Onderzoek naar gebruik Messenger: een jaar lang gebruikers volgen
Microsofts Windows Live Messenger is in Nederland de meest gebruikte instant messenger, met zes miljoen actieve gebruikers per maand. De ‘share of internet’ van Messenger is 13,5 procent. Dat betekent dat een gemiddelde internetter, ieder uur dat hij of zij op internet vertoeft, ruim acht minuten gebruik maakt van Messenger. Ruim meer dan het share of internet van Google (1,8 procent) en Hyves (7,8 procent).
Marketing Intelligence bureau MIcompany werd aangetrokken om een jaar lang alle actieve gebruikers te volgen en te analyseren. Jacqueline Smit, consumer & online marketing officer bij Microsoft /MSN: ‘We wilden veel consumentenkennis opbouwen. Er zijn er in dit land alleen al zes miljoen mensen die van onze diensten gebruikmaken. Onderzoek zou kennis opleveren wat betreft gedrag, gebruikersprofielen en churn: kennis die we vervolgens kunnen inzetten voor de marketing van nieuwe diensten, maar ook retentie-activiteiten.’
Vacatures
Accountmanager New Business
SpottaAccountmanager
SpottaExterne communicatie- en mediaspecialist
Vereniging Eigen HuisMarnix Bügel, mede-oprichter en directeur van MIcompany: ‘Het was een bijzonder project, een jaar lang alle Messengergebruikers volgen. Het was de grootste database ooit door ons onderzocht en dat een jaar lang. Het is nog niet vaak gedaan, het gebruik van klantdata op deze wijze staat online nog in de kinderschoenen.’
Uit het onderzoek blijkt dat er nogal wat verschillen zijn tussen vrouwen en mannen online. 52 procent van de Messengergebruikers is man. Binnen de groep topgebruikers is echter 57 procent vrouw. Vrouwen chatten sowieso meer dan mannen; 7,21 sessies per dag tegenover 5,62 voor de mannen. Ook hebben vrouwen gemiddeld meer chatvrienden: gemiddeld 85. Mannen hebben er net iets minder: 83.
Verandering van levensfase heeft ook invloed op het gebruik van de Messenger. MIcompany vergeleek twee groepen gebruikers van 18 tot 24 jaar, met bovengemiddeld chatgebruik. In de ene groep bleef men vaak chatten, in de andere groep viel het chatten sterk terug. Per leeftijd is er vervolgens gekeken of er vaker dan gemiddeld een sterke terugval was. Dat was het geval bij de groepen 18 jaar (die de onderzoekers koppelen aan uit huis gaan) en 22 jaar (de afronding van de studie). Smit: ‘Bij leeftijdscategoriewisselingen zie je een sterke downsell. Men gaat uit huis, moet zich opnieuw organiseren, heeft even wat anders aan het hoofd. We dachten eerst dat men dan overstapte naar een ander social network, maar het is tijdelijk, men komt daarna weer gewoon terug.’
De gebruiker stapt blijkbaar niet snel over naar een ander. Smit: ‘De database is stabiel. Verrassend met al die nieuwe diensten die nu opkomen. Mensen zijn misschien minder lang online, maar het aantal gebruikers blijft stabiel.’
Het gehele onderzoek met alle uitkomsten staat in het aprilnummer van het Tijdschrift voor Marketing, dat deze week verschijnt.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid