Merken weten als geen ander het fenomeen identiteit te exploiteren. Als je op een terras neerstrijkt met een NRC onder je arm zien mensen je als een feitenman. Doe je dat met een Telegraaf, dan ben je een onvervalste onderbuik ridder. Net je Hummer geparkeerd? Uitgerangeerde Schwarzenegger. Was het een oude Landrover? Dan zien mensen je als een vrijgevochten gentleman. Dat is de kracht van marketing. Zelfs bij ogenschijnlijke identieke producten. Neem nou een dikke Mercedes en een dikke Audi. Beiden zijn te dik, hebben een toeter en brengen je veilig op je bestemming. Toch zal een Audi-rijder een Benz altijd een neerbuigend een taxi noemen. Net zoals je met een halve liter Heineken in je hand een bouwvakker bent. En met een Grolschbeugel opeens een jazzgitarist.
De Maria Magdalena onder de consumptiegoederen
De vraag is natuurlijk of dat voor wijn ook geldt. Hebben wijnhuizen invloed op onze identiteit? De voorbeelden van net zijn natuurlijk allemaal te plat of materialistisch voor woorden. Exponenten van meedogenloze fabrikanten, zielloze industriëlen en gewiekste marketeers. Nee, dan wijn. Dat hoort toch meer thuis bij het esoterische, het ongrijpbare, zoals Picasso, Beethoven, Coltrane en Shakespeare. Kortom, the good stuff in life.
De wereld mag dan vergaan door alle dieselgates, maar gelukkig is er zoiets puurs als wijn. Wijn is onbevlekt. De Maria Magdalena onder de consumptiegoederen. Een dankbare vluchtheuvel. Misschien is wijn daarom zo booming. Nederland kent inmiddels tienduizenden amateur-Hamersma’s die hun wijnkennis met ons delen. Ze weten feilloos het verschil tussen een Carignan- en een Chardonnay-druif te duiden. ‘Da’s heel duidelijk een Chablis van domaine Laroche, oostelijke heuvelzijde, ik denk, nee, ik weet het zeker, een 2015, die is niet lang meer op dronk hoor!’
Hoe mooier het verhaal, hoe duurder de fles
Het prijsverschil tussen een Pinard en een Margaux wordt bepaald door de verhalen die erover verteld kunnen worden. En minstens zo belangrijk, wie die verhalen vertelt. Hoe mooier het verhaal, hoe duurder de fles. Hoe meer cursussen de verteller heeft gedaan, hoe zwaarder zijn mening weegt. Waar auto- en biermerken openlijk en schreeuwerig met massamedia je identiteit kapen en te gelde maken, spant de wijnwereld in het geniep en muisstil de zelfbenoemde connaisseurs, sommeliers en wijnschrijvers als medium voor hun karretje. Tja beste lezer, iedere keer als jij je wijnkennis etaleerde, maakte je zonder het te weten deel uit van de geraffineerde marketingmachine die de wijnwereld heeft opgetuigd. Inderdaad, ook de wijnwereld wordt bevolkt door handenwrijvende snoodaards die uw identiteit nietsontziend gijzelen en in klinkende munt omzetten.
Je bent een marionet in een groot wijncomplot.
Maar wees gerust lieve lezer, dit kan de beste overkomen.
48 goed
Een jaar of tien geleden mocht ik met één van de zeven wijnmeesters die Nederland toen telde mee op een inkoopreis naar Bordeaux. Café Amelia Canta organiseerde special voor hem een wedstijd. Er werden maar liefst 50 Bordeaux’ opengetrokken. Alle flessen werden met zilverfolie onherkenbaar gemaakt en de wijnmeester moest zeggen wat er onder die folie zat. Hij had er 48 goed. Hij was als een ware meester door deze vuurdoop heengekomen en wordt nog steeds door de négociants en wijnboeren aanbeden.
Barbaar
Ik mocht ook meedoen en heb ze, als eenvoudige wijnknecht, maar op volgorde van lekker gezet. Mijn winnaar was een Roc de Cambes van ongeveer € 60,-. Ik schrok van mijn dure smaak. Mijn tweede en derde favoriet kostte nog geen € 20,-. Later hoorde ik dat er een Petrus Pomerol bijzat. Die kost ruim € 1.000,-… Oftewel, ik was een amateur. Dat ik die er niet had uitgehaald. Barbaar!
Voor straf werd er een biertje voor m’n neus gezet, dat ik overigens met plezier heb opgedronken.
Ik ken veel mensen die zullen bevestigen dat ik een barbaar ben, maar ik ben ook representant van een hele gewone wijnliefhebber. Aan mijn smaakpapillen hangt geen prijskaartje. Maar door het verhaal achter Petrus ben ik er toch trots op dat ik hem gedronken heb (en vertel dat ook graag aan mede-wijndrinkers, eerst een Petrus drinken, dan sterven, zoiets). Ook deze doorgewinterde reclameman valt dus ten prooi aan dat duivelse wijncomplot.
Santé.
Lodewijk van der Peet is managing director bij BeyenMeyer
Wijn is nu gezelligheid en conversatiestof en tevens brengt het je in hogere sferen. Hoe mooi kan het zijn