Het aantal gemeenten dat lokale omroepen een lager bedrag toe kent dan het afgesproken richtsnoerbedrag is fors gestegen. 37 procent schiet tekort in de financiering. Vijf jaar geleden was dat nog 24 procent. Dat blijkt uit een recente evaluatie door het Commissariaat voor de Media over de periode 2019-2021.
Elke drie jaar voert het Commissariaat een evaluatie uit naar de gemeentelijke bekostiging van lokale publieke media. Ruim een derde haalt het afgesproken richtsnoerbedrag van 1,39 euro per huishouden (2021) niet. Een kwart van de gemeenten kent meer toe, 38 procent financiert conform het afgesproken bedrag.
Afwijking
Gemeenten zijn niet verplicht om het richtsnoerbedrag over te maken, maar moeten het voldoende onderbouwen als ze minder betalen. In bijna een kwart van de gevallen ontbreekt die onderbouwing. Die gemeenten voldoen daarmee niet aan hun bekostigingsplicht.
Uit de evaluatie blijkt verder dat de financiële gezondheid van lokale omroepen achterblijft. De wet schrijft voor dat gemeenten de kosten moeten betalen voor het media-aanbod van hun lokale media die niet op andere wijze wordt gedekt. Dat gebeurt vaak niet. Ruim een derde van de in totaal 236 lokale omroepen heeft een negatief resultaat.
Kwetsbare positie
Staatsecretaris Uslu van Cultuur en Media stelt in een reactie op de evaluatie dat de financiële positie van een kwart van de lokale omroepen ongezond is. Volgens haar is dat een lichte verbetering ten opzichte van de vorige evaluatieperiode, maar nog steeds is de positie kwetsbaar.
Voor de staatssecretaris is het een van de redenen om de bekostiging van de lokale omroepen over te hevelen van de gemeenten naar het rijk. Dat wil ze gepaard laten gaan met een extra investering van 16 miljoen euro.
Extra geld
De VNG is het niet eens met dat plan van de staatssecretaris om streekomroepen volledig door het rijk te financieren. Het beeld dat gemeenten te weinig geld uitgeven aan ‘hun’ lokale omroep klopt volgens de VNG niet. ‘Het totale bedrag dat gemeenten aan lokale omroepen uitkeren is juist meer dan de som van de richtsnoerbedragen’, aldus de koepelorganisatie.
Gemeenten investeren op dit moment volgens de VNG gemiddeld juist meer in hun eigen omroep dan wat wordt voorgesteld in normbedragen. Wanneer de financiering wordt verschoven naar het rijk zal dat in veel gemeenten worden heroverwogen.
VNG: ‘De keuze voor 100 procent landelijke financiering leidt ertoe dat minder geld dan mogelijk is naar de lokale (streek)omroepen gaat. Daarmee spant de staatssecretaris het paard achter de wagen, zeker omdat ze juist extra geld uittrekt voor de zo belangrijke lokale omroepen.’
Tussenvorm
De VNG stelt een tussenvorm voor: een basisbedrag dat het rijk beschikbaar stelt voor lokale (streek)omroepen plus een aanvulling door gemeenten op basis van geld uit het gemeentefonds.
De Tweede Kamer zou eigenlijk woensdag 28 juni over het nieuwe bestel lokale publieke omroepen debatteren, maar dat debat is uitgesteld naar het najaar.
Dit artikel is een bewerking van een nieuwsbericht van Binnenlands Bestuur
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!