Feiten checken in journalistiek, hoe lang nog?

Dankzij internet is de rol van burgers in de media vergroot. Zodra zij bijdragen leveren, moeten journalisten doen wat zij altijd doen: feiten checken. Of niet meer?

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

NRC.next en NRC Handelsblad zijn niet de enige media die hun lezers een rol in de verslaggeving geven. Het AD heeft bijvoorbeeld zijn opiniepagina ingeruild voor een ‘Lezersplein’ met bijdragen van lezers. Nieuwssite nu.nl gebruikt al geregeld lezersfoto’s om nieuwsberichten te illustreren. En wat te denken van de ‘’gewone’’ brieven van lezers in kranten en tijdschriften. Maar hoe betrouwbaar zijn deze bijdragen van lezers?

De hoofdredactie van NRC Handelsblad zegt dat de rubriek ‘’ bedoeld is om lezers persoonlijke voorvallen te laten vertellen; controle van feiten is onbegonnen werk. Media- onderzoeker Otto Scholten is het daar niet mee eens, schrijven NRC’s David Haakman en Ingmar Vriesema. „Dit geval onderstreept het belang van de spelregels van de journalistiek. Ga nooit op één bron af, maar check de informatie. De schrijver van het stuk over de NS (over die Canadese oorlogsveteraan, 'slachtoffer' van het boetebeleid-MvO) kon de NS beschuldigen zonder enige sanctie. Als informatie niet valt te controleren, ga dan niet over tot publicatie.”?

Volgens journalist Dick van Eijk krijgen teksten en foto’s die door burgers ter publicatie worden aangeboden, steeds vaker het etiket ‘burgerjournalistiek’ opgeplakt. Dat is verwarrend, vindt hij. Met journalistiek hebben hun bijdragen namelijk weinig te maken. Het zijn anekdotes, verhalen, belevenissen of verzinsels – of opinies. Dat zijn andere genres dan journalistiek.

Journalistiek definieert Van Eijk als waarheidzoekend verhalen vertellen, primair ten dienste van burgers. Veel ‘burgerjournalistiek’ noemt hij eerder het digitale equivalent van een conversatie aan de dorpspomp. Gezellig, prikkelend – ja. Maar waarheidszoekend? Feiten checkend? Hoor en wederhoor toepassend? Hooguit soms.

Van Eijk zegt niet dat je per se journalist van beroep moet zijn om journalistiek te kunnen bedrijven, aldus nog steeds Haakman en Vriesema. Zoals er amateurwetenschappers bestaan, amateurschrijvers en amateurpolitici, bestaan er ook amateurjournalisten. Of hun bijdragen aan kranten, bladen en webpublicaties zijn te kwalificeren als ‘journalistiek’ hangt niet af van hun status, maar van de aard van de bijdragen. Bijdragen in de media zouden daarom alleen journalistiek genoemd moeten worden als ze journalistiek zijn, of de auteur nu professional is of niet.

Mijn eigen gedachte daarbij: zo, dus PR-mensen en voorlichters moeten, als amateurjournalisten, veel meer schrijven over hun klanten in allerhande internetmedia. Als ze slim zijn. In plaats van officiële persberichten te sturen naar redacties die ze zo vaak achteloos terzijde schuiven…

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie