Voor de tweede keer tijdens de coronacrisis was Jaap van Dissel zaterdag een van de sprekers tijdens de ‘grote’ landelijke persconferentie met Mark Rutte.
Van Dissel mocht als voorzitter van het Outbreak Management Team de technische uitleg geven van het ‘ingewikkelde verhaal’.
De OMT-voorzitter werkte zich hortend en stotend door zijn toespraak heen. Hij maakte er schijnbaar improviserend een behoorlijk onnavolgbaar betoog van met een overdaad aan tussenzinnen, waarin hij soms zelf ook wat verdwaalde.
Voor de leek vergde het de nodige concentratie en voorkennis om te volgen wat Van Dissel bedoelt met een zin als deze:
"Het probleem is dat die variant zich niet vanaf het begin af aan even verdeelt over de populatie, dus over de bevolking. En als initieel meer jongeren dan ouderen die omikronvariant oplopen, dan kunt u zich voorstellen dat de getallen hoog zijn, maar dat je eigenlijk hele lage ziekenhuisopnames krijgt, domweg omdat dat reflecteert dat de patiënten jong zijn. Dus voordat je voldoende verspreiding in de bevolking hebt, bijvoorbeeld in Engeland die natuurlijk toch op Nederland voorloopt en kan zien wat er gebeurt als kwetsbaren de ziekte krijgen, dat gaat gewoon even enige tijd kosten en die tijd hebben we in Nederland nodig want je wilt voor de modellering natuurlijk heel graag weten hoe je dat kunt invullen en dat kunnen we momenteel simpelweg niet. Die onzekerheid die maakt dat onze modelleringen heel erg afhankelijk worden van aannames en dat als we nu die modelleringen uitvoeren, dan zien we eigenlijk dat we, als je natuurlijk hele milde getallen invoert, dan gaat het, maar als je minder optimistische getallen invoert en deels aanneemt dat die omikronvariant eigenlijk op dezelfde wijze als het deltavirus toch ook personen ziek kan maken, dan zien we gewoon nu dat het aantal zieken wat we dan zullen krijgen vanwege de zeer snelle verspreiding van het virus, zo hoog is dat het de eerste golf in Nederland kan overstijgen." |
Vanuit de hoek van communicatiedeskundigen was er veel inhoudelijke kritiek. De toespraak was ingewikkeld, chaotisch, slecht geformuleerd en zou ook niet begrepen worden door het grootste deel van de Nederlandse bevolking.
Uiteraard waren er ook de tegengeluiden, mensen die lieten weten dat zij de tekst van Van Dissel wel heel goed begrepen – sommigen noemden even hun opleiding erbij - of het verfrissend vinden dat communicatieadviseurs er met hun sticky fingers vanaf waren gebleven.
Hoewel de woorden van Van Dissel ongetwijfeld ‘authentiek’ zijn, zijn ze lastig te verdedigen als ‘wetenschappelijke’ taal of erg inhoudelijk. Het was simpelweg een warrig, slecht geformuleerd verhaal dat de OMT-voorzitter over de bühne bracht.
Zelfs de poging om wat duidelijkheid te scheppen met een vergelijking dat het virus een ‘andere jas’ aan had, was weinig gelukkig.
Hoe kan het dan toch dat Van Dissel deze toespraak hield op zo’n belangrijk moment met een boodschap met zulke verstrekkende gevolgen? Had niemand hem hiervoor kunnen behoeden of kunnen bijsturen?
Invloed beperkt
De communicatieadviseurs zouden diegenen moeten zijn, alleen blijkt hun invloed op de toespraak beperkt. De organisatoren van de persconferentie gaan niet over van Dissels woorden en zijn eigen communicatiemensen bij het RIVM hebben ook beperkte invloed.
Een telefoontje met het RIVM leert dat ‘communicatie’ daar alleen de outline, de opzet van de toespraak, met hem doorneemt. Wat hij daarin precies vertelt, dat bepaalt en schrijft Van Dissel zelf. Met alle gevolgen van dien.
Het is een gemiste kans dat Van Dissel geen helder betoog over de de waarde en complexiteit van wetenschappelijk onderzoek heeft kunnen brengen. De OMT-voorzitter zou er goed aan doen bij zijn volgende toespraak een paar echte specialisten te betrekken, ook voor zijn eigen mensen.
Dunning-Kruger
De wetenschappers van het RIVM hebben het nodige te stellen met luiduchtige groep critici die de conclusies en cijfers wegwuiven en meer waarde hechten aan zelfgefabriceerde theorieën. De wetenschappelijke naam daarvoor is het Dunning-Kruger-effect; het fenomeen dat mensen zichzelf overschatten op een terrein waarop ze incompetent zijn.
Het is te hopen dat RIVM-directeur Van Dissel, die een belangrijke rol heeft om hier een tegengeluid te laten horen, zelf niet aan dit fenomeen lijdt op het gebied van communicatie.