In Nederland zijn er tientallen koepels en brancheverenigingen actief die zich inzetten voor de belangen van organisaties en ondernemers. Waar lidmaatschap en de behoefte aan vertegenwoordiging altijd als gemeengoed golden, blijken leden en niet-leden, zeker ten tijde van crisis, twijfels te hebben over het nut van een lidmaatschap. Is er nog wel bestaansrecht voor brancheorganisaties in de verdigitaliserende (netwerk) wereld?
Hebben we het echt nodig?
Als voorzitter van IAB Nederland stel ik mijzelf iedere keer weer de vraag: “Welke positionering is voor de toekomst zinvol en kansrijk genoeg om leden aan ons te binden? Wat zijn de belangrijkste drives voor leden om lid te worden? En hoe worden we gehoord?” Natuurlijk sta ik hier niet alleen in. Iedere voorzitter en directeur van een branchevereniging vraagt zich dit af.
Zeker nadat een onderzoek van TNS NIPO enige tijd geleden zelfs aantoonde dat brancheverenigingen niet uitblinken in hun communicatie richting en interactie met haar leden. Een gegeven dat mij helaas bekend voorkwam. Voordat ik namelijk gevraagd werd voor het bestuur van IAB Nederland, was mijn bureau al jaren lid van IAB. En ieder jaar weer werd mij, als digital frontrunner binnen het bureau, de vraag gesteld of we ons lidmaatschap wel écht nodig hadden.
Iedere keer weer beantwoordde ik deze vraag volmondig met een ‘ja’. Want naast de vele mooie onderzoeken als bijvoorbeeld de Ad Spend en evenementen als Friends of Search die IAB Nederland voor de sector organiseert, liggen er bij een branchevereniging als vanouds een aantal heel belangrijke taken.
Zo zorgen brancheverenigingen ervoor dat de belangen van het bedrijfsleven worden behartigd door onder meer lobby. Door proactief en nauw samen te werken met overheidsorganen willen wij problemen voor het bedrijfsleven, maar ook voor de consument voorkomen. Zoals IAB nu ook actief bezig is met de malvertisingproblematiek. Door samen met ACM te werken aan een effectieve oplossing hopen wij allebei mogelijke wetgeving of rechterlijke uitspraken ten opzichte van malvertising voor te zijn.
We houden de sector dicht bij elkaar
Maar brancheverenigingen zijn ook belangrijk omdat wij door gezamenlijke afspraken over kwaliteit, richtlijnen en opzetten van innovatieprojecten de branche proberen te ordenen. En door het faciliteren van bijeenkomsten, het geven van juridisch advies en een collectieve inkoop van diensten en producten te verzorgen, houden we de sector dicht bij elkaar.
Dus ja, er is zeker nog een bestaansrecht voor brancheverenigingen, misschien juist wel in zo’n verdigitaliserende (netwerk)wereld. Want jullie weten net zo goed als ik, zolang het contact alleen digitaal verloopt, blijven plannen vaak steken in intentieverklaringen. Pas vanaf bij moment dat je elkaar aan tafel zit, begint het te bruisen en buitelen de ideeën over elkaar heen.
Maar om dat alle bedrijven in Nederland duidelijk te maken, is geen gemakkelijke klus, maar het lukt ons wel. Ik ben dan ook trots ben dat wij eind juli het bericht naar buiten konden brengen dat het IAB, de branchevereniging voor de digitale marketing, in de eerste helft van dit jaar alleen al 25 nieuwe leden heeft mogen verwelkomen. En vooral de mix tussen adverteerders, publishers en bureaus maakt van mij een trotse voorzitter.
Nu alleen weer aan ons de taak om continue de toegevoegde waarde van een branchevereniging aan onze leden zichtbaar te maken. Om in gesprek te blijven met hen, te achterhalen wat er speelt en waar de behoeftes liggen. Zodat onze leden aan het einde van dit jaar niet de vraag gesteld krijgen of ze nog lid moeten blijven.
Ik ga daar in ieder geval mijn stinkende best voor doen.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!