Dankzij deze stijlmiddelen kun je met minder woorden meer zeggen. Jouw boodschap wordt beter onthouden en je verhaal wordt krachtiger. Het gebruik van stijlfiguren is persoonlijk. Doorgaans kunnen we ze aanraden bij alle soorten debatten, toespraken en presentaties, maar ze hebben ook te maken met culturele dimensies. Een Amerikaanse politicus zal zich vaker bedienen van stijlfiguren dan zijn Nederlandse collega. Toch zien we ook in Nederland gelukkig een toename van de kennis over retorica en debat en dit resulteert in meer sprekers die experimenteren met overtuigingskracht en dus gebruikmaken van stijlfiguren. Wat ons betreft zijn stijlfiguren een middel om soms droge materie toegankelijk te maken. Dus ook als je ‘van de inhoud bent’ en wars van ‘populisme’ en ‘oneliners’, raden we je toch aan om eens naar de volgende mogelijkheden te kijken.
Drieslag
De drieslag is een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen. Het is een moderne variant van wat de oude Grieken de tricolon noemden. Dit stijlmiddel is nog altijd populair, en niet zonder reden. Het blijkt een zeer effectieve manier om je voordracht krachtig, helder en overtuigend te maken: zeg het simpelweg in drieën. Want drie is een aantal dat beklijft, vooral als er ook nog een cadans in te herkennen valt. Drie voorbeelden:
• Bloed, zweet en tranen
• ‘Government of the people, by the people, for the people’ (Abraham Lincoln)
• Wein, Weib und Gesang
Repetitio
Het regelmatig herhalen van dezelfde woorden of zin draagt bij aan de overtuigingskracht. Doe dit verspreid door het betoog. Op deze manier hamer je een boodschap in iemands hoofd. Bekende voorbeelden zijn:
• ‘Read my lips: no more taxes’ (George Bush sr.)
• ‘Yes we can’ (Barack Obama)
• ‘Voorts zijn wij van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie’ (Marianne Thieme, als afsluiting van elk betoog)
Anafoor
Bij een anafoor beginnen meerdere zinnen achter elkaar met dezelfde woorden. Dit zien we vaak bij plechtige en belangrijke toespraken. Drie bekende voorbeelden:
• ‘Victory at all costs. Victory in spite of all terrors. Victory, however long and hard the road may be.’ (Winston Churchill)
• ‘I have a dream.’ (Martin Luther King)
• ‘And the German will be sickened by us, and the German will talk about us, and the German will fear us. And when the German closes their eyes at night and they’re tortured by their subconscious for the evil they have done, it will be with thoughts of us they are tortured with. Sounds good?’ (Lt. Aldo Raine in Inglourious Basterds)
Metafoor
Een van de krachtigste stijlfiguren is de metafoor of beeldspraak. Metaforen zijn er in veel varianten, maar in de kern komt het neer op figuurlijk taalgebruik, waarbij gebruik wordt gemaakt van de interpretatie van de toehoorder. Met behulp van de metafoor verlevendig en illustreer je je betoog en kun je abstracte begrippen door middel van beelden concretiseren. Dit alles verhoogt de helderheid. Drie voorbeelden:
• Het was een draak van een film.
• Deze situatie is een tikkende tijdbom.
• En het belooft een hete herfst te worden.
Chiasme
Een andere krachtige stijlfiguur is het chiasme. Hierbij worden twee bij elkaar horende zinnen gekruist. Qua woordvolgorde en opbouw zijn ze elkaars spiegelbeeld: ab, ba. De kracht van het chiasme ligt vooral in het feit dat het bijna poëtisch klinkt. Als je deze stijlfiguur wilt gebruiken, geldt wel het adagium: in de beperking toont zich de meester. Als je in een gemiddelde toespraak drie chiasmen gebruikt, kan het juist een averechts effect hebben omdat het gekunsteld overkomt. Enkele goede voorbeelden:
• De overheid moet niet alleen zeggen wat ze gaat doen, maar ook doen wat ze zegt.’ (Klaas de Vries)
• ‘Je kunt een kind wel uit de oorlog halen maar hoe haal je de oorlog uit een kind?’ (Warchild)
• ‘Let us never negotiate out of fear, but let us never fear to negotiate’ (John F. Kennedy)
Retorische vraag
De retorische vraag is een bewering die verpakt is in een vraag. De spreker die de vraag stelt, manipuleert deze zo dat het antwoord als het ware door de vraag heen te zien is. Zo speelt hij in op de gevoelens die bij zijn toehoorders leven: hij past zijn betoog aan zijn publiek aan en dat is, zoals we bij het hoofdstuk over ethos zagen, een van de grondbeginselen van de retorica. Drie voorbeelden:
• Vind je het normaal dat je in Amsterdam tegenwoordig op elke straathoek een gestolen fiets wordt aangeboden?
• Hoe vaak vind je nog de rust om eens een boek te lezen?
• Wie wil er niet elke dag filevrij naar zijn werk rijden?
Oxymoron
Dit is de stijlfiguur van de tegenstelling waarbij twee tegengestelde begrippen worden gecombineerd om een bepaald effect te bereiken. Door het verrassingseffect van deze ogenschijnlijk vreemde combinatie wordt de overtuigingskracht van de boodschap versterkt. Enkele voorbeelden:
• Spreken door te zwijgen
• Schitteren door afwezigheid
• Een prachtige blunder
Paradox
Een paradox bestaat uit een tegenstelling die niet lijkt te kloppen, maar na enig nadenken toch goed geformuleerd blijkt te zijn. Drie voorbeelden:
• We moeten oorlog voeren om vrede te bereiken.
• ‘Niets is zeker, en zelfs dat niet’ (Multatuli)
• ‘Voordat ik een fout maak, maak ik die fout niet’ (Johan Cruijff)
Eufemisme
Een term die te cru of te hard klinkt, wordt door een andere, minder directe term vervangen. Meestal worden eufemismen gebruikt uit angst iets bij de juiste naam te noemen. Deze stijlfiguur gaat vaak gepaard met ironie.
• Een herverdeling van middelen (ingrijpende bezuinigingen)
• Een vredesmacht (interventieleger)
• Een plaagstootje (bloedneus)
De serie Winnende Debattips is gebaseerd op de het boek ‘Debatteren om te winnen’, van het Nederlands Debat Instituut. Het boek bestellen? Klik op: Debatteren om te winnen.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!