Iedereen reputatiemanager?

Reputatie, ofwel de totaalindruk, wordt bepaald door alles wat een organisatie doet en zegt en door haar context bovendien. In dat licht is het spannend nieuws dat Rabobank per 1 januari een nieuwe functie creëert. Pim Mol, tot voorkort directeur private banking, gaat zich als directeur corporate affairs bezighouden met ‘reputatiemanagement’, zo meldde het persbericht. In de pers werd hij gemakshalve ‘reputatiemanager’ gedoopt.

Zwaargewicht logisch

Al sinds de kredietcrisis in 2008 is bank bashing een nationale sport. Door diverse kwesties, met het afscheid van de wielerploeg en de Liborzaak als dieptepunten, kwam dit jaar ook het vertrouwen in Rabobank onder druk te staan. Logisch dat de coöperatieve bank nu een zwaargewicht inzet om het vertrouwen te herstellen bij klanten en andere stakeholders. Toch leidde de benoeming van Mol al tot gefronste wenkbrauwen onder communicatieprofessionals. Hoe kan iemand ‘van buiten het vak’ deze functie vervullen? Reputatie is het domein van communicatie! Blijf van ons speeltje af!

Uitstekende aanjager

Eén manager kan natuurlijk nooit de reputatie van Rabobank herstellen. Toch kan de nieuwe man juist vanuit zijn onafhankelijke rol, in samenwerking met de afdeling communicatie, een uitstekende aanjager zijn. Mol heeft zijn wortels in de lijn, is vertrouwd met de lokale banken en heeft als directeur private banking bewezen dat hij het klantbelang dient. Naast het directoraat Communicatie kan hij de verbinding leggen tussen de meest uiteenlopende belangen binnen en rond Rabobank. En dat is goed nieuws, ook voor communicatieprofessionals: reputatie is niet meer van de afdeling communicatie alleen.

Ouderwets

De bankensector zit in een transformatie die zijn gelijke niet kent. Vertrouwen is daarvoor onmisbaar. Wat dat betreft is het een onhandigheid dat de term ‘reputatiemanager’ werd gekoppeld aan de rol van de nieuwe directeur. Bij een bank in deze situatie moet iedereen reputatiemanager zijn. Gericht op het klantbelang, gewoon ouderwets op z’n Rabo’s.