Jongeren zijn het liefste online

Uit onderzoek onder 1200 Nederlanders van 15 jaar en ouder uitgevoerd door Interview•NSS, in opdracht van Interactive Advertising Bureau Nederland, blijkt dat Nederlanders gemiddeld de meeste tijd (36 procent) besteden aan televisiekijken, gevolgd door radio (31 procent) en internet (20 procent). Aan dagbladen en tijdschriften worden respectievelijk 8 procent en 5 procent van de beschikbare mediatijd besteed.

Onder jongeren is internet het meest gebruikte medium, 43 procent besteedt zijn ‘voor mediabeschikbare’ tijd online.In Nederland hebben nu ruim 10 miljoen mensen toegang tot internet, waarvan 87 procent via breedband.

Het jaarlijkse IAB Mediaconsumptieonderzoek laat verder zien dat men in 2006 gemiddeld 62 minuten per dag aan internet besteedt. Het populairst zijn surfen (22 minuten), e-mailen (21 minuten) en chatten (13 minuten). De sterkste stijgers zijn echter telefoneren via internet, online bankieren en het downloaden van videobestanden, ook al worden hieraan nog slechts minuten per dag besteed.

IAB-voorzitter Marco Derksen: ‘Wat ik één van de meest interessante uitkomsten van dit onderzoek vindt, is het gegeven dat er sprake is van convergentie van mediaconsumptie. Zo blijkt bijvoorbeeld dat een derde wel eens via internet naar de radio luistert. In 2005 was dat nog een kwart, een flinke stijging dus. Dat geldt ook voor het telefoneren via internet, dat steeg van 8 procent naar 25 procent in een jaar tijd en blijkt vooral onder vrouwen erg populair! Ook het tv-kijken via internet steeg sterk: van 7 procent naar 16 procent. Om allerlei redenen interessante bevindingen, bijvoorbeeld in termen van het bereik van radio- en televisiecommercials. Verder zie je dat binnen de groei van breedbandaansluitingen een bovengemiddelde groei zit van 50-plussers. Een interessant gegeven voor adverteerders die met hoogwaardige content in contact willen komen met deze doelgroep.’

In het onderzoek is ook de hardwarepenetratie gemeten. De desktop-pc steeg van 60 procent in 2005 naar 70 procent in 2006, de digitale fotocamera van 59 procent naar 69 procent, digitale en satelliettelevisie steeg van 16 procent naar 25 procent en flatscreentelevisie steeg van 10 procent naar 23 procent.

Derksen: ‘Het is voor de branche een opsteker dat de Nederlandse internetgebruiker positief gestemd is over een aantal ontwikkelingen. Zo is maar liefst tweederde het eens met de stelling dat internet hét medium van de toekomst is, 63 procent is het eens met de stelling dat internet de aantrekkelijke elementen van veel verschillende media met elkaar combineert, daarnaast orienteert al bijna de helft van de respondenten zich via internet op aan te schaffen producten. Overigens is 43 procent van hen het niet eens met de stelling dat televisiekijken via internet de toekomst heeft. De vraag is hier natuurlijk welke perceptie de respondenten hierbij hebben: kijken via de pc of de tv is immers een wereld van verschil!’

Derksen roept adverteerders tenslotte op om eens goed naar de verhoudingen binnen hun marketingbudget te kijken: ‘Het blijft een gegeven dat er een discrepantie zit tussen de hoeveelheid tijd die Nederlanders aan internetgerelateerde media besteden, de 20 procent dus, en de bedragen die adverteerders besteden aan deze! media, gemiddeld zo’n 6 procent van hun budget.’