Met de op handen zijnde overname van NDC Media groeit Mediahuis Nederland door. Er staat inmiddels een organisatie zonder verlieslatende onderdelen en dat was onder de vorige naam wel anders. Een gesprek met Rien van Beemen, die er nu bijna anderhalf jaar ceo is.
Rien van Beemen werd in de zomer van vorig jaar ceo van Mediahuis Nederland (voorheen Telegraaf Media Groep) en verantwoordelijk voor onder meer vlaggenschip De Telegraaf. Daarvoor leidde hij Mediahuis-zuster NRC Media. Een opmerkelijke stap wellicht, want was het niet zo dat De Telegraaf en NRC elkaar niet zo goed verstaan?
Van Beemen: ‘Die opmerking maak je denk ik vanuit de lezer van de krant, ik kijk naar de businessuitdaging. Mediahuis vertegenwoordigt een heel spectrum aan titels, van de vrij specialistische titel NRC tot de brede titel De Telegraaf. Met NRC zijn we erin geslaagd om ook via de digitale weg abonnees aan ons te binden. Dat model wilden we ook min of meer op De Telegraaf loslaten. Dat vond ik interessant. Geen precaire stap, al snap ik wel dat het zo gepercipieerd wordt. Daarnaast wist ik al een tijdje dat het eraan zat te komen, dan kun je ook wennen aan het idee. Het was misschien anders geweest als bijvoorbeeld NRC onder Telegraaf-vlag was gaan opereren. Onder het Belgische Mediahuis NV zijn alle titels gelijk aan elkaar.’
Bloedbad
Van Beemen kwam na alle perikelen rond TMG en de verkoop van het mediaconcern in een bedrijf terecht dat inmiddels in rustig vaarwater was gekomen. ‘Onze cfo Koos Boot begon samen met Marc Vangeel – die ik ben opgevolgd - in 2017 en zij hebben veel goed werk gedaan. Zij kwamen in een totaal bloedbad terecht. Een bedrijf dat nog niet was bekomen van de strijd tussen Mediahuis en Talpa van John de Mol over de overname. Dat doet wat met een bedrijf en zijn mensen. Er was ook wel een scheiding van geesten, want een deel van de mensen wilde liever Talpa. Daarnaast kom je uit een beursnotering en was het bedrijf zwaar verlieslatend.'
'Ik hoopte te bereiken dat er meer een gemeenschappelijke streven is binnen dit bedrijf. De doelstelling is heel simpel: wij zijn er om journalistiek mogelijk te maken. Het is bijna nog belangrijker dat De Telegraaf goed functioneert, dan veel andere titels. De Telegraaf is een krant voor werkend Nederland. Mensen die Nederland draaiende houden. We bereiken iedere doelgroep. In absolute aantallen hebben we ook het grootste bereik onder zakelijk Nederland. Er zijn veel mensen bij die De Telegraaf als voornaamste leidraad gebruiken en daar hun mening op baseren wat er in de wereld gebeurt. Het is dus cruciaal dat De Telegraaf goed functioneert.’
‘Daar hoort focus bij. We hadden hier een veelvoud aan activiteiten. Het gaat om wat je de lezer aan waarde kan bieden, hetzij in de vorm van een abonnement, hetzij door het bekijken van een advertentie, of de aankoop van een van onze producten uit de webshop. Dat is de strategie. Die focus heeft ervoor gezorgd dat we dit jaar geen verlieslatende onderdelen meer hebben binnen Mediahuis Nederland.
'Ik zit hier niet om winst te maximaliseren, maar om journalistiek mogelijk te maken'
‘Ja, maar ik ben geen sloper. Het afgelopen jaar heb ik geen enkele keer aangekondigd dat we van tijdelijke contracten of freelancers af willen. We hebben gezamenlijk gesproken over hoe we het zouden aanpakken en dat is gelukt. Ik zit hier niet om winst te maximaliseren, maar om journalistiek mogelijk te maken; wil dat zo veel mogelijk mensen kennis nemen van de titels van Mediahuis. Ik ben er heilig van overtuigd dat goede journalistiek leidt tot een betere maatschappij. Daar hoort pluriformiteit bij. Op dat gebied hebben we weer stappen kunnen zetten.’
‘Dat kwam niet door corona. We zagen dat de manier waarop we ingericht waren niet meer helemaal up-to-date was met hoe de markt zich ontwikkelt. Dat hebben we aangepakt. Het was best een slag, maar het was voor iedereen beter. Hoe zwaar die beslissing ook is, de sfeer is inmiddels weer goed. Het gaat goed met Mediahuis Nederland, we zijn in staat groei te behalen.’
Zoals met de oplage van De Telegraaf die weer stijgt.
‘De Telegraaf stijgt dit jaar 14 procent, de regiotitels stijgen 5,0 procent. Alle titels groeien en dat is de grootste basis voor rust. Ondanks alle uitdagingen. Want het thuis werken is lastig, zeker in de tweede lockdown vinden mensen dat moeilijker. Met name door de uitzichtloosheid. Maar het is mooi wat we met z’n allen hebben neergezet.’
‘Print is nog steeds een heel belangrijk onderdeel van onze lezersinkomsten . We gaan dat zo lang mogelijk proberen op een gezonde manier te laten voortbestaan en zijn daar heel optimistisch over. Door de digitale componenten zijn we beter in staat te kunnen leveren wat past bij het leefpatroon van onze lezers. Ook trek je meer jongere lezers aan. Vroeger dacht ik: we moeten een product maken om die jongeren te bereiken. Maar dat is niet zo. Het is meer een distributie- dan een content uitdaging. Als je de distributie op orde hebt, dan bereik je automatisch jongeren die minder naar een papieren krant grijpen.’
Maar levert een digitale abonnee niet minder op?
‘Dat is een misverstand. Althans dat is niet altijd zo. Bij een printabonnement zitten er meer kosten bij, zoals druk en distributie. Je hebt wel een bepaald volume nodig om je basiskosten te dekken, maar dan wordt het heel interessant. En al zou het zo zijn dat het minder oplevert, dan interesseert me dat niet. Mij gaat het om de klant. Je kunt proberen een vierkant door een rondje te duwen, maar de lezer bepaalt, niet wij. Het gaat om het bouwen van een duurzame relatie.’
‘Data staan echt centraal bij al onze beslissingen met betrekking tot lezersinkomsten, maar het blijft een precair onderwerp. Mediapartijen hebben buitengewone verantwoordelijkheden op dat gebied. Wij proberen door mensen goed te informeren hen in staat te stellen een mening te vormen over een bepaalde gebeurtenissen of ontwikkelingen. Daar willen we op verantwoorde wijze mee om te gaan. Dan zou het raar zijn als we via data ineens allemaal andere dingen gaan doen, zoals met cookies soms gebeurt. We willen niet data zomaar doorverkopen. Natuurlijk heb je te maken met de wet, maar dat is niet neer dab de ondergrens. Veel belangrijker en verstrekkender is dat het passend is binnen de wijze waarop wij kijken naar onze eigen verantwoordelijkheid als mediapartij en onze rol in de maatschappij.”
‘We hebben er heel veel van geleerd. Want advertentie-inkomsten zijn nog steeds belangrijk voor mediabedrijven en als je weet dat de meeste online euro’s naar Google en Facebook gaan, dan is het goed dat je daar als lokale spelers iets tegenover zet. Het is jammer dat NLProfiel niet geworden is wat we ervan hadden gehoopt, maar we blijven lokaal altijd in gesprek.’
'Ik denk dat de titels in betere handen zijn bij DPG en Mediahuis, dan niet strategische partijen'
‘De aandeelhouders wilden verkopen, dat was voor ons het moment om er serieus naar te gaan kijken. Voor ons is het een prachtige aanvulling op ons portfolio. Wij vinden dat NDC Media een prachtige set aan merken heeft met een groot bereik in de noordelijke provincies. De titels passen goed bij onze andere regionale titels. We hebben getekend en wachten nog op fiat van de OR en van de ACM.’
‘Wij hebben inmiddels heel veel ervaring met regionale journalistiek binnen Mediahuis.. Zeker regionale journalistiek staat onder druk qua verdienmodel. Wij denken dat we ze daarbij kunnen helpen.’
‘Dat is ook een terechte constatering, maar tegelijkertijd gaat het erom de pluriformiteit van de journalistiek geborgd is. De journalistieke onafhankelijkheid is geborgd in allerlei redactiestatuten en het gaat om duurzame journalistiek En dat is het geval. Juist door partijen als DPG Media en Mediahuis. Want wij sluiten niet zomaar titels. We hebben juist het oog op de duurzaamheid van de journalistiek en het daardoor beter laten functioneren van de maatschappij. Ik denk dat de titels in betere handen zijn bij DPG en Mediahuis, dan niet strategische partijen.’
‘Video is inderdaad duurder om te produceren dan tekst, terwijl de inkomsten uit video vele malen lager zijn dan tekst. Want het is heel lastig om abonneemodellen te ontwikkelen rond video omdat je YouTube hebt. De advertentiemogelijkheden zijn ook beperkter. Toch is het onlosmakelijk verbonden met een journalistieke organisatie. Daarom moet je er heel kritisch naar kijken. We hebben enorm bereik, maar je moet ook relevant zijn. Relevantie wordt afgerekend door lezers en kijkers die vaker bij je terugkomen en meer consumeren. Dat is de drijfveer. Bij video is die puzzel moeilijker te leggen, dat zie je bij alle spelers in de lokale markt. Behalve bij onze gewaardeerde collega’s van de NOS en NPO.’
‘Minister Slob heeft anderhalf jaar geleden in een brief laten weten dat publieke en private partijen met elkaar moeten gaan praten. Daar zijn de bekende “tafels van Slob” uitgekomen. Maar ondanks alle goede intenties is daar tot nu toe nog niets uitgekomen. Daar zitten honderden uren in. Er is nog één “tafel” waar nog iets uit kan komen en dat is de samenwerking met de NOS rond video. Ondanks de goede wil van de NOS ziet dat er ook zeer ingewikkeld uit door de wetgeving.'
'Natuurlijk kan het dat er niets uit die gesprekken komt, maar tegelijkertijd zijn er de afgelopen anderhalf jaar tientallen miljoenen euro’s extra naar publieke omroepen gegaan voor allerlei zaken en wisselen de publieke en regionale omroepen inmiddels wel content uit. Het gat is dus alleen maar groter geworden en dat is wel een heel navrante uitkomst van anderhalf jaar praten. We verwachten creatieve oplossingen van minister Slob. Vandaag is er een debat over zijn brief in de Kamer.’
Prima dat NPO en omroepen actief zijn op online mediagebied. Maar doe dat met bewegend beeld en niet ook nog met tekst, zoals de NOS doet'
‘Dit zeg ik ook vanuit mijn rol als NDP Nieuwsmedia-voorzitter: de NPO is in de gelegenheid om met belastinggeld video te maken. Wij willen die video ook, want het is dus al betaald. We verwachten geen subsidies, maar wel dat publiek gefinancierde content gedeeld wordt. Het beschikbaar stellen van het ruwe videomateriaal is een goede besteding van publieke middelen, het versterkt het hele medialandschap en draagt bij aan het bereiken van een groter publiek. Het loopt spaak vanwege het dienstbaarheidsbeginsel - besturen moeten dienstbaar zijn aan de burger - en moet dus heel veel geld kosten. Dat geld hebben we niet, anders hadden we het zelf wel gedaan.'
'Het is helemaal prima dat NPO en omroepen actief zijn op online mediagebied. Maar doe dat met bewegend beeld en niet ook nog met tekst, zoals de NOS doet. Dat is killing voor ons. Wij zijn voor een groot deel afhankelijk van abonnee-inkomsten. Er lopen door corona tientallen miljoenen weg aan advertentie-inkomsten. Het is de vraag of de advertentiemarkt zich herstelt. Dat is tot nu toe na een crisis nooit zo geweest deze eeuw. Het is dus nog urgenter dat lezers abonnee worden en als diezelfde lezer gratis artikelen, zonder video, kan lezen bij de NOS, is het voor ons veel lastiger om abonnees te werven. We willen er dus afspraken over. In Nederland zijn die er niet, in alle omringende landen wel.'
‘Ja, we zijn een journalistiek bedrijf, maar weten dat we ook andere skills in huis moeten halen. We zijn nu een Europese speler geworden, waardoor je het volume, de kennis en de koppeling hebt zodat de journalistieke merken ook de komende jaren succesvol kunnen zijn. Mediahuis draait goed, maar dat is geen garantie dat het over tien jaar nog goed gaat. Want de komende tien jaar gaat er meer veranderen dan de afgelopen tien jaar gebeurd is. Daar hoort de oriëntatie bij naar welke kennis wij ons meer eigen moeten maken. Ik ben heel optimistisch. Het antwoord op de vraag of wij over tien jaar nog steeds relevant zijn is ja. Hoe precies weet ik nog niet, maar we gaan er in slagen.’