Vorige week werd BMW-designer Adrian van Hooydonk geïnstalleerd als erelid van BNO. De Nederlandse designer woont in Duitsland en staat daar aan het hoofd van een designteam van 650 designers met 30 verschillende nationaliteiten. Marketingonline stelde hem vijf vragen.
Hoe is het als Nederlander in dit vak?
‘Ik voel me nog steeds Nederlander, ook al woon ik al meer dan twintig jaar in het buitenland. Nederlanders kunnen over het algemeen met een hoop culturen omgaan en kunnen met een hoop talen overweg. Ik spreek vijf talen en die gebruik ik ook in mijn werk en dat waarderen mensen.
Het was een lange weg voordat ik in deze job terecht kwam. Ik weet dat het vanuit Nederland gezien niet normaal is, want wij hebben geen eigen auto-industrie. Als student kun je niet van zo’n baan dromen, natuurlijk hoopte ik wel dat ik autodesigner kon worden, maar manager van een team van 650 mensen, dat kun je je niet voorstellen.’
Duitse collega’s vinden het prima dat u geen Duitser bent?
‘Ja, we maken natuurlijk wel eens grapjes, zeker als er gevoetbald wordt tussen Nederland en Duitsland, maar ik ben gelukkig niet de enige die goed werk in Nederland verricht, dat doet Arjen Robben ook. Met z’n tweeën zorgen we ervoor dat zeker de mensen in München een heel goed beeld hebben van Nederland.’
Auto’s worden steeds meer computergestuurd en interactief, wat merkt u daar in design van?
‘Een heleboel. Wij zijn er ook actief mee bezig. Alle BMW’s hebben internetverbinding en we bieden klanten via die verbinding diensten en services aan. In de toekomst gaan we auto’s ook op een hele andere manier bedienen, bijvoorbeeld door touchbediening en bediening door bewegingen. Je kunt dan bijvoorbeeld je telefoon opnemen door te wijzen in de richting van het scherm of je maakt een wegwerp gebaar om het gesprek af te wijzen.
De beeldschermen die je in BMW’s ziet worden ook door ons ontworpen, want dat is mede bepalend voor de merkbeleving. Vijf jaar geleden hadden we één beeldscherm in het midden van het dashboard, maar inmiddels hebben we er ook een achter het stuurwiel. Ons werk is dus verdubbeld. User interface en on screen design zijn de snelst groeiende afdelingen binnen ons team.
Ontwerpen komen op verschillende manieren tot leven. We beginnen natuurlijk met schetsen en daarna worden er modellen gemaakt en die modellen worden nu zelfs geanimeerd. We maken dus een film van een auto die over vier jaar pas gemaakt wordt en laten deze door de straten van Amsterdam rijden. Zo beoordelen wij onze eerste designresultaten. We hebben daarom steeds meer computermodelleurs maar ook filmmakers aan boord.’
Hoe komen jullie aan inspiratie voor nieuwe technologieën?
‘Je ziet bij de consumentenelektronica vaak al een beetje wat de consument de komende twee jaar thuis kan doen of hoe hij een bepaald product gaat bedienen. Die industrie loopt op dit moment nog vooruit op de auto-industrie. Zij hebben dan ook een cyclus van twee jaar en wij van zeven jaar. En wij moeten altijd bedenken dat onze producten ook rijden, dus dat je alles moet bedienen terwijl je soms 200 kilometer per uur rijdt. Bij sommigen technologieën kun je je handen vrijhouden, zoals bij voice control. Ook veilig is ons head up display, waarbij de belangrijkste informatie op de voorruit wordt getoond, waardoor je niet meer op een schermpje laag in het dashboard hoeft te kijken. Wij doen alles om ervoor te zorgen dat onze klanten de nieuwe techniek hebben, maar er vooral ook mee om kunnen gaan. De nieuwe techniek moet ervoor zorgen dat de rijervaring nog beter wordt.’
U stuurt een gigantisch team van designers aan bij BMW, wat zijn uw ambities voor de komende vijf jaar?
‘Ik ben al volop bezig met de volgende productgeneratie en mijn ambitie is dat dat een sprong wordt die iedereen waarneemt. We hebben nu met BMW-I een submerk gecreëerd wat gezien kan worden als ons experimenteerlab voor nieuwe ideeën en technologieën. Toen wij de i8 ontwierpen dachten wij dat de auto futuristisch zou zijn en een klein publiek zou aanspreken, maar dat blijkt niet zo te zijn. Klanten blijken deze veranderingen toch van de auto-industrie te verwachten of in ieder geval bereid te zijn die aan te nemen. Vijf jaar geleden hoopte mensen dat dat ‘elektrische gedoe’ aan hen voorbij zou gaan. Ze hadden een negatieve houding tegenover verandering en waren bang dat autorijden niet meer leuk zou zijn. Ik denk dat wij hebben laten zien dat de industrie kan veranderen en leuk kan blijven. De komende jaren wil ik dat dat duidelijk zichtbaar wordt, waardoor we laten zien dat onze firma futureproof is.’
Foto: Ilco Kemmere