Een wervend aanbod
Nu is commercial misschien een wat te groot woord voor een filmpje waarin zonder enig commentaar de doorstroom van twee verschillende sanitaire afvoerputjes wordt getoond en die alleen bestemd is voor vertegenwoordigers van groothandels, maar juridisch maakt het niet uit hoe je het noemt, er worden producten vergeleken. Of, zoals de rechtbank het in het vonnis zegt:
"Het tonen van deze beelden aan afnemers van beide partijen valt niet alleen te beschouwen als een wervend aanbod gericht tot een publiek maar ook als een mededeling bij de uitoefening van een commerciële activiteit ter bevordering van de afzet van goederen."
Vacatures
Accountmanager New Business
SpottaExterne communicatie- en mediaspecialist
Vereniging Eigen HuisAccountmanager
SpottaDe rechtbank stelt vervolgens vast dat het filmpje niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 6:194a lid 2 Burgerlijk Wetboek. Deze voorwaarden houden in dat vergelijkende reclame onder meer niet misleidend mag zijn en op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van de betrokken diensten met elkaar moeten worden vergeleken. De vergelijking moet op zakelijke wijze neutraal tot uitdrukking worden gebracht, terwijl een rationele afweging de conclusie waartoe de vergelijkende reclame leidt, moet steunen.
Daarvan is in het filmpje geen sprake, de vergelijking wordt volgens de rechtbank door installatie en gebruik van de afvoergoten duidelijk beïnvloed en is dus 'met de beste wil van de wereld niet objectief te noemen en daarom onrechtmatig tegenover eiseres'.
Dat het filmpje slechts is vertoond aan vertegenwoordigers van groothandels en niet aan consumenten maakt verder niet uit, omdat het voor de hand ligt dat deze vertegenwoordigers de opgedane indrukken zullen doorspelen naar hun verkopers en zo naar het publiek. Er is volgens de rechtbank sprake van een "indirecte grotere effectiviteit als het om misleiding van consumenten gaat, het is zelfs denkbaar dat de moed om hun een Quick Drain (de goot van de eisende partij) te presenteren, komt te ontbreken bij deze vertegenwoordigers."
Het filmpje wordt verboden en de gedaagde moet de geleden schade vergoeden. De rechtbank matigt alleen de rectificatie, omdat, en dat levert wel een mooi citaat op, "het de beslissing van de rechter is die tot de rectificatie noopt, terwijl excuses een morele categorie vormen en zich dus niet lenen voor afdwingen ervan met behulp van dwangsommen en gerechtsdeurwaarder.
Afgedwongen excuses zijn geen excuses, die hun kracht in het intermenselijk verkeer nu juist ontlenen aan spontaan en oprecht berouw over eigen tekortschieten. Het is het goed recht van de gedaagde om zich niet schuldig te voelen; voor verbod en rectificatie en zelfs schadevergoeding maakt dat ook niets uit."
Rechtbank Zutphen, 5 september 2007, LJN: BB3200. Quick Drain B.V.B.A. tegen Rm & Cø Sanitair B.V.
Het vonnis is te lezen via Boek9.nl
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid