Zelden speelde publiciteit in een strafzaak zo’n prominente en twijfelachtige rol als die in het fraudeproces tegen de restaurantketen Sumo. Van heimelijke video-opnames tot, zo bleek vorige week, een verdachte die vanwege de inzet van een communicatieadviseur wat meer straf verdient volgens het OM.
25 miljoen afgeroomd
De Sumo-zaak speelt inmiddels vijf jaar. De keten van 18 restaurants wordt verdacht van grootschalige belastingfraude, vooral met inkomstenbelasting. Volgens de Fiod is een bedrag van 25 miljoen euro afgeroomd.
Hoewel Sumo een schikking van 15,5 miljoen euro met de fiscus is overeengekomen – vooral voor de niet-betaalde loonbelasting - besloot het OM toch tot vervolging over te gaan vanwege de ontdoken btw.
De zaak kreeg een jaar geleden een bizarre wending, vlak voor de rechter eindelijk uitspraak zou doen. Een documentaireteam van KRO-NCRV bleek al die tijd opnames te hebben gemaakt van de zaak, zonder dat de rechtbank of de verdachten ervan wisten. In een mediacontract tussen het OM in Rotterdam en de makers van de documentaire was geheimhouding vastgelegd. ‘Er was als het ware een stolp overheen geplaatst’, volgens het OM ‘waaruit niets zou kunnen ontsnappen’.
Maar dat gebeurde wel. NRC berichtte er een week voor de uitspraak over, tot ontsteltenis van de rechter, die besloot zijn uitspraak uit te stellen.
De onthulling leidde bij zowel pers als de verdediging van de verdachten tot vragen. Hoezeer dicteerde de filmproductie de inzet van bepaalde opsporingsmethoden? Zorgde de documentaire er niet voor dat het OM een normale schikking in de strafzaak afwees waar het die in andere zaken overeenkwam - ING, Rabobank, Ballast Nedam?
Tijdens een behandeling van de zaak vorige week, op 9 juli, liet de officier van justitie weten nog altijd achter de documentaire te staan. Hij ziet niet dat het OM hierdoor niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden. Wel had ‘het anders had moeten gaan’ en zouden betrokkenen eerder moeten zijn ingelicht over de filmproductie. Het is daarom in principe redelijk de strafeis te verlagen 15 procent, maar omdat de verdachten via onder meer ‘een spindokter’ zélf de publiciteit hebben opgezocht wil het OM de verlaging beperken tot 10 procent.
Spindokter woedend
Die ingehuurde spindokter, Jan Driessen van Q&A Communicatie, is hier woedend over. ‘Het inhuren van een professionele communicatieadviseur wordt bij het Openbaar Ministerie tegenwoordig extra beboet’ zegt hij. ‘Het OM in Rotterdam heeft zelf drie perswoordvoerders, en drie persofficieren. Mag een verdachte zich dan ook laten adviseren over een publiek weerwoord? Blijkbaar kost dat vanaf nu dus minimaal 5 procent méér boete en 5 procent méér celstraf. Dit alles is niet alleen bizar, dat past in het geheel niet bij onze rechtsstaat.’
De oprichter van Sumo is volgens Driessen ‘na jaren lijdzaam toezien’ ook zelf gaan communiceren als reactie op de openbare naming and shaming. ‘Na de inval van de 300 opsporingsambtenaren van de Fiod eind 2014 stonden de kranten vol met nieuwsverhalen over Sumo. Vorig jaar, na de scoop van NRC over de geheime Fiod-film, was de merknaam weer voluit in alle dagbladen te zien. De aanhoudende verhalen in de pers verdienden een evenwichtiger weerwoord.’
Gewoon gedekt
Het is volgens Driessen niet vreemd dat verdachten - vaker dan in het verleden - naast een advocaat, ook een communicatieadviseur inhuren. In de rechtsbijstandspolissen van vooroplopende verzekeraars valt communicatie-advies gewoon onder de dekking.
Driessen: ‘Publiciteit is in deze social-media-tijd een belangrijk onderdeel van een grote rechtszaak. Verdachten kunnen door de ongecontroleerde berichtgeving voor het leven beschadigd raken. In deze zaak heeft de oprichter van Sumo meer nuance in het verhaal aan kunnen brengen. Hij heeft fout gehandeld, dat direct toegegeven en het geld ook ruimschoots terugbetaald. Het is geen ‘witwassen’ door een ‘criminele organisatie’, zoals het OM in ronkende teksten stelt. Dat moet iemand via publiciteit duidelijk kunnen maken, zonder dat het dit extra straf kost.’
Adformatie legde het OM enkele concrete vragen voor. Het verwees naar tekst die de officier op de zitting van 9 juli in openbaarheid heeft uitgesproken
Uitspraak in deze zaak: 23 juli