Een driejarig onderzoek van INSEAD in opdracht van de Europese Commissie maakt duidelijk dat het bedrijfsleven vanuit een 'do no harm' optiek naar MVO kijkt. Een defensieve houding gericht op het niet overtreden van regels. Hun counterparts in MVO (vooral NGO's) verwachten daarentegen een 'do good' houding. Offensief en pro-actief. Het verschil van mening leidt tot het nodige onderlinge onbegrip.
Supermarkt Delhaize uit België rapporteert dat haar klanten verwachten dat het vooral aan Delhaize zelf is om duurzaamheid door te voeren.
De duurzaamheidmonitor van iNSnet laat weer zien dat consumenten vinden dat vooral de overheid duurzaamheid moet stimuleren. Diezelfde overheid laat het echter (ook) weer over aan het bedrijfsleven (zie de kabinetsvisie). Volgens de overheid is MVO een 'bovenwettelijke vrijwillige keuze' die in de vrije markt tot stand moet komen. Waarop het bedrijfsleven weer zegt dat ze pas vol voor duurzaamheid zullen gaan als de overheid via regelgeving voor een 'level playing field' zorgt.
En hoe zit het dan met consumenten zelf? De monitor laat zien dat consumenten het afgelopen jaar een derde minder aan duurzame producten hebben gekocht. Reden: te duur.
En dat alles in de periode dat de DELTA commissie een dijkverhoging en drinkwaterreservoir adviseert en de bouw van nieuwe kerncentrales wordt overwogen omdat we door de fossiele energievoorraden heen raken.
Ergens zal er toch een keer een kantelpunt moeten komen in het denken willen alle partijen bij elkaar komen. Een ramp is wellicht een aardige optie. Het onderzoek van de Europese Commissie heeft ook nog een andere optie onderzocht. Heel veel leren over MVO is niet direct een versneller van veranderingsgezindheid zo bleek. Meditatie teneinde persoonlijke drijfveren te onderzoeken en aan te scherpen wel.
Kortom, het begint niet bij de ander, het begint bij jezelf?
Misschien toch maar gaan duimen voor die ramp.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!