Noodzakelijke cijfers voor je internetmarketingplan (I)

De jaarlijkse ronde van marketingplannen komt er weer aan. Helaas kunnen we niet aan Sinterklaas vragen om ons er één cadeau te doen. Om je wat werk te besparen zet ik dit jaar de belangrijkste cijfers voor je digitale marketingplan op een rij. Dit is deel 1: internet penetratie en gebruik, Nederland en andere landen. Hierna volgen twee delen: cijfers over marketingbudget en getallen over social media. Met deze drietrapsraket kun je weer het gesprek aan over je internetbestedingen. De meeste gegevens komen van het deep web. De linkjes staan er daarom bij.

Wie zijn er in Nederland actief op internet?
Bijna iedereen: 95% van alle Nederlanders heeft toegang tot internet. Slecht vertegenwoordigd zijn de 65+-ers: hiervan is ‘slechts’ 75% actief. Mensen met een laag inkomen of een lage opleiding hebben wat minder toegang tot internet: in beide groepen heeft 90% toegang.
Je kunt toegang hebben tot internet, maar dat betekent niet dat je ook internet gebruikt. In de praktijk valt dat erg mee: 95% van alle Nederlanders heeft de afgelopen 3 maanden het internet gebruikt. Van deze groep is 84% vrijwel dagelijks te vinden op het web. 14% werkt niet dagelijks maar toch wel één keer per week met internet. Dat doet men het liefste thuis (99%) of op het werk (50%). Ook bezoeken we internet wel eens bij iemand anders (22%), op een onderwijsinstelling (19%) of ergens anders (10%). Een kleine groep Nederlanders heeft géén toegang tot internet (5%). De voornaamste reden dat mensen géén toegang tot internet hebben, is dat ze dit niet willen / omdat het ze niet interesseert. Slechts 1% van de Nederlandse huishoudens geeft aan dat ‘financiële redenen’ de oorzaak zijn dat zij niet op internet actief zijn.
De bron van deze cijfers is het cbs. Zie: http://bit.ly/sohdUG

Welke verbinding (breedband, adsl, mobiel internet) gebruikt men?
Het CBS geeft aan dat in 2011 83% van alle internetters in Nederland een breedband verbinding heeft. 10% heeft dat niet. De overige 7% zijn mensen die niet internetten en een afrondingsprocent. Als we willen weten wat voor soort breedband men heeft, dan moeten we kijken naar 2010. Cijfers voor 2011 zijn er (nog) niet. Bij de niet-breedbandverbindingen heeft 2% een analoog modem, 2% isdn en 2% mobiele telefoon, wap of gprs. De wel-breedbanders zijn als volgt verdeeld: 56% adsl en 31% kabel. Zie: http://bit.ly/vtgCUShttp://bit.ly/vtgCUS

En wat doen we op internet?
Volgens het CBS zijn we vooral op internet om te communiceren, informatie te zoeken en te bankieren. Het nieuws raadplegen, ons vermaken en kopen en verkopen spelen ook een belangrijke rol. Als je aan mensen vraagt wat zijn in de afgelopen drie maanden hebben gedaan, dan zie je de percentages uit de figuur.
De link is deze: http://bit.ly/vGJex6

Hoe zit het in Europa en de rest van de wereld?
Internet world stat geeft eenvoudig en snel cijfers over internetgebruik wereldwijd én in Europa. De cijfers zijn minder hard dan die van het CBS maar geven wel een duidelijke richting aan. In geheel Europa heeft 58% van de mensen toegang tot internet. De internetpenetratie is zeer hoog in landen zoals Zweden, Noorwegen, Finland, Ijsland en Denemarken. Kennelijk geldt dat een noordelijke ligging het internetgebruik stimuleert. Frankrijk en Spanje, Uk en Duitsland doen ook aardig mee. In landen zoals Griekenland, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije en Roemenië is het internetgebruik (nog) laag. Kijk voor de exacte cijfers op de volgende link:
http://bit.ly/vpC9g9

Mirjam Broekhoff is freelance onderzoeker en schrijver: dol op taaie kost met veel cijfers en feiten.
website mirjam broekhoff