed na te denken over hóe we dat doen. Zonnatura is ons enige brede publieksmerk in Nederland. Als zodanig hebben we veel meer kans om het verschil te maken door dat merk groot te laten groeien, dan dat we onze energie versnipperd inzetten op verschillende merken. In Frankrijk hebben een vergelijkbaar merk, dat vergelijkbare producten voert, Bjork. Zo hebben we verschillende markten onze hoeksteenmerken. Het zou nergens op slaan meer van dergelijke merken in één en dezelfde markt te pompen. Dat is wel het geval met merken die waarde toevoegend doordat ze additionele producten bieden.’
Maar andere merken van Wessanen zijn wel verkrijgbaar in Nederland toch?
‘Zeker, een aantal merken waar we minder focus op leggen, zijn verkrijgbaar in meer specifieke winkels. In de hoek van de natuurwinkels, met Ekoplaza als grootste. Bijvoorbeeld Allos en Isola Bio. Die brands brengen we niet naar de grote supermarkten en dat heeft ook te maken met de wens van de gespecialiseerde retail. Ekoplaza wil ten opzichte van Albert Heijn een toegevoegde waarde hebben. Als je overal hetzelfde kunt krijgen, vervaagt dat.’