[door Jeroen Siebelink]
Binnenkort start op Netflix deel 3 van House of Cards, de veelgeprezen serie met Kevin Spacey, die zich afspeelt in het Witte Huis. Ook in politiek Den Haag kijken ze er al maanden naar uit. Mooie gelegenheid om zeven grote fans onder vooraanstaande woordvoerders en communicatieadviseurs te vragen naar de lessen. Welke scène opende ze de ogen? Wat zouden we ook hier moeten doen?
Spacey speelt in de serie Frank Underwood, een invloedrijk regelaar in het Huis van Afgevaardigden. In zijn zucht naar meer macht wordt hij geholpen door zijn vrouw Claire, chief of staff Doug en press officer Seth. Intimidatie, chantage, moord, alles halen ze uit kast.
Veel vakmensen in Den Haag die we benaderden met onze vraag wuifden hem lacherig weg. Dit soort dingen komen niet voor rond het Binnenhof. Een dooddoener, want onze zeven sprekers is ook Franks communiceren niet ontgaan, die subtiel is, en schaamteloos tegelijk. Zijn spin met het stalen gezicht, het snelle schakelen naar plan B, het regelen van meerderheden, het voor zijn karretje spannen van de pers, het tegen elkaar uitspelen van tegenstanders. Ja, de politiek is in House of Cards vuiler dan in vergelijkbare series als The West Wing en Borgen. Niet dat de omgeving daar niet cynisch is, maar de hoofdpersonages, visionaire leiders, proberen er wel hun politieke idealen hoog te houden. In The West Wing lukt dat wonderwel, in het Deense Borgen, een wereld die meer weg heeft van de Nederlandse praktijk, lukt dat nauwelijks.
In The West Wing en in House of Cards bewonderen onze Haagse sprekers dan ook de krachtige, positieve boodschap, The American Dream. Als je iets écht wilt, zo is elke aflevering weer Franks belangrijkste les, dan lukt het je ook. Frank bereikt daar bepaald geen mooie idealen mee, wel persoonlijk gewin.
Hoe doet hij dat toch? Hoe communiceren we ons naar ons doel?
Les 1. ‘Elke nieuwe situatie biedt weer nieuwe mogelijkheden’
Remco Dolstra, directeur Communicatie ministerie van Financiën:
‘Door House of Cards ga je vertederd kijken naar de Haagse politiek. De meedogenloosheid van Frank en Claire zijn hier onbestaanbaar. Maar de grote opgave van het voortdurend zoeken naar meerderheden in twee Kamers herken ik bijvoorbeeld wel. Frank trekt twee dwarsliggers over de streep door een intimiderende voorstelling met twee speelpoppetjes op zijn bureau. Ik zie frappante overeenkomsten met de Nederlandse politiek. Ik herinner me een aflevering dat een militaire basis toch maar niet wordt gesloten, omdat Frank iemands stem nodig heeft om zijn onderwijswet erdoor te krijgen. Zo gaat dat hier ook, vorig jaar nog kon het kabinet het najaarsakkoord sluiten met de ‘constructieve’ oppositie nadat besloten was om de kazerne in Assen open te houden. Militaire bases zijn blijkbaar prima wisselgeld. Over politici bestaat vaak het beeld dat ze nauwelijks nog met het eindresultaat bezig zijn, alleen nog met het spel. Natuurlijk zijn ook Nederlandse politici bezig met macht, hoewel van links tot rechts inhoud toch de grootste drijfveer blijft. Wat we van Frank kunnen leren, is dat elke nieuwe, lastige situatie ook nieuwe mogelijkheden biedt. Hij zit nooit bij de pakken neer. Als protegé Russo in de goot zit, ziet Frank toch weer mogelijkheden om hem gouverneur te maken. Het lukt nog bijna ook – totdat Russo in de weg zit en er opnieuw een situatie ontstaat.’
Les 1. Frank trekt twee dwarsliggers in het congres over de streep. ‘Stem voor je district, stem naar je geweten, en verras me niet. Belangrijkste van die drie? Verras me niet.’ (seizoen 1, afl. 9)
Les 2. ‘Frame kwesties om de tegenstander achter je plan te krijgen’
Jack de Vries, media-adviseur, voorheen staatssecretaris van Defensie, politiek adviseur premier Jan Peter Balkenende en campagneleider CDA:
‘Politiek is boekhouden, hoor je wel eens. Maar wat als je stemmen tekortkomt? Als majority whip, de stemmenregelaar van de Democraten, is Frank niet alleen bezig met neuzen tellen. Hij weet ook zijn plannen in dermate fraai daglicht te stellen, dat zelfs zijn grootste tegenstanders zich erachter scharen. Dat is in Den Haag niet anders. Neem de kwestie van de joint fight striker (JSF), de aanschaf van nieuwe toestellen voor de luchtmacht. Hoe kregen we de PvdA achter die plannen? In Den Haag kwamen we niet verder, maar toen we onze aandacht verlegden naar andere PvdA’ers in het land, keerden onze kansen. We zochten steun bij PvdA’er Jacques Tichelaar, commissaris van de koningin in de Drenthe, alsmede de PvdA-burgemeester van Hoogeveen, waar de F16-basis ligt. We legden de nadruk op de regionale belangen, reframeden de kwestie van defensiematerieel naar een kwestie van werkgelegenheid. Belde ik als staatssecretaris zelf met Jacques? Dat kan. Of het liep via de industrie, verschillende lijnen zijn denkbaar. Ook organiseerden we een grote happening op het fabrieksterrein in Hoogeveen, vakbonden erbij, de commissaris was er, en veel camera’s. Had het resultaat? Het heeft zeker een rol gespeeld. De les is: maak jouw probleem hun probleem. Stakeholdermanagement noem ik het.’
Les 2. Frank overtuigt Peter Russo. ‘Er zijn machten aan het werk die groter zijn dan wij.’ (seizoen 1, afl. 4)
les 3. ‘Laat de waarheid niet in de weg staan van een goed verhaal’
Tino Wallaart, hoofd public affairs Natuurmonumenten, voorheen woordvoerder minister Jacqueline Cramer en politiek adviseur minister Ronald Plasterk:
‘Mijn held in de serie is Claire, de vrouw van Frank. Mijn eigen vrouw, naast me op de bank, vindt Claire niet zo sympathiek, maar ik vind haar geweldig. Ze is meedogenloos én ze laat op momenten zien dat ze daarmee worstelt. Voor vrouwen op zulke posities ligt de lat altijd hoger dan voor mannen. Een man mag een klootzak zijn, van haar wordt een morele houding verwacht. Claire is net zo pragmatisch als haar man, professioneler nog. Ze zet het persoonlijke van zich af, maakt van ruzies geen permanente strijd. Als baas van het Clear Water Initiative, een ngo, is ze keihard tegen medewerkers die uit de pas lopen, totdat ze inziet dat het niet langer functioneel is. “Ik weet iets beters. Ik stop ermee, en jij neemt de zaak over.” Neem ook een moment later in de serie, waarop ze vrede wil sluiten met Jackie, de opvolger van Frank als majority whip in het Huis van Afgevaardigden, na haar eerst te hebben gechanteerd en zwart te hebben gemaakt omdat ze niet wil meewerken aan een wet. Deemoedig doch soeverein zegt ze: “Ik trek het wetsvoorstel in. Ik moet mijn trots laten varen.” Jackie’s mond valt open, ze slaat de armen skeptisch over elkaar. “Zijn jij en Frank soms weer iets van plan?” Claire: “Als jij nog wilt, wil ik graag opnieuw met je beginnen.” Die hele wet wordt een-twee-drie opgeofferd aan hogere belangen. De inhoud is overgewaardeerde handelswaar, zeg ik altijd. Claire is in staat het persoonlijke ondergeschikt te maken aan het grote plaatje. Ook heeft ze er geen enkele moeite mee om halve waarheden te verkondigen. In het nauw gedreven op tv biecht ze op dat ze ooit is verkracht, maar voegt er dan doodleuk aan toe dat ze zelfs abortus heeft moeten plegen. Dat klopt op zich wel, maar dat was niet vanwege de verkrachting.
Laat de waarheid niet in de weg staan van een goed verhaal. Dat geldt voor pers én politici. De mooiste verhalen die naar buiten komen zijn vaak maar zeer ten dele waar, en dat is prima. Laatst beweerde een schapenherder dat hij al zijn schapen naar de slachterij ging brengen omdat hij door Natuurmonumenten was ontslagen. Wouke van Sterrenburg retweette het berichtje, dierenactivisten sprongen erop, wij lagen weken onder vuur. Die man werkte niet voor ons, het had met subsidies uit Brussel te maken, maar dat deed er niet toe. Het was David tegen Goliath, de mensen smulden ervan. Verhaal af, niks meer aan doen.
Ik herinner me ook de klimaattop in Kopenhagen, waar ik met minister Jacqueline Cramer een week rondliep. Het was stervensdruk en bloedheet, er was geen eten, en Afrikaanse afgevaardigden waren boos omdat ze niet werden betrokken in de besluitvorming. Terwijl ambtenaren en regeringsleiders het druk hadden met onderhandelen, hadden wij niks te doen. Ik zei: wat gaan we doen? Ik stelde voor dat zij een handje ging schudden met Afrikaanse landen, dan deden we toch nog iets nuttigs. Toevallig liep er net een cameraploeg van Netwerk met haar mee de zaal in. “Nederland bruggenbouwer”, zo brachten ze het verhaal ’s avonds groots op tv. Alsof dat echt onze missie daar was. Dat dus, dat heeft Claire in het extreme.’
Les 3. Claire liegt de waarheid. ‘Daar hebt u nooit iets over gezegd. Niemand heeft het ooit gevraagd.’ (seizoen 2, afl. 4)
Les 4. ‘Genadeloze regelaars als Remy lopen ook op het Binnenhof rond’
Jan Schinkelshoek, communicatieadviseur, voorheen Tweede-Kamerlid CDA:
‘Het type Remy kende ik al voordat ik het personage Remy Danton op tv zag. Een paar jaar geleden liep ik de brutale lobbyist uit House of Cards hoogstpersoonlijk tegen het lijf, in de wandelgangen van de Tweede Kamer. Eigenlijk liep hij mij tegen het lijf. Ogenschijnlijk toevallig, op weg naar een vergadering achter gesloten deuren. Goed zeg, dat hij me zag. Hij wilde me iets vragen. Of misschien was het beter morgen. Overmorgen kon ook. Kop koffie doen? Niks bijzonders hoor, alleen bijpraten. O ja, hij had nog wel iets voor me.
Danton, de lobbyist die in Washington overal binnenkomt, is genadeloos. Ooit ruilde hij zijn baantje bij Frank in voor een beter betaalde baan als lobbyist voor een energiemaatschappij. In de serie bedrijft hij public affairs tot in het bed, je krijgt echt waar voor je geld bij hem. Wie door zo’n typisch karikatuur van House of Cards, en andere vertekeningen, heenkijkt, herkent het type dat ook op het Binnenhof rondscharrelt. Schermend met namen die hij allemaal kent, zinspelend op wat hij voor jou kan betekenen, schertsend over tegenprestaties, dreigend met consequenties – het komt hier allemaal voor. Niet op grote schaal, de meeste pa-adviseurs zijn nette, hardwerkende lieden die hun best doen om voor hun opdrachtgever een afspraak met een Kamerlid te regelen. Ze kennen hun zaakjes goed, en “denken met je mee”. Maar die ene die mij tegen het lijf liep – nee, ik noem geen namen – schrok niet terug voor spelletjes. Hij stookte mijn collega’s in de fractie op, babbelde te vaak en te lang aan de bar van Nieuwspoort, en hij was niet te beroerd om kleine dreigementen te uiten. Werkte ik niet mee? Dan zou hij wel even bij die en die langs te gaan...
Ik kom hem nog wel eens tegen, hier in Den Haag. Hij kijkt me nog altijd even brutaal aan.’
Les 4. Lobbyist Remy scheidt zaken en privé. ‘Fijn dat we hebben gepraat. Als je nog eens wilt praten, bel me dan.’ (seizoen 2, afl. 3)
Les 5. ‘Politiek kan je leven volledig beheersen’
Jean Fransman, hoofd persvoorlichting ministerie van Veiligheid en Justitie:
‘House of Cards laat de romantiek zien van de politiek, iets wat ik in Nederland soms wel mis. Het is de strijd tussen goed tegen kwaad, tussen leven en dood. De boodschap is: politiek kan het leven van mensen volledig gaan beheersen. Ga je niet mee in de gekte, dan word je verslonden met huid en haar. Dat is Shakespeariaans. Frank weet dat, en in Den Haag weten we dat ook. Haagse politici zijn nieuwsjunkies. Ze zien en lezen alles. Daar ga je als woordvoerder ook in mee. Bij nacht en ontij ben je aan het werk om nieuws te maken, of om een reactie klaar te hebben om nieuws recht te zetten. Tijdens een werkbezoek staan bewindslieden permanent in contact met Den Haag, vlak voor een speech over de toekomst van de brandweer staan ze even te bellen over een Kamerbrief over de rechtsbijstand. Elk onderwerp waar ze mee bezig zijn, kan een heel ander doel hebben, een politiek doel. Ministers schaken op vele borden tegelijk, moeten mensen en kwesties bespelen, en daarbij steeds vijf stappen vooruitdenken. Net als Frank.’
Les 5. De politicus als schaker. Hier bespreekt Frank zaken ‘die niet hebben plaatsgevonden’ met assistent Doug. De volgende dag zal hij de vice-president buitenspel zetten. (seizoen 1, afl. 11)
Les 6. ‘Politiek en pers gebruiken elkaar over en weer’
Job Frieszo, media-adviseur. Voorheen woordvoerder van de minister van Buitenlandse Zaken, woordvoerder van drie ministers van Economische Zaken, politiek verslaggever NOS:
‘In seizoen 1 legt Frank het aan met politiek verslaggever Zoe. Het mooie aan hun verhouding is dat hij haar geregeld voor zijn karretje spant, maar andersom zij hem ook gebruikt.
In wezen is het in Den Haag niet anders. Neem het lekken van informatie, iets wat ik regelmatig meemaakte in mijn tijd als verslaggever. Tijdens Paars II sluimerde in de ministerraad een conflict over een beleidskwestie. De ene minister wilde een andere minister in diskrediet brengen met een kritisch rapport dat hij in handen had. Ik kreeg een telefoontje van zijn voorlichter. “Ik heb iets interessants voor je.” Ik zei dat ik niet kon beloven dat ik het zou publiceren. “Ik rij wel even langs”, zei hij. Het was een mooie zomerdag, ik liep even naar buiten. Het raampje van zijn wagen stond open, we maakten een praatje. “Denk erom, geen hoor en wederhoor”, zo was zijn eis. Toen volgde de envelop.
Terug op de redactie volgde een discussie. Kon dit wel door de beugel? Dit nieuws was te belangrijk, vond ik. Ik bracht het om acht uur, het werd een enorme rel, om tien uur volgden alsnog de reacties.
Werd ik op zo’n moment gebruikt? We gebruiken elkaar, dat weet je. Het gaat over en weer.
Toen een minister na een misstap voor een commissie moest verschijnen, had hij bedongen dat als er camera’s voor de ingang stonden hij niet hoefde te verschijnen. Hij tipte mij, en ik stond er, met een camera. Die minister ontkwam uiteindelijk niet aan het verhoor, maar het was van een soort psychologische oorlogsvoering die Frank ook toepast.
Andersom heb ik ook wel eens de druk op een minister opgevoerd. Na de val van Sbrenica eisten fracties van Defensieminister Joris Voorhoeve onderzoek. Maar hij was nog niet zover. “In de uitzending straks zeggen ze dit en dit”, zei ik. “Wilt u in uw hemd staan?” Toen kwam hij alsnog met een onderzoekscommissie op de proppen.
Inmiddels zit ik tussen de partijen in. Het strategisch lekken is alleen maar erger geworden. Het is ook makkelijker, met al die camera’s en nieuwe media. Maar inhoudelijk gaat het vaak nergens meer over. Alleen nog over de poppetjes.
Hyperigheid en beeldvorming, in die zin begint Den Haag wel op House of Cards te lijken.’
Les 6. Het ultieme insteken. Frank brengt via de ambitieuze journaliste Zoë Barnes een concurrent ten val. Of de beschuldiging klopt? Onthoud dit Mrs. Barnes: ‘Everything is a story.’(seizoen 1, afl. 2)
Les 7. ‘Improviseren is niet erg. Als je het maar goed doet’
Bartho Boer, hoofd Communicatie NS, voorheen woordvoerder van de Amsterdamse burgemeesters Job Cohen en Eberhard van der Laan:
‘Frank gaat bij CNN in debat met vakbondsleider Spinella over de voortdurende lerarenstaking. Hoewel Frank de gedoodverfde winnaar lijkt – de weg ernaartoe is weer eens zorgvuldig gespind – loopt het gesprek voor hem uit op een ramp. Hij eist dat Spinella excuses maakt aan Claire, die in de studio aanwezig is, voor een baksteen die thuis door de ruiten is gevlogen. Als Marty de bal terugkaatst door te zeggen dat Frank zijn vrouw misbruikt voor publicitaire doeleinden, stottert en stamelt hij zich naar het einde van het gesprek. Het levert de kijker plaatsvervangende schaamte op. De nachtmerrie van elke politicus, en zijn voorlichter. Het deed me denken aan de Republikeinse presidentskandidaat Rick Perry, die in 2011 niet meer op de naam van het derde ministerie kon komen dat hij op wilde heffen.
In Nederland komt het briefje van Bleker in de buurt. Arrogantie kan dodelijke onderschatting betekenen. Frank bereidt het debat nauwelijks voor, babbelt wat met Claire over zijn plannetjes. Terwijl zij zijn make-up doet (war paint) vraagt ze of hij er tegenop ziet. Integendeel. Hij nodigt haar uit om mee te gaan naar de studio. “Watch me put the final nail on Spinella’s coffin. It’s gonna be fun.”
Net voor mijn start in Amsterdam had Job Cohen een tv-debat met Hero Brinkman bij Nova, die hem in de Volkskrant als laf had weggezet. Cohen verloor het debat niet, maar zijn ergernis lag er te dik bovenop. Terwijl hij alle inhoudelijke punten wegspeelde, bleef hij maar terugkomen op het feit dat Brinkman hem slap vond. Brinkman speelde zijn rol gewoon slim, maar Cohen nam het persoonlijk, en dat gaf Brinkman vleugels.
Kort na Cohens vertrek naar Den Haag fileerde ook Twan Huijs hem, door een kennisquiz af te nemen. Mijn ingewanden krompen toen ik het zag. Het werd bijna vernederend. Hij zat ook raar, een beetje schuin. Ik dacht: wie heeft dat die man in vredesnaam geadviseerd? Sleutelen aan routines, dat is vragen om problemen. Al met al bleek hij onvoldoende voorbereid te zijn op zijn nieuwe rol als politiek leider.
De les? Denk nooit dat je een debat in de zak hebt. De kunst is om elke keer goed voorbereid te zijn, maar tegelijkertijd ontspannen en relaxed. En: laat het voor de camera nooit persoonlijk worden. “Het improviseren was niet erg”, zoals Claire na de afgang tegen Frank zegt. “Je had het alleen beter moeten doen.”’
Les 7. Alles is geoorloofd, zolang je het maar slim speelt. Frank brengt tegenspeler en vakbondsman Spinella zo tot razernij dat deze hem in het gezicht slaat. Waarmee Spinella zichzelf buitenspel zet. (seizoen 1, afl. 7)